HET GEBRUIK VAN DE AUTOMATISCHE
DOCUMENTINVOER VOOR VERZENDING
Deze sectie geeft uitleg over het gebruik van de automatische documentinvoereenheid om een fax te versturen.
MX-B382:
Indicatie-
streep
MX-B382SC:
1
Wanneer u een fax verstuurt die uit meerdere pagina's bestaat, kunt u de automatische documentinvoer en de
glasplaat niet tegelijkertijd gebruiken om de originele pagina's in te scannen.
5
10
15
Aan
Voorwaarde-
Instellingen
AAA AAA
Adresoverzicht
CCC CCC
Adresinvoer
EEE EEE
Globaal
GGG GGG
2
Adres Zoeken
Subadres
III III
Freq.
Adres sorteren
Een bestemming kan behalve door selectie van een sneltoets ook door het opgeven van een zoeknummer worden
opgegeven. U kunt ook direct een faxnummer invoeren met de cijfertoetsen of een bestemming opzoeken in een
globaal adresboek. Raadpleeg
Druk op [START].
Het scannen begint.
Wanneer het scannen klaar is, geeft de machine een pieptoon.
3
Wanneer het scannen klaar is, verschijnt het bericht "Opdracht opgeslagen." samen met een
opdrachtcontrolenummer. Met dit nummer kunt u de opdracht opzoeken in het Transmissierapport of in het
Activiteitenrapport Beeld Verzenden.
Indica-
tiestreep
(2)
Cc
BBB BBB
DDD DDD
FFF FFF
HHH HHH
JJJ JJJ
ABCD
EFGH
IJKL
MNOP
QRSTU
VWXYZ
Automat. Ontvangst
Faxgeheugen:100%
"BESTEMMINGEN
Plaats de originelen met de kopiezijde
naar boven in de documentinvoerlade
met de vellen gelijkmatig verdeeld.
Steek de originelen helemaal in de lade van de origineelinvoer. In de
origineelinvoerlade kunnen meerdere originelen worden geplaatst.
De stapel originelen mag niet hoger zijn dan de indicatiestreep op de
lade.
Als het origineel afwijkt van de instelling van het formaat, stel
dan het formaat van het origineel in.
☞
SCANFORMAAT EN VERZENDFORMAAT
(pagina
OPGEVEN
Voer het faxnummer van de bestemming
in.
(1) Druk op [Adresboek] in het basisscherm.
1
Zie
"BASISSCHERM VAN DE
2
4-8) voor de toets [Adresboek].
(2) Druk op de sneltoets van de gewenste
bestemming.
etc.
INVOEREN" (pagina 4-16) voor meer informatie.
4-30
)
4-47
FAXFUNCTIE" (pagina
Inhoudsopgave
FAX