DE PRINTERDRIVER CONFIGUREREN VOOR DE OPTIES DIE ZIJN
GEÏNSTALLEERD OP DE MACHINE
Nadat u de printerdriver hebt geïnstalleerd, moet u de printerdriverinstellingen configureren voor de opties die zijn
geïnstalleerd en het formaat en soort papier dat in de machine is geladen. Volg de onderstaande stappen om de
printerdriver te configureren.
Zie
"Wanneer de PPD-driver is
Wanneer de PCL-printerdriver of PS-printerdriver is geïnstalleerd
Klik op de knop [Start] (
• Klik in Windows XP/Server 2003 op de [Start]-knop en klik dan op [Printers en faxapparaten].
• Klik in Windows 2000 op de knop [Start], selecteer [Instellingen] en klik vervolgens op [Printers].
1
Als in Windows XP in het menu [start] de optie [Printers en faxapparaten] niet wordt weergegeven, klik dan op de knop
[start] gevolgd door [Configuratiescherm] en [Printers en andere hardware] en klik vervolgens op [Printers en
faxapparaten].
Open het instelvenster voor het apparaat.
2
(1) Klik met de rechtermuisknop op de printerdriver van de machine.
(2) Selecteer [Eigenschappen].
Klik op het tabblad [Configuratie].
3
4
Als de machine wordt gebruikt in een IPv6-netwerk, moet u de opties handmatig configureren. Dit wordt uitgelegd in
"Als de automatische configuratie
geïnstalleerd" (pagina 1-98) als de PPD-driver is geïnstalleerd.
) gevolgd door [Configuratiescherm] en [Printer].
mislukt" (pagina 1-97).
1-96
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
Klik op de knop [Automatische
configuratie].
De instellingen worden automatisch geconfigureerd op basis
van de gedetecteerde machinestatus.
Inhoudsopgave