9 Bevestig de stut aan het hulpstuk onder de bodemplaat.
Het hulpstuk is met rood gemarkeerd.
10 Plaats het andere uiteinde van de steun op de dwarsbuis
op het snij-aggregaat. Trek de pen eruit en zet de steun
over de dwarsbuis in de rood gemarkeerde stand.
11 Ontgrendel de pen, zodat deze vastklikt over de
dwarsbuis.
12 Start de motor en zet het maaidek omhoog naar de
servicepositie.
13 Zet het maaidek vast met de veiligheidsgordel die in het
opbergvak onder de stoel is opgeborgen.
Terugkeer uit servicestand
1 Verwijder de veiligheidsgordel en plaats deze in het
opbergvak.
ONDERHOUD EN SERVICE
2 Verlaag het snij-aggregaat tot de laagste positie.
3 Verwijder de stut en plaats deze onder het maaidek.
4 Bevestig de cardanassen aan het maaidek. Bevestig de
voorste vergrendelketting op de afdekking van de
cardankoppeling rondom de dwarspijp.
5 Starten van de motor. Laat het maaidek tot halverwege
omhoog komen.
6 Bevestig de hijsogen die aan de hefarmen zijn bevestigd.
Trek de pal naar buiten en druk het hijsoog naar binnen,
één op elke hefarm.
7 Laat het maaidek zakken.
Instellen van maaihoogte en
kantelhoek.
Bij het monteren van de maai-inrichting moet u de
maaihoogte en de kantelhoek instellen.
Deze bewerking moet in de genoemde volgorde gebeuren.
Uitgangspositie:
1 Controleer de luchtdruk van de banden. De druk in elk van
de banden moet 1,5 bar/150 kPa/22 PSI bedragen.
2 Plaats de zitmaaier op een vlakke ondergrond.
3 Het maaidek moet volledig worden neergelaten op een
vlakke ondergrond.
– 33
Dutch