2.
Zet de hendel voor achteruitvergrendeling aan stuurboord in de ontgrendelde stand door hem omlaag
te zetten.
BELANGRIJK: Pas bij op- en neerklappen op dat u uw vinger of hand niet tussen de stuurkolom en de
spiegelsteun plaatst. Kantel de buitenboordmotor langzaam omlaag.
3.
Kantel de motor helemaal op. De buitenboordmotor wordt in de stand omhoog vergrendeld.
4.
Om de buitenboordmotor omlaag te klappen, draait u de hendel voor achteruitvergrendeling omhoog
(naar de ontgrendelde stand). Til de motor iets op en kantel de motor vervolgens omlaag. De
achteruitvergrendeling wordt automatisch vrijgegeven.
VERVOER
38366
38367
39890
30
nld