Opmerking: De rode tekst op de overlay-sticker
heeft betrekking op de inputschakelaars en de
groene tekst op de outputs.
7. De LED 'inputs getoond' op de kolom rechtsonder
op de Diagnostische ACE moet oplichten. Als
de LED 'outputs getoond' oplicht, moet u de
tuimelschakelaar op de Diagnostische ACE
indrukken om de LED 'inputs getoond' te laten
oplichten.
De Diagnostische ACE zal de LED laten oplichten
die hoort bij de inputschakelaar die wordt gesloten.
8. Laat elke schakelaar afzonderlijk van de open naar
de gesloten stand gaan (d.w.z. neem plaats op de
stoel, trap het tractiepedaal in, enz.) en controleer
of de juiste LED op de Diagnostische ACE gaat
knipperen als de corresponderende schakelaar wordt
gesloten. Herhaal deze procedure bij elke schakelaar
die met de hand van de open in de gesloten stand
kan worden gezet.
9. Als de schakelaar wordt gesloten zonder dat
de bijbehorende LED gaat branden, moet u
alle kabels en aansluitingen naar de schakelaar
controleren en/of de schakelaar doormeten met een
weerstandsmeter. Vervang beschadigde schakelaars
en repareer kapotte kabels.
Opmerking: De Diagnostische ACE kan ook
ontdekken welke solenoïdes of relais van de outputs
zijn ingeschakeld. Dit is een snelle manier om vast
stellen of het om een storing in het elektrische of het
hydraulische systeem van de machine gaat.
Controle van de outputfunctie
1. Plaats de machine op een horizontaal vlak, laat
de maaidekken neer, zet de motor af en stel de
parkeerrem in werking.
2. Verwijder het toegangspaneel dat zich onder de
stoel bevindt.
3. Ga naar de kabelboom en de kabelstekkers bij het
besturingssysteem.
4. Trek de kringloopstekker voorzichtig uit de stekker
van de kabelboom.
5. Bevestig de stekker van de Diagnostische ACE aan
de stekker van de kabelboom.
Opmerking: Controleer of de juiste
overlay-sticker op de Diagnostische ACE is
geplaatst.
6. Draai het contactsleuteltje op AAN, maar start de
motor niet.
Opmerking: De rode tekst op de overlay-sticker
heeft betrekking op de inputschakelaars en de
groene tekst op de outputs.
7. De LED 'outputs getoond' op de kolom rechtsonder
op de Diagnostische ACE moet oplichten. Als
de LED 'inputs getoond' oplicht, moet u de
tuimelschakelaar op de Diagnostische ACE
indrukken om de LED 'outputs getoond' te laten
oplichten.
Opmerking: Het kan noodzakelijk zijn de LEDs
'inputs getoond' en 'outputs getoond' enige malen
beurtelings te laten oplichten om de volgende stap
uit te voeren. Om de LED's beurtelings te laten
oplichten, drukt u de tuimelschakelaar nog een keer
in. Dit kunt u zo vaak doen als nodig is. Houd de
knop niet ingedrukt.
8. Neem plaats op de stoel en probeer de gewenste
functie van de machine. Als de juiste output-LED
gaan branden, duidt dit erop dat de ECM die functie
inschakelt.
Opmerking: Als de juiste output-LEDs niet
branden,moet u controleren of de vereiste
inputschakelaars in de stand zijn gezet die nodig is om
deze functie in te schakelen. Controleer of de schakelaar
correct functioneert.
Als de output-LEDs branden zoals is gespecificeerd,
maar de machine niet naar behoren werkt, duidt dit op
een defect dat niet van elektrische aard is. Indien nodig
repareren.
Opmerking: Als een outputschakelaar in de juiste
stand staat en naar behoren functioneert, maar de
output-LED's niet correct branden, duidt dit op een
probleem in de ECM. In dit geval dient u contact op te
nemen met uw Toro dealer voor hulp.
Belangrijk: Het display van de Diagnostische
ACE mag niet aangesloten blijven op de
machine. Het display is niet bestand tegen de
omstandigheden waarin de machine elke dag
wordt gebruikt. Als u de Diagnostische ACE niet
meer nodig heeft, moet u deze losmaken van de
machine en de kringloopstekker weer bevestigen
aan de stekker van de kabelboom. De machine
zal niet werken als de kringloopstekker niet op de
kabelboom zit. Bewaar de Diagnostische ACE op
een droge veilige plek in de werkplaats, niet op de
machine.
Gebruikseigenschappen
Oefen u in het rijden met de machine, omdat deze
machine een hydrostatische transmissie heeft en de
37