nl Snel voorverwarmen
a Op het display verschijnt de tijd of de restwarmte-in-
dicatie.
8.3 In werking stellen
Elke functie moet u starten.
LET OP!
Water op de bodem van de binnenruimte bij temperatu-
ren boven de 120°C leidt tot schade aan het emaille.
▶
Geen programma starten wanneer zich water op de
bodem van de binnenruimte bevindt.
▶
Voor gebruik het water van de bodem van de bin-
nenruimte opnemen.
▶
De werking met
a Op het display verschijnen de instellingen, de loop-
tijd en de opwarmlijn.
8.4 Werking onderbreken of afbreken
U kunt de werking kort onderbreken en weer voortzet-
ten. Breekt u de werking volledig af, dan worden de in-
stellingen gereset.
1.
Om de werking kort te onderbreken:
Kort op
drukken.
‒
Om de werking voort te zetten, op
‒
ken.
2.
Om de werking af te breken
a De werking wordt afgebroken en alle instellingen
worden gereset.
8.5 Functie instellen
Vereiste: Het apparaat moet ingeschakeld zijn.
1.
Op het
drukken.
Het functiemenu wordt geopend.
2.
Op de gewenste functie drukken.
Afhankelijk van de functie zijn er verschillende keu-
zemogelijkheden beschikbaar.
3.
Met de draaiknop kan de selectie worden gewijzigd.
Naar keuze andere instellingen veranderen.
4.
Met
starten.
9 Snel voorverwarmen
Om tijd te besparen, kunt u bij ingestelde temperaturen
vanaf 100 °C de opwarmingsduur verkorten.
Bij deze verwarmingsmethode kunt u de functie snel
voorverwarmen gebruiken:
¡ 4D hetelucht
¡ Boven- en onderwarmte
14
starten.
druk-
indrukken.
8.6 Verwarmingsmethode en temperatuur
instellen
Als u het apparaat inschakelt, is automatisch de functie
verwarmingsmethoden ingesteld.
1.
De gewenste verwarmingsmethode met de draai-
knop instellen.
2.
Op de temperatuur drukken.
3.
Stel de temperatuur in met de draaiknop.
4.
De werking met
a Het apparaat begint op te warmen.
a Op het display worden de ingestelde verwarmings-
methode, de temperatuur en de tijdsduur/apparaat-
looptijd weergegeven.
5.
Schakel het apparaat uit met
recht klaar is.
Tip: De meest geschikte verwarmingsmethode voor uw
gerechten vindt u in de beschrijving van de verwar-
mingsmethoden.
Opmerking: U kunt aan het apparaat de duur en het
einde van de werking instellen.
→ "Tijdfuncties", Pagina 15
Verwarmingsmethode wijzigen
Verandert u de verwarmingsmethode, dan worden ook
de andere instellingen teruggezet.
1.
Onderbreek de werking met
2.
Op de verwarmingsmethode drukken.
3.
De gewenste verwarmingsmethode met de draai-
knop instellen.
a Op het display verschijnt de bijbehorende voorge-
stelde temperatuur.
Temperatuur wijzigen
Na het starten van de werking kunt u de temperatuur
direct wijzigen.
▶
De temperatuur met de draaiknop wijzigen.
a De temperatuur wordt direct overgenomen.
8.7 Informatie weergeven
In de meeste gevallen kunt u informatie bij de zojuist
uitgevoerde functie oproepen. Vele aanwijzingen ver-
schijnen automatisch, bijv. ter bevestiging of als oproep
of waarschuwing.
▶
Op
drukken.
a Indien aanwezig, wordt informatie gedurende enkele
seconden weergegeven.
9.1 Snel voorverwarmen instellen
Om een gelijkmatig bereidingsresultaat te krijgen, de
gerechten pas na het snel voorverwarmen in de bin-
nenruimte plaatsen.
Opmerking: Stel pas een tijdsduur in wanneer het snel
voorverwarmen beëindigd is.
1.
Een geschikte verwarmingsmethode en een tempe-
ratuur vanaf 100 °C instellen.
2.
Op
drukken.
a Het symbool
verschijnt links naast de tempera-
tuur op het display.
starten.
wanneer het ge-
.