2
3
• Schud de tonercartridge met het beschermmateriaal nog op zijn plaats in de cartridge. Als u de cartridge schudt
nadat u het beschermmateriaal hebt verwijderd, kunt u toner morsen.
• Schud de tonercartridge alleen in horizontale richting. Als u de cartridge in een andere richting schudt, kan de toner
zich ophopen in één bepaald deel van de cartridge.
4
5
• Nadat de tonercartridge is vervangen, wordt automatisch de functie Afbeeldingsaanpassing actief.
Afbeeldingsaanpassing vindt niet plaats als de klep niet dicht is.
• Zorg ervoor dat u uw vingers niet klemt bij het sluiten van de klep.
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
Trek de tonercartridge naar u toe.
Haal de nieuwe tonercartridge uit de
verpakking. Houd de cartridge met beide
handen vast en schud hem vijf of zes
keer in horizontale richting.
Houd de nieuwe tonercartridge
horizontaal en duw hem stevig naar
binnen.
Sluit de voorklep.
1-53
Inhoudsopgave