Inhoudsopgave
Advertenties
10
Storingen, oorzaken en
oplossingen
10.1
Storingsindicatie en reset
10.2
Geschiedenisgeheugen voor de
storingen
Code
Alarmtekst
E040
Sensor met storing
E060
Uitgangsdruk
Max
E061
Uitgangsdruk
Min
E062
Watergebrek
E064
Vorstbeveiliging
E080.1
Pomp 1...6 alarm
-
E080.6
Tab. 17: Storingsmeldingen, oorzaken en verhelping
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-CC/CCe-HVAC
Storingen alleen door gekwalificeerd vakpersoneel laten verhel-
pen! Veiligheidsvoorschriften in hoofdstuk 2 "Veiligheid" op
pagina 177 in acht nemen.
• Neem contact op met de dichtstbijzijnde Wilo-servicedienst of een
filiaal als de bedrijfsstoring niet kan worden verholpen.
Bij optreden van een storing wordt de achtergrondkleur van het tou-
chdisplay ROOD, de verzamelstoringsmelding wordt geactiveerd en
de storing wordt in menu 4.2 met foutcodenummer en alarmtekst
weergegeven.
Bij systemen met afstandsdiagnose wordt een melding naar de vast-
gelegde ontvanger(s) verzonden. De storing kan in het menu 4.2 met
de toets "RESET" of per afstandsdiagnose worden bevestigd.
Indien de oorzaak van de storing voor de bevestiging is verholpen,
wordt de achtergrondkleur van het touchdisplay GROEN. Als de
storing nog actief is, wordt de achtergrondkleur ORANJE.
Een gestoorde pomp wordt in het hoofdscherm aangegeven met een
knipperend pompsymbool.
Voor het schakeltoestel is een geschiedenisgeheugen ingesteld dat
volgens het FIFO-principe (First IN First OUT) werkt. Het geheugen is
berekend op 35 storingen.
De alarmlijst (menu 4.2.1) kan worden opgeroepen vanuit menu 4.2.
Binnen de lijst kunnen de meldingen met de toetsen "+" en "-" wor-
den opgeroepen. De onderstaande tabel "Tab. 17: Storingsmeldingen,
oorzaken en verhelping" op pagina 231 bevat een lijst met alle sto-
ringsmeldingen.
Oorzaken
Sensor defect
Geen elektrische verbinding met
sensor
De uitgangsdruk van de installatie
is (bijv. door storing van de rege-
laar) gestegen boven de in menu
4.3.2.2 ingestelde waarde
De uitgangsdruk van de installatie
is (bijv. door buisbreuk) gedaald tot
onder de in menu 4.3.2.2 inge-
stelde waarde
Droogloopbeveiliging is geacti-
veerd
Vorstbeveiligingsthermostaat is in
werking getreden
Overtemperatuur wikkeling
(wikkelingsveiligheidscontact/PTC)
Motorbeveiliging is geactiveerd
(overstroom of kortsluiting in toe-
voerleiding)
Verzamelstoringsmelding van de
pomp-frequentieomvormer werd
geactiveerd (alleen uitvoering CCe)
Oplossingen
Sensor vervangen
Elektrische verbinding herstellen
Werking van de regelaar controleren.
Installatie controleren.
Controleren of de instelwaarde overeen-
komt met de omstandigheden ter plaatse.
Buisleiding controleren en zo nodig repa-
reren.
Aanvoer/breektank controleren; pompen
starten vanzelf weer.
Buitentemperatuur controleren
Koellamellen reinigen; motoren zijn bere-
kend op een omgevingstemperatuur van
+40 °C (zie ook inbouw- en bedienings-
voorschriften van de pomp)
Pomp (volgens inbouw- en bedienings-
voorschriften van de pomp) en toevoer-
leiding controleren
Pomp (volgens inbouw- en bedienings-
voorschriften van de pomp) en toevoer-
leiding controleren
Nederlands
231
Advertenties
Inhoudsopgave
