AUTOMATISCHE
VOLUMEREGELING
Met deze functie regelt u het
geluidsvolume ter compensatie van
motorgeluiden en bandengeruis.
1.
Druk enkele malen op de MENU toets
totdat AVC in het display wordt
weergegeven.
2. Gebruik de toets voor opwaarts zoeken
of neerwaarts zoeken om de instelling
aan te passen.
3. Druk enkele malen op de MENU toets
of laat het systeem de functie afbreken
om uw selectie te bevestigen.
REDUCTIE
GELUIDSVERVORMING (CLIP)
Deze functie detecteert automatisch
geluidsvervormingen en verlaagt het
geluidsvolume totdat de vervorming is
verdwenen. Dit betekent dat wanneer u
het volume handmatig verhoogt de waarde
in het display toeneemt, maar het geluid
mogelijk niet toeneemt.
1.
Druk op de MENU toets en houd deze
ingedrukt totdat het display verandert.
2. Druk enkele malen op de MENU toets
totdat CLIP in het display wordt
weergegeven.
3. Gebruik de toets voor opwaarts zoeken
of neerwaarts zoeken om de functie in-
of uit te schakelen.
4. Druk enkele malen op de MENU toets
of laat het systeem de functie afbreken
om uw selectie te bevestigen.
TourneoConnect/TransitConnect (TC7) Vehicles Built From: 24-05-2011, Vehicles Built Up To: 31-12-2013
Menu's audio-installatie
149
ALTERNATIEVE FREQUENTIES
Veel programma's die op de FM golfband
uitzenden, hebben een PI
(programma-identificatie) code, die door
het audiotoestel kan worden herkend.
Wanneer bij uw radio AF (alternatieve
frequenties) is ingeschakeld en u rijdt van
het ene naar het andere ontvangstgebied,
dan zoekt deze functie naar een krachtiger
stationssignaal en stemt daarop af zodra
het is gevonden.
Onder bepaalde omstandigheden kan door
het afstemmen op alternatieve frequenties
(AF) de normale ontvangst tijdelijk worden
onderbroken.
Het toestel evalueert continu de
signaalsterkte en, indien een beter signaal
beschikbaar komt, schakelt het toestel
over naar dat alternatief. De
geluidsweergave wordt onderbroken terwijl
het toestel de lijst met alternatieve
frequenties controleert en, zo nodig, de
gekozen golfband eenmaal afzoekt naar
een alternatieve frequentie.
Wanneer een radiostation wordt gevonden,
wordt de geluidsweergave hervat; wanneer
geen radiostation wordt gevonden, keert
het toestel automatisch terug naar de
oorspronkelijke frequentie. Op bepaalde
toestellen wordt NOT FOUND in het
display weergegeven.
Wanneer AF-MAN is gekozen, werkt het
toestel op dezelfde wijze als bij AF-AUTO
of AF-ON, maar er wordt dan alleen naar
alternatieve frequenties gezocht wanneer
op een voorkeuzetoets wordt gedrukt.
Wanneer AF-OFF is gekozen, blijft het
toestel op de oorspronkelijk gekozen
frequentie afgestemd. In deze modus
wordt AF-OFF telkens wanneer het toestel
wordt ingeschakeld, weergegeven.