Werking toestel
4.4 Zomerventilatie
het is mogelijk met het toestel de lucht in de ruimte onafhanke-
lijk van de warmtevraag/-levering te laten circuleren m.b.v. de
ruimtethermostaten Multitherm C of s, de zogenaamde zomer-
ventilatie. indien gewenst kan de systeemventilator de lucht in
de ruimte extra laten circuleren op drie ventilatorniveaus 1, 2 of
3. standaard staat de zomerventilatie ingesteld op stand "uit".
4.5 Temperatuurbeveiligingen
De temperatuurbeveiliging is uit gevoerd met een dubbele tem-
peratuursensor (ntC) op de warmtewisselaar van het toestel.
als de warmtewisselaar temperatuur te hoog wordt, dan zal in
1e instantie de systeemventilator harder gaan draaien en in
2e instantie zal de brander op het minimum vermogen van het
toestel gaan branden.
als de temperatuur toch nog blijft stijgen dan wordt het toestel
uitgeschakeld en zal pas weer inschakelen als de warmtewis-
selaar voldoende is afgekoeld.
Display print: Knipperend e/1
4.6 Beschrijving besturingsprint
Besturingsprint:
De centrale besturingsprint in de luchtverwarmer bestuurt alle
functies in het toestel en communiceert met de ruimtethermos-
taat.
De volgende functies zijn opgenomen in de besturingsprint:
•
tweedraads argus-link communicatiesysteem t.b.v. de
ruimtethermostaat
•
geavanceerde modulerende hoog/laag regeling van de
brander
•
vonkontsteking voor het ontsteken van de brander
•
vlambewaking op basis van ionisatie
Flair-serie Excellent 1e druk februari 2007
Zie hiervoor de gebruiksaanwijzing van de ruimtethermostaat
Multi therm C of s.
wanneer de zomerventilatie is ingeschakeld op de besturings-
print de displaycode "F" te zien; indien een ruimtethermostaat
Multitherm s of C is geplaatst wordt dit ook hier op display
weergegeven
als het toestel veel te heet wordt, bijv. als de systeemventilator
defect is dan valt het toestel in storing en de regeling wordt
vergrendeld.
Display print: knipperend a/2 en display ruimtethermostaat:
storing 2.
het toestel moet na het oplossen van de storing met de hand
te worden gereset met de reset knop op de besturingsprint van
het toestel of m.b.v. de ruimtethermostaat (zie gebruikshandlei-
ding ruimtethermostaat)
•
aansturing beveiligingsafsluiter
•
traploze toerentalaansturing van de systeemventilator
•
temperatuurbewaking van de warmtewisselaar (2x) en de
omgeving van het toestel (ntC sensoren)
•
leD aansturing status toestel:
- warmtevraag (groen)
- storing (rood)
•
status uitlezing middels een 8 segment display op de
print
•
drukknop t.b.v. de reset en service-mode functie
•
toestelherkenningssysteem
Hoofdstuk 4