Installatie
3.5 Condensafvoer
De condensafvoer bevindt zich aan de onderzijde van het toe-
stel. De los meegeleverde toestel sifon moet aangesloten wor-
den op de condensaansluiting van het toestel (Ø 15 mm rVs
buisje).
op de met het toestel meegeleverde sifon kan een kunststof
leiding van Ø 40 mm worden aangesloten. het (niet meegele-
verde) condensafvoersysteem moet worden uitgevoerd in Ø32
of groter en moet onder afschot worden aangesloten op het
riool. De maximale horizontale leidinglengte voor condensaf-
voer-systeem bedraagt 5 meter.
het lozen op een dakgoot is niet toegestaan vanwege het be-
vriezingsgevaar. om condenswaterafvoer te waarborgen dient
de condensafvoer onderbroken te zijn en zijn voorzien van een
extra stankafsluiter of sifon alvorens op het riool uit te mon-
den.
ø 32 mm
ø 40 mm
toestel-
sifon
Open verbinding > 2 cm
volgens de geldende voorschriften
Toestel met uitblaasrooster naar voren
naar
riool
aansluiten condensafvoer
ø 40 mm
naar
riool
Flair-serie Excellent 1e druk februari 2007
belangrijk! De condensafvoer mag nooit worden afgedicht. Dit
betekend dat condensafvoerleiding niet mag bevriezen want
dit heeft ook afdichting tot gevolg.
wanneer de condensafvoer is geplaatst moet de toestel sifon
en de stankafsluiter worden gevuld met water eter voorkoming
dat er verbrandingsgassen de ruimte in stromen.
omdat het toestel ook in een nadere stand gemonteerd kan
worden, moet in het toestel de condensafvoer worden aange-
past aan de stand van het toestel.
standaard is het toestel met de condensafvoer naar achteren
toe uitgevoerd; is het toestel naar voren toe gekanteld dan
moet de condensafvoer naar voren toe gebracht worden.
schroef het afdekplaatje tbv condensafvoer aan de voorzijde
los en verplaats de condensafvoer van achter naar voren toe.
standaard
positie con-
densafvoer
Gewijzigde
positie con-
densafvoer
ø 32 mm
toestel-
sifon
Open verbinding > 2 cm
volgens de geldende voorschriften
Toestel met uitblaasrooster naar onder
Hoofdstuk 3
5733-0
7