Suunto Essentieel
7.5. Gebruik van het altimeterprofiel
Het ALTIMETERprofiel berekent de hoogte op basis van de referentiewaarden. De
referentiewaarden kunnen de luchtdruk op zeespiegelniveau zijn, of een vorig punt van de
referentiewaarde voor hoogte. Wanneer het ALTIMETERprofiel actief is, wordt het woord ALTI
op de display onderstreept.
Wanneer het ALTIMETERprofiel actief is, krijgt u met de knop [View] toegang tot de volgende
weergaven:
Logboekrecorder: neemt de hoogteverschillen op in logboeken
•
Hoogteverschilmeter: meet het huidige hoogteverschil ten opzichte van een ingesteld
•
punt
•
Temperatuur: meet de huidige temperatuur
Leeg: geen aanvullende informatie
•
7.5.1. Het gebruik van de hoogteverschilmeter
De hoogteverschilmeter geeft het verschil in hoogte weer tussen een ingesteld punt en uw
huidige locatie. Deze functie is vooral nuttig bij bergbeklimmen, bijvoorbeeld als u uw
vooruitgang op het gebied van hoogtebeklimmen wilt traceren.
Om de hoogteverschilmeter te gebruiken, gaat u als volgt te werk:
1. In de modus ALTI & BARO selecteert u de weergave hoogteverschilmeter.
2. Met de knop [Start Stop] start, stopt en herstart u deze.
3. Houd de knop [+] ingedrukt om opnieuw in te stellen.
U begint met het beklimmen van een berg die 1000 m (3,280 feet) hoog is. U wilt uw
vooruitgang tijdens het klimmen kunnen controleren, dus activeert u de hoogteverschilmeter
op uw . U begint te klimmen en controleert af en toe uw hoogte om te zien hoe ver u van het
volgende controlepunt af bent. Op een bepaald punt begint u moe te worden. U controleert
de hoogte en ziet dat er nog een hoop te klimmen is. Misschien moet u uw volgende
controlepunt opnieuw bedenken.
7.5.2. Logboeken opnemen
De logboekrecorder slaat al uw bewegingen in hoogte tussen de start- en stoptijden op. Als u
bezig bent met een activiteit waarbij uw hoogte wijzigt, kunt u de hoogtewijzigingen
registreren en de opgeslagen gegevens later bekijken.
U kunt ook hoogtemarkeringen (rondes) instellen, zodat u de tijdsduur en de opgaande/
dalende hoogte tussen uw vorige markering en huidige markering kunt bekijken. Uw
markeringen worden in het geheugen opgeslagen en u kunt later toegang tot ze krijgen.
Om een logboek op te nemen, gaat u als volgt te werk:
1. In de modus ALTI & BARO selecteert u de weergave logboekrecorder.
18