Onderwerp betreffende
afdrukopdracht
Onderwerp betreffende
afbeelding verzenden
Onderwerp betreffende
documentarchivering
Algemene functionaliteit
Gedetailleerde items
Itemnaam
Uitvoer
Nieten
Aantal nietjes
Printertint
Direct Adres
Naam afzender
Afzenderadres
Type verzending
Administratief serienummer
Rondzendnummer
Invoervolgorde
Bestandstype
Compressiemodus/
Comprimeringsfactor
Communicatietijd
Faxnr.
Document Archiveren
Opslagmodus
Bestandsnaam
Gegevensgrootte [KB]
Kleurinstelling
Speciale Functies
Bestandsnaam 2
Origineelformaat
Origineeltype
Papierformaat
Papiersoort
Papiereigenschap: Duplex
uitschakelen
Papiereigenschap: Vaste
zijde van papier
Papiereigenschap: Nieten
uitschakelen
Duplex configureren
Resolutie
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
De uitvoermodus van een afdrukopdracht.
De nietstatus.
Het aantal nietjes.
De gebruikte tint voor een afdrukopdracht.
Adres van een beeldverzendopdracht.
Naam van de afzender van een beeldverzendopdracht.
Adres van de afzender van een beeldverzendopdracht.
Verzendtype van een beeldverzendopdracht.
Administratief serienummer van een beeldverzendopdracht.
Rondzendnummer van een beeldverzendopdracht.
Reserveringsvolgorde voor een distributieverzending van een
beeldverzendopdracht. Voor een seriële navraagopdracht wordt dit
gebruikt om de communicatie op het afdrukken af te stemmen.
Bestandindeling van een beeldverzendopdracht.
Compressiemodus en comprimeringsfactor van het bestand van een
beeldverzendopdracht.
Geeft de communicatieduur van verzendopdrachten aan.
Geeft het opgeslagen nummer van de afzender aan.
Er wordt een logbestand over het archiveren bijgehouden.
De opslagmodus van de documentarchivering wordt vastgelegd.
Bestanden die worden opgeslagen met documentarchivering en
bestandsnamen die worden opgeslagen met afdruk vasthouden, worden
1
vastgelegd.*
De bestandsgrootte wordt vastgelegd.
De door de gebruiker geselecteerde kleurmodus.
Speciale functies die zijn geselecteerd toen de opdracht werd uitgevoerd.
Slaat de bestandsnaam van afdrukopdrachten op.*
Formaat van een gescand origineel.*
Voor een afdrukopdracht met document archiveren is dit het
papierformaat van het bestand.
Origineeltype (tekst, afgedrukte foto enz.) dat is ingesteld in het scherm
met belichtingsinstellingen.
Het papierformaat van een afdrukopdracht.
Het papierformaat van het verzonden papier bij een verzendopdracht.
Bij scannen naar schijf is dit het papierformaat van het opgeslagen
bestand.
Het papiertype dat wordt gebruikt voor het afdrukken.
Geeft aan dat duplex was uitgeschakeld bij "Papiertype".
Geeft aan dat de vaste zijde was opgegeven bij "Papiertype".
Geeft aan dat nieten was uitgeschakeld bij "Papiertype".
Geeft de duplexinstelling aan.
Geeft de scanresolutie aan.
1-25
Beschrijving
1
2
Inhoudsopgave