Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Olietank Vullen; Olie En Brandstof; Het Oliesysteem Vullen - BRP Evinrude E-TEC 200 PL Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Evinrude E-TEC 200 PL:
Inhoudsopgave

Advertenties

OLIESYSTEEM
Als het waarschuwingslampje "LOW OIL" (laag oliepeil)
oplicht, kunt u nog ongeveer vijf uur normaal varen,
voordat u zonder olie valt bij gebruik van TC-W3RL olie.
Gebruikt u Evinrude/Johnson XD100™ olie, dan kunt u
nog ongeveer tien uur normaal varen. Vul de olietank bij
zodra u de kans krijgt.
BELANGRIJK: Vul uw olietank altijd bij vóór langdurig
gebruik of lange boottochten.
BELANGRIJK: Om te varen bij temperaturen onder 0°C
(32°F), moet u Evinrude/Johnson XD100 olie gebruiken.
Als de olietofslang om een of andere reden wordt
losgemaakt, dicht ze dan af om morsen te voorkomen.
Breng dopjes aan op de slangfittingen om vervuiling te
voorkomen.
Gebruik altijd een olietank met een filter en een
olieaanvoerslang. De lucht moet uit het oliesysteem
worden gehaald, als er lucht in de olieaanvoerslang zit. Zie
HET OLIESYSTEEM VULLEN op pagina 13.
Installeer de olietank volgens de bijgeleverde instructies.
BELANGRIJK: Overweeg de installatieplaats van de
olietank
zorgvuldig.
verluchtingsopening. Om ernstige schade aan het
motorblok te voorkomen, de olietank installeren op een
plaats waar hij niet constant blootstaat aan zonlicht, regen,
lens- en stuifwater. De olietank van tijd tot tijd nakijken op
tekenen van de aanwezigheid van water.

DE OLIETANK VULLEN

Verwijder de vuldop en vul de tank met de aanbevolen
smeerolie
voor
buitenboordmotoren,
VEREISTE OLIE op pagina 14. Zet de vuldop weer op de
tank en draai hem stevig aan.
Zorg dat er altijd olie in de tank zit. Als u de tank leeg laat
draaien, MOET u de lucht uit het oliesysteem verwijderen,
voordat u de motor gebruikt.

OLIE EN BRANDSTOF

De
olietank
heeft
zie
hoofdstuk

HET OLIESYSTEEM VULLEN

BELANGRIJK: Om schade te voorkomen als gevolg van
een gebrek aan smering, moet u de lucht uit het oliesys-
teem verwijderen. Controleer of de olieaanvoerslang lucht-
dicht
is.
Zorg
olieaanvoerslang voor dat u het oliesysteem voorvult, zo-
dat alle lucht is verdwenen, voor u uw buitenboordmotor
gebruikt.
Druk op de olie-inspuitingsbal tot er een gelijkmatige
oliestroom
uit
olieaanvoerslang aan op de olie-inlaat. Bevestig ze met de
kleine klem (13,8 mm) uit de kit voor de eigenaar.
1. Olieaanvoerslang
2. Olie-inlaat
Druk na het aansluiten van de slang opnieuw op de
inspuitingsbal, tot er een olie zonder luchtbellen verschijnt
in de zes individuele olieleidingen die naar het carter lopen.
Het oliesysteem moet worden voorgevuld voor gebruik
van de buitenboordmotor, indien:
• U volledig zonder olie valt;
• De olieaanvoerslang wordt losgekoppeld of
• De buitenboordmotor werd platgelegd om hem te
transporteren of op te bergen.
een
! OLIE EN BRANDSTOF
er
na
elke
afkoppeling
de
aanvoerslang
komt.
1
2
van
de
Sluit
de
13

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave