•
Nadat de buitenboordmotor is geschakeld, zet u de afstandsbedieningshendel naar voren of draait u
de gashendel (modellen met stuurknuppel) om het motortoerental te verhogen.
MH, EH, EHO, EHPTO
Modellen met stuurknuppel: Draai de gasgreep naar de stand SLOW en zet de schakelhendel snel in de
stand voor Vooruit (F) of Achteruit (R) nadat het motortoerental op het laagste niveau is gekomen.
1.
De motor moet stationair draaien wanneer de schakelhendel van Vooruit (F) naar Achteruit (R) wordt
gezet.
2.
Controleer of de hendel voor achteruitvergrendeling in de stand omhoog (UP) is vergrendeld voordat u
de schakelhendel in achteruit (R) zet.
3.
De schakelhendel kan alleen van Neutraal (N) naar Achteruit (R) worden gezet als de gasgreep in de
langzame stand (SLOW) staat.
EO, EPTO
1.
Modellen met afstandsbediening: Druk de vergrendelknop op de afstandsbedieningshendel omhoog
en zet de hendel in Vooruit (F) of Achteruit (R) tot de arreteerstand (ongeveer 32° naar voren of
achteren vanuit neutraal).
nld
BEDIENING
MH, EH, EHO, EHPTO
55
36363
39890