WERKING
Buitenlucht
Houd de luchtinlaten voor de voorruit vrij
van belemmeringen (sneeuw, bladeren,
enz.) zodat de airconditioning effectief kan
werken.
Gerecirculeerde lucht
LET OP
Wanneer de luchtrecirculatiestand
langdurig wordt ingeschakeld, kunnen
de ruiten beslaan. Wanneer de ruiten
beslaan, stel dan de standen in om de
voorruit te ontdooien en te ontwasemen.
De lucht die zich in het
passagierscompartiment bevindt, wordt
gerecirculeerd. Er stroomt geen buitenlucht
de auto in.
Verwarming
De verwarmingscapaciteit is afhankelijk
van de koelvloeistoftemperatuur.
Airconditioning
N.B.: De airconditioning werkt alleen
wanneer de temperatuur hoger is dan 4 ºC.
N.B.: Wanneer de airconditioning is
ingeschakeld, is het brandstofverbruik hoger.
De lucht wordt door de warmtewisselaar
geleid, waar deze wordt gekoeld. Om de
ruiten wasemvrij te houden wordt vocht
aan de lucht onttrokken. Het condens
wordt naar buiten afgevoerd en daarom is
het normaal dat zich een klein plasje water
onder de auto vormt.
Pollenfilter
LET OP
Schakel de aanjager uit wanneer u een
automatische wasstraat binnengaat.
TourneoConnect/TransitConnect (TC7) Vehicles Built From: 24-05-2011, Vehicles Built Up To: 31-12-2013
Klimaatregeling
Het pollenfilter verwijdert de meeste
potentieel schadelijke stoffen als pollen,
industriële luchtverontreiniging en
straatvuil uit de lucht voordat deze het
interieur binnenstroomt.
VENTILATIEROOSTERS
VERWARMDE RUITEN EN
SPIEGELS
Ruitverwarming
Schakel de ruitverwarming in om de voor-
of achterruit te ontdooien of ontwasemen.
N.B.: De voorruitverwarming werkt alleen
bij een draaiende motor.
Voorruitverwarming
Achterruitverwarming
De controlelamp in de schakelaar brandt
wanneer het systeem is ingeschakeld.
Druk nogmaals op de schakelaar om het
systeem uit te schakelen. Na korte tijd
schakelt het systeem automatisch uit.
68