Ruitenwissers en ruitensproeiers
VOORRUITSPROEIERS
AFSTELLEN
E73425
De ruitensproeiers kunnen worden
afgesteld door een speld in de
kogelvormige sproeierkoppen te steken
en de sproeiers in de gewenste stand te
draaien.
RUITENWISSERBLADEN
CONTROLEREN
E66644
Controleer met uw vingertoppen de
rubber randen van de ruitenwisserbladen
op oneffenheden.
Reinig de ruitenwisserbladen met een in
water gedrenkte, zachte spons.
RUITENWISSERBLADEN
VERVANGEN
Voorruitwisserbladen
1
E72899
1. Druk de lip in.
2. Verwijder het ruitenwisserblad.
N.B.: Zorg ervoor dat het
ruitenwisserblad goed op zijn plaats komt
te zitten.
3. Breng de eerder verwijderde
onderdelen in omgekeerde volgorde
aan.
Achterruitwisserblad
1. Til de ruitenwisserarm op.
3
E86456
46
2
4
2