Inhoudsopgave
Advertenties
Controlelamp airbag
Wanneer deze lamp tijdens het
rijden brandt, duidt dit op een
storing. Laat het systeem
onmiddellijk door een goed opgeleide
monteur controleren.
Controlelampen remsysteem
Lamp remsysteem
De lamp gaat branden wanneer
de parkeerrem wordt
ingeschakeld. Wanneer de
controlelamp van het remsysteem tijdens
het rijden gaat branden, duidt dit op een
storing in één van beide remcircuits. Laat
het systeem zo snel mogelijk door een
goed opgeleide monteur controleren.
Controlelamp ABS
Wanneer deze lamp tijdens het
rijden brandt, duidt dit op een
storing. Laat het systeem
onmiddellijk door een goed opgeleide
monteur controleren. De remmen blijven
normaal werken (zonder ABS) maar laat
deze storing zo spoedig mogelijk
controleren.
WAARSCHUWING
Laat dit onmiddellijk door een goed
opgeleide monteur controleren.
Als beide lampen tegelijkertijd branden,
stop uw auto dan zodra het veilig is
zonder abrupt op het rempedaal te
drukken. Laat deze storing controleren
voordat u uw reis hervat.
Instrumenten
Waarschuwingslamp
koelvloeistoftemperatuur
Hervat uw reis niet wanneer de
waarschuwingslamp gaat branden
terwijl het peil correct is. Laat het
systeem onmiddellijk door een goed
opgeleide monteur controleren.
storing. Breng de auto tot stilstand zodra
dit veilig kan en zet de motor af.
Controleer het koelvloeistofpeil. Zie
Motorkoelvloeistof controleren
(bladzijde 131).
Controlelamp automatische
snelheidsregeling
E71340
Richtingaanwijzer
knipperfrequentie duidt op een defecte
gloeilamp. Zie Gloeilampen
vervangen (bladzijde 51).
Controlelamp niet goed
gesloten portieren
een portier, de motorkap of de
bagageruimte niet goed is gesloten.
62
LET OP
Wanneer de lamp na het starten
blijft branden of oplicht tijdens
het rijden, dan duidt dit op een
De lamp gaat branden wanneer
het systeem wordt gebruikt.
Knippert bij ingeschakelde
richtingaanwijzers. Een
plotselinge toename van de
Deze lamp gaat branden
wanneer het contact wordt
aangezet en blijft branden als
Advertenties
Inhoudsopgave
