7. Breng de wetpasta aan met de borstel met de lange
steel. Gebruik nooit een borstel met een korte steel.
1. Voorste wethendel
8. Als de messenkooien vast komen te zitten of
onregelmatig worden tijdens het wetten, verhoogt u
gasinstelling tot de messenkooi gestabiliseerd wordt.
9. Als u de maaidekken tijdens het wetten wilt afstellen,
schakelt u de messenkooien uit door op de achterkant
van de hefschakelaar te drukken; zet de schakelaar
van de vermogenaftakas UIT en zet de motor af. Na
de afstelling herhaalt u stappen tot en met 8.
10. Herhaal deze procedure bij alle maaidekken die u
wilt wetten.
11. Als u klaar bent met wetten, moet u de wethendels
in de Maaistand zetten, de motorkap laten zakken
en alle wetpasta van de maaidekken wassen. Stel
indien nodig het contact tussen de messenkooi en
de snijplaat af. Zet de toerentalregeling van de
messenkooien in de gewenste maaistand.
Belangrijk: Als de wetschakelaar na het wetten
niet in de UIT-stand worden gezet, zullen
de maaidekken niet omhoog komen of naar
behoren werken.
Opmerking: Aanvullende instructies en
procedures met betrekking tot wetten kunt u vinden
in de handleiding Slijpen van TORO-maaimachine
met messenkooien en roterende messen,
documentnr. 80-300SL.
Opmerking: Voor een betere snijrand moet u de
voorkant van de snijplaat bijvijlen als u klaar bent
Figuur 83
2. Achterste wethendel
met wetten. Hiermee verwijdert u bramen of ruwe
randen die kunnen zijn ontstaan op de snijrand.
58