5
Afstelling van de
gazoncompensatieveer
Geen onderdelen vereist
Procedure
De gazoncompensatieveer (Figuur 21) zorgt ervoor dat
het gewicht van de voorste naar de achterste rol wordt
verplaatst. (Dit voorkomt dat er een golfpatroon in de
grasmat ontstaat, ook wel bekend als 'bobbing'.)
Belangrijk: Stel de veer af als het maaidek is
gemonteerd aan de tractie-eenheid, recht naar
voren wijst en is neergelaten op de vloer van de
werkplaats.
1. Monteer de borgpen in de achterste opening in de
veerstang (Figuur 21).
Opmerking: Bij onderhoud van het maaidek
beweegt u de borgpen naar de opening van de
veerstang naast de gazoncompensatieveer.
Figuur 21
1. Gazoncompensatieveer
2. Borgpen
2. Draai de zeskantige moeren op het voorste uiteinde
van de veerstang vast totdat de lengte van de
samengedrukte veer 15,9 cm bedraagt (Figuur 21).
Opmerking: Als u werkt op oneffen terrein, moet
de veer 13 mm langer zijn. De machine zal het
grondoppervlak iets minder goed volgen.
Opmerking: De gazoncompensatie-instelling
dient opnieuw te worden ingesteld als de maaihoogte
of de agressiviteit van de maaistand gewijzigd wordt.
3. Veerstang
4. Zeskantige moeren
6
De kick-standaard van het
maaidek gebruiken
Benodigde onderdelen voor deze stap:
1
Kick-standaard van maaidek
Procedure
Als het maaidek moet worden gekanteld om bij de
snijplaat/messenkooi te kunnen komen, moet u de
achterkant van het maaidek ondersteunen met de
kick-standaard zodat de moeren op het achtereind van
de stelschroeven van de snijbalk niet op het werkvlak
rusten (Figuur 22).
1. Kick-standaard van maaidek
Bevestig de kick-standaard aan de kettingbeugel met de
borgpen (Figuur 23).
21
Figuur 22