tractiepedaal uit de neutraalstand. De motor moet
afslaan. Als de motor niet afslaat, is er een defect in
het interlocksysteem dat moet worden verholpen
voordat u de machine gaat gebruiken.
Toerental van de
messenkooien instellen
Om ervoor te zorgen dat de maaikwaliteit constant
en van hoog niveau blijft en het gazon na het maaien
een gelijkmatig uiterlijk krijgt, is het belangrijk dat de
1. Maaidek met 5 messen
2. Maaidek met 8 messen
Om het toerental in te stellen, draait u aan de
knoppen (Figuur 40) tot de wijzer de gewenste
instelling aangeeft.
Opmerking: Het toerental van de messenkooien
kan worden verhoogd of verlaagd om veranderingen
in de gazonomstandigheden te compenseren.
Figuur 39
3. Maaidek met 11 messen
4. Maaien en wetten
33
toerentalregeling van de messenkooien (die zich onder
de bestuurdersstoel bevindt) juist is afgesteld. U stelt
het toerental als volgt in:
1. Selecteer de maaihoogte waarop de maaidekken zijn
ingesteld.
2. Kies de rijsnelheid die het meest geschikt is voor
de maaiomstandigheden.
3. Bepaal aan de hand van de gepaste grafiek op de
sticker (Figuur 39) de juiste toerentalinstelling van
de messenkooi.
5. Lees de Gebruikershandleiding.
6. Toerental van de machine
Figuur 40
1. Knop voor de toerentalregeling van de messenkooien