Vervangen van motorolie
WAARSCHUWING! De motorolie kan zeer
!
warm zijn als deze direct na het stoppen
afgetapt wordt. Laat de motor daarom eerst
wat afkoelen.
De motorolie moet de eerste keer vervangen worden na 25
uur bedrijfstijd. Daarna moet het verversen om de 100
bedrijfsuren plaatsvinden.
1 Klap de motorkap omhoog.
2 Plaats een behouder onder de aftapplug van de motor.
3 Verwijder de peilstok. Verwijder de aftapplug van de
motor.
4 Laat de olie in het vat lopen.
5 Monteer de aftapklep en draai deze vast.
6 Vervang indien nodig het oliefilter.
7 Vul indien nodig olie bij tot de olie het FULL-teken op de
peilstok nadert.
8 Laat de motor warm draaien, controleer daarna of er geen
lekkage is rond de afdichting van de olieklep.
9 Controleer het oliepeil in de motor, vul bij indien nodig.
BELANGRIJK! Gebruikte motorolie, antivries en dergelijke
vormen een gevaar voor de gezondheid en mogen niet op
de grond of in de natuur worden geloosd; deze moeten
altijd worden afgevoerd in een werkplaats of op een
aangewezen afvoerlocatie. Voorkom contact met de huid,
wassen met water en zeep mocht u evt. knoeien.
Vervangen van oliefilter
WAARSCHUWING! De motorolie kan zeer
!
warm zijn als deze direct na het stoppen
afgetapt wordt. Laat de motor daarom eerst
wat afkoelen.
Het oliefilter zit rechts op de motor.
•
Klap de motorkap omhoog.
•
Plaats een geschikt vat om de olie in op te vangen.
•
Draai het oude oliefilter tegen de klok in om het te
verwijderen. Gebruik indien nodig een filtertang.
•
Reinig de bevestiging van het oliefilter.
•
Smeer de rubberen pakking van het nieuwe oliefilter
lichtjes met nieuwe olie in.
•
Monteer het oliefilter door het met de klok mee te draaien.
Doe dit handmatig tot de rubberen pakking aanligt. Draai
het nog een halve slag verder.
ONDERHOUD EN SERVICE
•
Start de motor en laat deze ongeveer 3 minuten lopen.
Stop hem vervolgens en kijk naar eventuele lekkage.
•
Controleer het oliepeil in de motor, vul bij indien nodig.
BELANGRIJK! Gebruikte motor- en transmissieolie zijn
schadelijk voor de gezondheid en mogen niet op de grond
of in de natuur gegoten worden.
Vervangen filters moeten ingeleverd worden bij de
werkplaats of een andere aangewezen plek voor
verwerking.
Voorkom contact met de huid, wassen met water en zeep
mocht u evt. knoeien.
Controle van het oliepeil van het
hydraulisch systeem
Olie verversen en filters vervangen moet worden gedaan
door een erkende servicewerkplaats en wordt in het
werkplaatshandboek beschreven.
Maatregelen aan het systeem stellen bijzondere eisen aan
netheid en het systeem moet worden ontlucht voor de
machine in gebruik wordt genomen.
•
Klap de zitting omhoog.
•
Verwijder het bijvuldeksel. Het peil moet 40–60 mm
bedragen vanaf de bovenkant van de zeef.
•
Vul indien nodig volledig synthetische olie 10W/50 API SM
of beter bij.
Controle van oliepeil in
versnellingsbakken van transmissie
•
Controleer met een oliepeilstok of er olie in de transmissie
is.
•
Het oliepeil moet tussen de markeringen op de peilstok
liggen.
•
Vul indien nodig volledig synthetische olie 10W/50 API SM
of beter bij.
– 41
Dutch