Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Wilo Control CC-HVAC Inbouw- En Bedieningsvoorschriften pagina 18

Inhoudsopgave

Advertenties

Storingsomschakeling
meerpompeninstallatie
Watergebrek
(alleen bij regelingstype p-c)
Bewaking van maximale en minimale
waarden (alleen bij regelingstypes
p-c en T-c)
Extern Uit
Bedrijf bij sensorfout
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-CC/CCe-HVAC
Via een keuzeknop kan worden geselecteerd of de testloop ook wordt
uitgevoerd als het schakeltoestel zich in de toestand "extern Uit"
bevindt. Er kan bovendien een interval worden aangegeven, waarin
geen testloop van de pompen plaats mag vinden.
Schakeltoestellen met frequentieomvormer – uitvoering CC-FC:
Bij storing van de basislastpomp wordt deze uitgeschakeld en wordt
een andere pomp aan de frequentieomvormer geschakeld. Een sto-
ring van de frequentieomvormer schakelt het schakeltoestel in de
bedrijfssituatie "Auto zonder frequentieomvormer" met het bijbeho-
rende regelgedrag.
Schakeltoestellen zonder frequentieomvormer – uitvoering CC:
Bij storing van de basislastpomp wordt deze uitgeschakeld en wordt
een andere pomp als basislastpomp gebruikt.
Schakeltoestellen in de uitvoering CCe:
Een pompstoring wordt door de frequentieomvormer aan het scha-
keltoestel gemeld en evt. gereset. In menu 4.2 kan worden vastgelegd
of het schakeltoestel een niet meer gemelde storing automatisch
reset of handmatig moet worden bevestigd.
Bij storing van de basislastpomp wordt deze uitgeschakeld en neemt
een andere pomp de regelfunctie over.
Een storing van een van de pieklastpompen leidt bij alle uitvoeringen
van het schakeltoestel tot uitschakeling ervan en tot bijschakeling
van een andere pieklastpomp (evt. ook van de reservepomp).
Via de melding van een voordrukschakelaar, breektank-vlotterscha-
kelaar of optioneel niveaurelais kan naar het regelsysteem via een
verbreekcontact een melding van watergebrek worden gestuurd. Na
verstrijken van de onder menu 3.1 instelbare vertragingstijd worden
de pompen uitgeschakeld. Wanneer de meldingang binnen de vertra-
gingstijd weer wordt gesloten, leidt dat niet tot een uitschakeling.
De installatie wordt na een uitschakeling wegens watergebrek 10 s
nadat de meldingang wordt gesloten vanzelf opnieuw gestart. De
storingsmelding wordt na opnieuw starten vanzelf gereset, maar kan
in het geschiedenisgeheugen worden uitgelezen.
In het menu 4.3.2.2 kunnen de grenswaarden voor een veilige werking
van de installatie worden ingesteld. Voor de bewaking van maximale en
minimale waarden kan in menu 4.3.2.2 een hysterese voor de betref-
fende waarden en de tijd tot het activeren van de foutverwerking worden
ingevoerd. Hiermee moet o.a. de mogelijkheid gegeven zijn de weergave
van kortstondige meetwaardepieken c.q. -dalingen te deactiveren.
Overschrijding van de maximale waarde leidt tot onmiddellijk uitscha-
kelen van alle pompen. Wanneer de werkelijke waarde onder het
inschakelniveau is gedaald, wordt het normaal bedrijf na 1 minuut
weer vrijgegeven. Als er binnen 24 uur 3 uitschakelingen door over-
schrijding van de maximale waarde optreden, wordt de verzamelsto-
ringsmelding geactiveerd.
Onderschrijding van de minimale waarde leidt onmiddellijk tot acti-
vering van de verzamelstoringsmelding. Uitschakeling van de pom-
pen vindt niet plaats (bijvoorbeeld herkenning buisbreuk).
Via een verbreekcontact kan het regelsysteem extern worden gedeacti-
veerd. Deze functie heeft voorrang; alle pompen worden uitgeschakeld.
Voor het geval van een sensorfout (bijv. draadbreuk) kan het gedrag
van het schakeltoestel in menu 4.3.2.3 worden gedefinieerd. Het
systeem wordt naar keuze ofwel uitgeschakeld, loopt met alle
pompen op maximaal toerental of loopt met een pomp op een in
menu 4.3.5.1 instelbaar toerental (alleen uitvoering CC...FC en CCe).
Nederlands
185

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Control cc-fc-hvacControl cce-hvac

Inhoudsopgave