Toepassing
1.1 Algemeen
De Flair iGhr-luchtverwarmer type excellent maakt gebruik
van een geavanceerde regeling om zorg te dragen voor een
behaaglijke ruimtetemperatuur en een goede luchtverdeling.
De werking is dan ook anders dan de op een conventionele
(gas)inspuiter en venturi gebaseerde toestellen.
het is daarom belangrijk dat de installatie en het onderhoud
van dit toestel worden uitgevoerd door gekwalificeerde perso-
nen en volgens deze installatievoorschriften.
Deze luchtverwarmer is condenserend. De condenswateraf-
voer moet altijd worden aangesloten en mag ook nooit worden
geblokkeerd!
Controleer vóór het uitpakken of het toestel overeenkomt met
de bestelling én of het geschikt is voor de plaatselijk aanwezige
voorzieningen (gassoort, gasdruk, elektrische voorzieningen
etc.) het toestel moet ook voldoen aan alle geldende plaatse-
lijke en landelijke voorschriften.
1.2 Gebruikrestricties
Belangrijk!
De installatie en het onderhoud van dit toe-
stel moet worden uitgevoerd door gekwalifi-
ceerde personen en volgens deze installatie-
voorschriften
bij plaatsing als C-toestel in zgn. brandgevaarlijke ruimtes van
een garage, moet de opstelling voldoen aan nen 2078, de in-
dustriële GaVo.
Dit betekent dat de onderzijde van het toestel hoger dan 1,7m van
de vloer geplaatst moet worden (warmtewisselaar > 450°C).
Deze opstellingsruimte moet groter zijn dan 1.000 m³ en een
minimale vrije hoogte van 2,1 m hebben, verder is een ventila-
tie/infiltratie debiet van min. 600 m³/h vereist. Is een en ander
niet het geval, dan dient eventueel een gasdetector geplaatst
te worden, goedgekeurd conform nen-en-ieC 61779. Zie
Flair-serie Excellent 1e druk februari 2007
Controleer vooraf of het toestel eenmaal geplaatst, geen ge-
vaar of schade kan opleveren i.v.m. bijvoorbeeld vocht, stof,
ontvlambare of corrosieve gassen of dampen en/of brandbare
materialen.
het toestel is voor het verlaten van de fabriek volledig getest
op een veilige en juiste werking. Daarbij is het afgeregeld op
de gassoort die op het typeplaatje, welke binnen in het toe-
stel is geplaatst, vermeld staat. Voor gebruik met een andere
gassoort is het toestel niet direct geschikt. neem in dat geval
absoluut contact op met uw leverancier.
Dit installatievoorschrift is vooral bedoeld voor de gas- en elek-
trotechnisch installateur. Voorts geeft het aanwijzingen voor de
gebruiker en voor het onderhoud van de luchtverwarmer.
Voor een veilige en doelmatige toepassing van deze hr-lucht-
verwarmer is het strikt noodzakelijk deze handleiding juist toe
te passen.
nen 2078, hoofdstuk 8.5.1 en de nPr 3378-23
Het toestel is geschikt voor droge, niet stoffige omgeving (be-
schermingsklasse iP 20). het toestel niet gebruiken in een om-
geving met corrosieve of chemisch agressieve gassen of dam-
pen. Dit geldt ook voor de (opentherm) ruimtethermostaat.
Zorg voor vrije aanzuig én uitblaasmogelijkheid, b.v. binnen
5 m vanaf de voorkant van het toestel mogen zich absoluut
geen materialen (kunnen) bevinden.
sluit de luchtverwarmer inclusief de condensafvoer aan vol-
gens de plaatselijke eisen.
het gebruik en/ of installatie van toestellen niet volgens dit in-
stallatievoorschrift kan annulering van de garantie inhouden.
Hoofdstuk 1
1