Hoofdstuk 7
7.1 Algemeen
het toestel moet regelmatig (min. 1x / 2x per jaar) door een
erkend installateur, die vertrouwd is met het toestel, worden
nagekeken en eventueel schoongemaakt.
7.2 Onderhoudswerkzaamheden
Algemene inspectie
• Controleer de algehele toestand van de installatie. inspec-
teer het toestel, de ruimtethermostaat, de bedrading en gas-
leiding.
• Controleer het Co
en Co percentage van de rookgassen
2
in de max. en min. stand van het toestel met behulp van het
serviceprogramma (10 seconde reset/service toets indruk-
ken laagstand branden; nogmaals 1x kort indrukken de
hoogstand brand). afwijkingen groter dan 0,5% deze dan
corrigeren, zie par. 5.6 afstellen beveiligingsafsluiter.
Inspectie toestel
Voordat met de inspectie begonnen wordt, eerst de spanning
van het toestel uitschakelen met de werkschakelaar.
• Bouw de brander compleet met flens en pre-mix ventilator
7.3 Ontsteekpen
Voor de correcte ontsteking van de brander is het belangrijk dat
de ontsteekelectrode correct is afgesteld:
•
De afstand tussen de electrode en de brander moet
5.0 ±0,5 mm zijn
•
De onderlinge afstand tussen de twee pennen moet
3.6 ±0,4 mm zijn
7.4 Reserve onderdelen
Benaming
brander metaalplaat aardgas
ontsteek/ ionisatie elektrode + ontsteekkabel + dop
Premix ventilator
beveiligingsafsluiter
besturingsprint
systeemventilator
ntC kabelsensorset (maximaalvoeler op wisselaar + luchtvoeler boven op toestel
Pakkingset (pakking inlaat wisselaar (2x); pakking uitlaat wisselaar (2x); pakking premix ventilator;
pakking ontsteekpen; pakking kijkglas)
brander isolatie + houder
16
Flair-serie Excellent 1 druk februari 2007
Dit geldt des te meer naarmate de bedrijfsomstandigheden
zwaarder zijn, te weten: stof, vocht, hoog aantal schakelingen
etc.
uit, door de 8 inbusbouten los te nemen.
• Controleer de warmtewisselaar van binnen op vervuiling of
beschadigingen.
• Controleer de brander op beschadigingen en maak eventu-
eel de ontsteekelektrode schoon met een fijn schuurpapier .
let oP: elektrode niet verbuigen!
• Controleer de luchttoevoer en de luchtafvoer.
• eventueel met een stofzuiger het inwendige van het toestel
reinigen.
• als de warmtewisselaar van buiten ook sterk vervuild is, dit
reinigen met een zachte borstel. Gebruik nooit een staalbor-
stel.
• Maak het ventilatorrooster schoon met een stofzuiger en
een borstel.
• bouw de brander weer in. (gebruik nieuwe pakkingen)
Controleer het toestel op juiste werking.
Onderhoud
5640-0
IGHR-30
531570
531578
531580
531582
531583
531592
531587
531593
531589