Toepassing Hoofdstuk 1 1.1 Algemeen De Flair luchtverwarmer maakt gebruik van een geavanceerde Het toestel is voor het verlaten van de fabriek volledig getest regeling om zorg te dragen voor een behaaglijke ruimtetempe- op een veilige en juiste werking. Daarbij is het afgeregeld op ratuur en een goede luchtverdeling.
Hoofdstuk 3 Installatie 3.1 Plaatsing toestel • Controleer of de ondersteuningsconstructie stevig genoeg • Voor de bevestiging is het toestel aan de boven- en onder- zijde voorzien van 2 stuks M12 draadbussen. Zie ook de afmeting tekening, paragraaf 2.2 t/m 2.4. •...
(zie aansluitschema welke 1 tot 8 luchtver- paragraaf 8.2). Het aardscherm van de warmers kan aanstu- kabel uitsluitend in de luchtverwarmer aan ren (Brink artikelcode aarde leggen. 005301) 5697-0 Bij het plaatsen en aansluiten van de ruimtethermostaat moet...
Hoofdstuk 3 Installatie 3.4 Luchttoevoer/ verbrandingsgasafvoer De installatie van de luchttoevoer en verbrandingsgasafvoer Condens in het afvoersysteem moet voldoen aan NEN 1078 en /of NEN 2078. Tijdens het opwarmen van het toestel kan condens ontstaan in de afvoerpijp van de installatie. Alleen de meegeleverde gecombineerde muur- of dakdoorvoer Dit condens zal weer verdampen als het toestel langere tijd in mag worden gebruikt.
Werking toestel Hoofdstuk 4 4.1 Algemeen Het toestel kan zowel verwarmen als ventileren. Door gebruik Als de gewenste ruimtetemperatuur dan nog niet wordt bereikt, te maken van een temperatuursensor boven op het toestel en zal het toestel gaan bij verwarmen. Door de modulerende bran- die in de ruimtethermostaat kan het temperatuursverschil tus- der wordt precies de juiste hoeveelheid warmte toegevoerd sen onder en boven bepaald worden.
Hoofdstuk 4 Werking toestel 4.4 Zomerventilatie Het is mogelijk met het toestel de lucht in de ruimte onafhanke- Zie hiervoor de gebruiksaanwijzing van de Ruimtethermostaat lijk van de warmtevraag/-levering te laten circuleren m.b.v. de Multi Therm C of S. ruimtethermostaten MultiTherm C of S, de zogenaamde zomer- Wanneer de zomerventilatie is ingeschakeld op de besturings- ventilatie.
Pagina 12
Werking toestel Hoofdstuk 4 Besturingsprint gemonteerd in luchtverwarmer (zichtbaar na openen zijdeksel) E2182-0 Voedingsconnector 230V Aansluitconnector systeemventilator & beveiligingsafsluiter Aansluitconnector ruimtethermostaat, status LED’s groen/rood - groen warmtevraag - rood toestel is in storing Aarde branderunit Niet gebruikt Aansluiting brander ventilator J12 Aansluiting temperatuur sensoren J15 Niet van toepassing F1 &...
Hoofdstuk 5 In bedrijf stellen 5.1 Algemeen Elk toestel wordt vóór verpakking volledig op veiligheid en open de deur om het eerste opstarten te kunnen waarnemen goede werking getest en daarbij o.a. afgesteld op de juiste en zo met de werking van het toestel vertrouwd te raken. verbrandingswaarden.
In bedrijf stellen Hoofdstuk 5 5.5 Display in het toestel Status uitlezing van het display in het toestel: Stand-by Bedrijfs gereed Systeem voert interne checks uit en begint 30 seconden voor te spoelen bij Voorspoelen voldoende luchttransport De ontsteker vonkt 5 seconden en de beveiligingsafsluiter gaat open. Bin- Ontsteken nen 5 seconden moet er vlamdetectie zijn.
Hoofdstuk 6 Storing 6.1 Algemeen • Controleer altijd de diverse zekeringen en ook de diverse ringen met storingscodes weergegeven op het display van de bedradingen en stekkers in het toestel op eventuele losse print en de ruimtethermostaat (Druk op toets “i” van de ruimte- contacten.
Storing Hoofdstuk 6 6.3 Storingsoorzaken Omschrijving Oplossing/ oorzaak Oorzaak 1 Gedurende 5 seconden wel vlam, • De vlam wordt niet gedetecteerd. Controleer dan de ionisatie electrode daarna valt de vlam weg c.q. kabels. • Slechte aarding van het toestel waardoor er geen ionisatie gemeten kan worden.
Hoofdstuk 7 Onderhoud 7.1 Algemeen Het toestel moet regelmatig (min. 1x / 2x per jaar) door een Dit geldt des te meer naarmate de bedrijfsomstandigheden erkend installateur, die vertrouwd is met het toestel, worden zwaarder zijn, te weten: stof, vocht, hoog aantal schakelingen nagekeken en eventueel schoongemaakt.
Elektrische schema’s Hoofdstuk 8 8.1 Aansluiting ruimtethermostaat • Luchtverwarmer aansluiten op 230Vac • Ruimtethermostaat aansluiten op klemmen volgens teke- ning. (klem 4 en 5) • Op de print moeten de volgende schakelaars worden om- gezet. De microschakelaar S2 dient 1 ingesteld te staan op ON en de busvoeding S3 op 1 te zijn ingesteld.
Hoofdstuk 8 Elektrische schema’s 8.3 Aansluiten Aan/uit ruimtethermostaat Het toestel kan eveneens door een standaard Aan/uit ruimte- • De Aan/uit ruimtethermostaat wordt eveneens aangesloten thermostaat worden aangestuurd. op de aansluitklemmen 4 en 5. Het toestel zal alleen op de hoogstand aan/uit gaan branden •...
89/392/EG, de laagspanningrichtlijn 73/23/EG, de stoffenrichtlijn ROHS 2002/95/EG en de EMC-richtlijn 89/336/EG. Brink Climate Systems B.V. staat er garant voor dat de luchtverwarmers Flair-serie Comfort worden vervaardigd uit hoogwaardige materialen en dat deze door de voortdurende kwaliteitscontrole aan de bovengenoemde richtlijnen voldoen.
Pagina 23
Brink Climate Systems B.V. R.D. Bügelstraat 3 7951 DA Staphorst Postbus 24 7950 AA Staphorst Telefoon (0522) 46 99 44 Fax (0522) 46 94 00 info@brinkclimatesystems.nl www.brinkclimatesystems.nl...