HET PAPIERFORMAAT WIJZIGEN DAT WORDT
GEBRUIKT VOOR EEN AFDRUKOPDRACHT
Papier leeg
1 Controleer de gegevens van de opdracht.
Afdrukopdr.
Scan naar
Opdrachtwachtrij
Sets / Voortgang
1
Kopieren
020 / 001
2
Computer01
020 / 000
3
Kopieren
002 / 000
4
1234567890
001 / 000
Details
Computer01
020 / 000
Kleur / Z/W:Mono2
A4
Papier:
Papierformaat
Plain
(3)
2 Wijzig het voor de opdracht gebruikte papierformaat.
Papierformaat
Papierlade
1.
A4
Normaal papier
2. A5
Normaal papier
3. A4
Normaal papier
4. A4
Normaal papier
Als het voor een afdrukopdracht opgegeven papierformaat niet is geladen in één
van de papierladen van de machine, dan volgt u de stappen hieronder om het
papierformaat te wijzigen.
Faxopdracht
Internetfax
Status
Spool
Kopieren
Opdrachtwachtrij
(1)
Papier Op
1
Voltooid
1
Wachten
Wachten
(2)
Details
Prioriteit
Stop./Wis.
OK
Papier Op
Uitvoer:
Speciale
Functies:
OK
Handinvoer
Normaal papier
HET OPSPOREN VAN FOUTEN
Druk op de toets [OPDRACHT STATUS] op het
bedieningspaneel om het opdrachtstatusscherm weer te
geven.
(1) Selecteer de opdracht waarvan de status
[Papier Op] is.
(2) Druk op [Details].
Als u de opdracht wilt verwijderen, drukt u op de toets
[Stop./Wis.].
(3) Controleer het voor de opdracht
geselecteerde papierformaat in het
detailscherm en druk op de toets
[Papierformaat].
Selecteer het papierformaat waarop u de opdracht wilt
afdrukken uit de ingestelde papierformaten.
Om te voorkomen dat een stuk van de afbeelding wordt
afgesneden selecteert u een papierformaat dat groter is
dan het voor de opdracht opgegeven papierformaat.
8-8
Inhoudsopgave