5.
Laat de sleutel los zodra de motor aanslaat en laat de contactschakelaar terugkeren naar de stand
ON.
b
a
BELANGRIJK: Volg de onderstaande instructies:
•
Als de startmotor te lang wordt gebruikt, raakt de accu leeg. Gebruik de startmotor niet langer dan
vijf seconden aaneen. Wacht 10 seconden voordat u de startmotor opnieuw gebruikt als de motor
niet aanslaat, anders raakt de startmotor beschadigd.
•
Gebruik de startmotor nooit nadat de motor is aangeslagen.
•
Als de startmotor niet tornt, controleer dan of de accukabels goed zijn bevestigd en de accu
volkomen is opgeladen.
Als er onvoldoende koelwater is, raken de motor, de waterpomp en andere onderdelen oververhit en lopen
ze schade op. Zorg tijdens gebruik voor voldoende watertoevoer naar de waterinlaten.
Schakelen
BELANGRIJK: Denk aan het volgende:
•
Zet de buitenboordmotor alleen in of uit versnelling terwijl de motor stationair draait. Als u schakelt bij
een hoger motortoerental dan stationair, kan het onderwaterhuis beschadigd raken.
•
Schakel de buitenboordmotor niet naar achteruit als de boot sneller dan 6 km per uur vaart. Als u bij
een hogere vaarsnelheid in achteruit schakelt, kan de motor afslaan, wat er soms toe leidt dat er water
in de cilinders wordt gezogen: dat veroorzaakt ernstige motorschade.
•
Schakel de buitenboordmotor niet naar achteruit als de motor niet draait. Anders kunnen de
schakelverbindingen beschadigd raken.
•
De buitenboordmotor heeft drie schakelstanden: Vooruit (F), Neutraal (N) en Achteruit (R).
•
Modellen met afstandsbediening—stop steeds in de neutrale positie om het stationaire toerental van
de motor te laten stabiliseren alvorens naar een andere versnelling te schakelen.
•
Modellen met stuurknuppel—verminder het motortoerental tot stationair alvorens naar een andere
versnelling te schakelen.
•
Schakel de buitenboordmotor altijd met een soepele beweging.
BEDIENING
a -
Uit
b -
Aan
c -
Indrukken om te choken
c
37466
KENNISGEVING
54
nld