8 Configuratie
Indien...
Eén
aanvoerwatertemperatuurzone
Twee
aanvoerwatertemperatuurzones
[C‑07]=0: regeling via de aanvoerwatertemperatuur
Indien de regeling via de aanvoerwatertemperatuur gebeurt, wordt
Vorstbescherming kamer NIET gegarandeerd. Bovendien, als [2‑06]
op "1" staat, is een beperkte vorstbescherming door de unit mogelijk:
Uitgebreide handleiding voor de installateur
68
...dan geldt het volgende:
▪ Wanneer de startpagina van
de
aanvoerwatertemperatuur
UIT
is
en
de
buitenomgevingstemperatuur
onder 4°C valt, zal de unit
aanvoerwater
naar
de
warmteafgevers sturen om de
kamer opnieuw op te warmen
en
het
instelpunt
van
de
aanvoerwatertemperatuur zal
lager worden gezet.
▪ Wanneer de startpagina van
de
aanvoerwatertemperatuur
AAN
is,
de
externe
kamerthermostaat
"Thermo
UIT"
is
en
de
buitenomgevingstemperatuur
onder 4°C valt, zal de unit
aanvoerwater
naar
de
warmteafgevers sturen om de
kamer opnieuw op te warmen
en
het
instelpunt
van
de
aanvoerwatertemperatuur zal
lager worden gezet.
▪ Wanneer de startpagina van
de
aanvoerwatertemperatuur
AAN
is
en
de
externe
kamerthermostaat
"Thermo
AAN"
is,
wordt
Vorstbescherming
kamer
gegarandeerd
door
de
normale logica.
▪ Wanneer de startpagina van
de
aanvoerwatertemperatuur
UIT
is,
en
de
buitenomgevingstemperatuur
onder 4°C valt, zal de unit
aanvoerwater
naar
de
warmteafgevers sturen om de
kamer opnieuw op te warmen
en
het
instelpunt
van
de
aanvoerwatertemperatuur zal
lager worden gezet.
▪ Wanneer de startpagina van
de
aanvoerwatertemperatuur
AAN
is,
de
bedrijfsmodus
"verwarming"
is
en
de
buitenomgevingstemperatuur
onder 4°C valt, zal de unit
aanvoerwater
naar
de
warmteafgevers sturen om de
kamer opnieuw op te warmen
en
het
instelpunt
van
de
aanvoerwatertemperatuur zal
lager worden gezet.
▪ Het selecteren van "koeling" of
"verwarming" gebeurt via de
gebruikersinterface. Wanneer
de
startpagina
van
de
aanvoerwatertemperatuur
AAN is en de bedrijfsmodus is
"koeling", dan is er geen
bescherming.
▪ Wanneer de startpagina van de aanvoerwatertemperatuur UIT is
en de buitenomgevingstemperatuur onder 4°C valt, zal de unit
aanvoerwater naar de warmteafgevers sturen om de kamer
opnieuw
op
te
warmen
aanvoerwatertemperatuur zal lager worden gezet.
▪ Wanneer de startpagina van de aanvoerwatertemperatuur AAN is
en de bedrijfsmodus "verwarming" is, zal de unit aanvoerwater
naar de warmteafgevers sturen om de kamer opnieuw op te
warmen volgens de normale logica.
▪ Wanneer de startpagina van de aanvoerwatertemperatuur AAN is
en de bedrijfsmodus is "koeling", dan is er geen bescherming.
Afsluiter
De
afsluiter
bevindt
aanvoerwatertemperatuurzone en is aangesloten op de uitgang van
de verwarming/koeling.
OPMERKING
De
uitgang
van
de
geconfigureerd. Wijzig de waarde van instelling [F‑0B]
NIET. Sluit alleen NO (normaal open) afsluiters aan.
Bereik
De bediening van de unit in ruimteverwarming of ruimtekoeling wordt
verboden naargelang de gemiddelde buitentemperatuur.
UIT-tmp verwrm kamer: Wanneer de gemiddelde buitentemperatuur
hoger wordt dan deze waarde, wordt de ruimteverwarming UIT-
gezet om oververwarming te vermijden.
#
Code
[A.3.3.1]
[4-02]
14°C~35°C (standaard: 35°C)
De zelfde instelling wordt ook gebruikt in
de automatische omschakeling
verwarming/koeling.
AAN-tmp
kamerkoeling:
ALLEEN
EBLQ011+014+016CAV3 en EBLQ011+014+016CAW1. Wanneer
de gemiddelde buitentemperatuur onder deze waarde valt, wordt de
ruimtekoeling UITgezet.
#
Code
[A.3.3.2]
[F-01]
10°C~35°C (standaard: 20°C)
De zelfde instelling wordt ook gebruikt in
de automatische omschakeling
verwarming/koeling.
De automatische omschakeling tussen verwarming en koeling
ALLEEN
van
toepassing
voor
EBLQ011+014+016CAW1. De eindgebruiker stelt de gewenste
bedrijfsmodus in op de gebruikersinterface: Verwarming, Koeling of
Automatisch
(zie
tevens
handleiding voor de gebruiker). Wanneer Automatisch geselecteerd
wordt, gebeurt de verandering van bedrijfsmodus als volgt:
▪ Maandelijkse toelating voor verwarming en/of koeling: de
eindgebruiker geeft op een maandelijkse basis aan welke werking
toegestaan is ([7.5]): zowel verwarmen als koelen of ALLEEN
verwarmen of ALLEEN koelen. Als de toegestane bedrijfsmodus
in ALLEEN koelen verandert, zal de bedrijfsmodus in koeling
veranderen. Als de toegestane bedrijfsmodus in ALLEEN
verwarmen verandert, zal de bedrijfsmodus in verwarming
veranderen.
▪ De
gemiddelde
buitentemperatuur:
veranderen om ALTIJD binnen het grenzen te blijven bepaald
door
de
UIT-temperatuur
verwarming en de AAN-temperatuur van de ruimtekoeling voor
koeling. Als de buitentemperatuur zakt, zal de bedrijfsmodus naar
verwarming overschakelen en omgekeerd. Merk op dat de
buitentemperatuur
een
gemiddelde
"8 Configuratie" op
pagina 52).
EBLQ+EDLQ011~016CAV3+W1 + EK(2)CB07CAV3 +
Daikin Altherma lage temperatuur monobloc
en
het
instelpunt
van
zich
in
de
primaire
afsluiter
kan
NIET
worden
Beschrijving
van
toepassing
Beschrijving
EBLQ011+014+016CAV3
de
gebruiksaanwijzing/uitgebreide
de
bedrijfsmodus
van
de
ruimteverwarming
temperatuur
is
EKMBUHCA3V3+9W1
4P522034-1 – 2018.01
de
voor
en
zal
voor
(zie