Starten van een motor met een
zwakke accu
WAARSCHUWING! Lood-zuur-accu's geven
!
explosieve gassen af. Voorkom vonken,
open vuur en roken vlakbij accu's. Draag
altijd een veiligheidsbril in de buurt van
accu's.
Als de accu te zwak is om de motor te starten, dient deze
opgeladen te worden.
Bij het gebruik van startkabels voor een noodstart, volgt u
onderstaande procedure:
BELANGRIJK! Uw grasmaaier is voorzien van een 12-volts
systeem met negatieve aarding. Het andere voertuig moet
ook een 12-volts systeem met negatieve aarding hebben.
Gebruik de accu van de maaier niet om andere voertuigen
te starten.
Aansluiten van startkabels
2
1
1
WAARSCHUWING! Sluit de minpool van de
!
volledig geladen accu nooit aan op de
minpool van de ontladen accu, en houd hem
ook niet in de buurt hiervan. Er bestaat
explosiegevaar door mogelijk aanwezig
waterstofgas.
1 Sluit ieder eind van de rode kabel aan op de POSITIEVE
pool (+) van iedere accu, en let goed op dat u geen einde
tegen het chassis kortsluit.
2 Sluit het ene uiteinde van de zwarte kabel aan op de
NEGATIEVE pool (-) op de accu die vol is.
3 Sluit het andere uiteinde van de zwarte kabel aan op
goede CHASSISAARDING, op ruime afstand van de
brandstoftank en de accu.
Verwijder de kabels in omgekeerde
volgorde.
•
De ZWARTE kabel haalt u eerst los van het chassis en
dan van de volle accu.
•
De RODE kabel haalt u als laatste van beide accu's.
BELANGRIJK!
Gebruik nooit een boostlader/startbooster.
Gebruik uitsluitend conventionele acculaders. Koppel altijd
de lader los alvorens de motor te starten. Zogenoemde
boostlader/startboosters mogen nooit worden gebruikt.
Deze verhogen vaak de spanning (in plaats van de stroom)
om het vereiste vermogen te genereren voor het starten
van de motor. Deze spanningstoename beschadigt het
elektrisch systeem.
26 –
Dutch
STARTEN EN STOPPEN
3
Remmen
WAARSCHUWING! Gebruik nooit het pedaal
!
voor achteruitrijden om de machine af te
remmen wanneer de maai-inrichting niet is
aangekoppeld. Risico van kantelen van de
machine.
Laat de rijpedalen los. De machine remt en wordt tot stilstand
gebracht door het aandrijfsysteem. Gebruik de parkeerrem
niet om te remmen tijdens het rijden.
U kunt sneller remmen door de rijpedaal voor de
tegenovergestelde richting in te trappen.
Afzetten van de motor
Plaats de machine altijd op een vlakke ondergrond met de
motor UIT.
Laat de motor bij voorkeur een minuut stationair lopen om
weer de normale werktemperatuur te krijgen voordat hij wordt
afgezet, als hij hard heeft moeten werken.
1 Stop de bladen door het bedieningselement voor de
aandrijving van de maai-inrichting in te drukken.
2 Activeer de parkeerrem door de handgreep vooruit te
duwen.
3 Hef het maaidek met de hydraulische hefhendel.
4 Breng de gasbediening naar de stand MIN.
5 Zet het contact in de stand "OFF".