Instelling van maaihoogte
De maaihoogte kan in zeven standen worden gezet.
Kies de gewenste maaihoogte (1–7) met de maaihoogte-
instellingen. Zet de draaiknoppen horizontaal zodat ze niet in
struiken e.d. blijven haken. Voor meer informatie, zie 'Instellen
van maaihoogte en kantelhoek'.
Hendel voor hydraulisch heffen van
hulpstukken
Met de hefhendel kan het maaidek in de transport- of de
maaistand worden gezet wanneer er hydraulische druk is.
De hendel heeft vier standen.
4
1
2
3
1 Neutraalstand of transportstand
2 Verlaagt de maai-inrichting met terugvering naar de
neutraalstand
3 De zweefstand waarin de hendel stopt. Het systeem zakt
dan in de automatische zweefstand, wat betekent dat de
maai-inrichting de bodemcontouren volgt.
4 Verhoogt de maai-inrichting met terugvering naar de
neutraalstand
Maaistand
•
Om de maai-inrichting te verlagen duwt u de hendel
voorwaarts in de zweefstand, waar deze blijft staan. (3)
•
Start de aandrijving van de bladen door de aandrijfhendel
voor de maai-inrichting omhoog te trekken.
BEDIENING
Functietoets voor accessoires met extra
hydraulische functies
Deze knop heeft verschillende functies afhankelijk van de
bevestigde accessoire. De knop werkt alleen met accessoires
met extra hydraulische functies. Zie de
bedieningshandleiding voor de betreffende accessoire voor
meer informatie.
Transportpositie
•
Stop de bladen door het bedieningselement voor de
aandrijving van de maai-inrichting in te drukken.
•
Trek de hendel voor hydraulisch heffen naar achteren om
de transportstand in te schakelen. De unit wordt
vervolgens geheven. (1)
Remmen
•
Laat de rijpedalen los. De machine remt en wordt tot
stilstand gebracht door het aandrijfsysteem. Gebruik de
parkeerrem niet om te remmen tijdens het rijden.
•
U kunt sneller remmen door de rijpedaal voor de
tegenovergestelde richting in te trappen.
Rijden op hellingen
Het rijden op hellingen is een van de operaties waar het risico
het grootst is dat de bestuurder de controle verliest of dat de
machine omver valt, hetgeen ernstig letsel of overlijden kan
veroorzaken. Alle hellingen vragen om extra voorzichtigheid.
Wanneer u op de helling niet naar achteren kunt rijden of u
voelt zich onzeker, maai ze dan niet.
BELANGRIJK! Rij nooit een helling af met een omhoog
getild maaielement.
– 21
Dutch