STARTEN VIA STARTHULP
LET OP
Verbind alleen accu's met dezelfde
nominale spanning met elkaar.
Gebruik altijd hulpstartkabels met
geïsoleerde klemmen en een
voldoende dikke kern.
Koppel de ontladen accu niet los van
de elektrische installatie van de auto.
Hulpstartkabels aansluiten
A
Auto met de lege accu
B
Auto met de hulpaccu
1
Positieve hulpstartkabel
2
Negatieve hulpstartkabel
1.
Plaats de auto's zodanig dat ze elkaar
niet raken.
2. Zet het contact van beide auto's af en
schakel alle stroomverbruikers uit.
3. Verbind de pluspool (+) van auto A
met de pluspool (+) van auto B (kabel
1).
TourneoConnect/TransitConnect (TC7) Vehicles Built From: 24-05-2011, Vehicles Built Up To: 31-12-2013
Accu van de auto
4. Verbind de min (-) pool van auto B met
Motor starten
1.
2. Start de motor van auto A.
3. Laat beide motoren minimaal drie
de gloeilampen doorbranden.
Koppel de kabels in omgekeerde volgorde
los.
123
het motorblok of de motorsteun van
auto A (kabel 2).
LET OP
Sluit de kabel niet aan op de
minpool ( ) van de ontladen accu.
Zorg ervoor dat de kabels niet met
draaiende onderdelen in aanraking
kunnen komen.
Start de motor van auto B en laat deze
met een matig hoog toerental draaien.
minuten draaien alvorens de kabels los
te koppelen.
LET OP
Schakel de koplampen tijdens het
loskoppelen van de hulpstartkabels
niet in. Door de spanningspiek kunnen