5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
Combinatie: Vloerverwarming +
Warmtepompconvectoren
Opstelling
c
b
a
A
Aanvoerwatertemperatuur primaire zone
B
Kamer 1
C
Kamer 2
a
Gebruikersinterface
b
Regelkast
c
Back-upverwarming (optie)
d
Externe kamerthermostaat
e
Afstandsbediening van de warmtepompconvectoren
▪ Voor
elke
kamer
met
warmtepompconvectoren worden rechtstreeks op de buitenunit
aangesloten – of op de back-upverwarming als die er is.
▪ Voor elke kamer met vloerverwarming: er zijn twee (ter plaatse te
voorziene) afsluiters voor de vloerverwarming:
▪ Een afsluiter om te verhinderen dat warm water geleverd wordt
wanneer de kamer niet vraagt om verwarmd te worden
▪ Een afsluiter om geen condensatie op de vloer te hebben
tijdens
het
koelen
warmtepompconvectoren.
▪ Voor elke kamer met warmtepompconvectoren: de gewenste
kamertemperatuur wordt via de afstandsbediening van de
warmtepompconvectoren ingesteld.
▪ Voor
elke
kamer
met
kamertemperatuur wordt via de externe (draadloze of bedrade)
kamerthermostaat ingesteld.
▪ De
hoofdgebruikersinterface
EKCB07CAV3) beslist over de bedrijfsmodus voor de ruimte.
Vergeet
niet
dat
de
bedrijfsmodus
kamerthermostaat
en
warmtepompconvectoren zo ingesteld moet worden dat deze
overeenstemt met de hoofdgebruikersinterface.
INFORMATIE
Voor nog meer comfort en betere prestaties, adviseert
Daikin de optie met afsluiterkit EKVKHPC op elke
warmtepompconvector te plaatsen.
Configuratie
Instelling
Temperatuurregeling van de unit:
▪ #: [A.2.1.7]
▪ Code: [C-07]
Aantal watertemperatuurzones:
▪ #: [A.2.1.8]
▪ Code: [7-02]
Uitgebreide handleiding voor de installateur
18
A
B
C
M1
M1
e
d
warmtepompconvectoren:
van
de
kamers
met
vloerverwarming:
de
gewenste
(aangesloten
op
regelkast
van
elke
externe
afstandsbediening
van
Waarde
0 (Besturing AWT): De unit werkt
op basis van de
aanvoerwatertemperatuur.
0 (1 AWT-zone): Primair
5.2.3
Meerdere kamers – Twee AWT-zones
Als de warmteafgevers die voor elke kamer gekozen werden, voor
verschillende aanvoerwatertemperaturen ontworpen zijn, kunt u
verschillende aanvoerwatertemperatuurzones gebruiken (maximum
2).
In dit document:
▪ Primaire zone = de zone met de laagste ontwerptemperatuur in
verwarming en de hoogste ontwerptemperatuur in koeling
▪ Secundaire zone = de zone met de hoogste ontwerptemperatuur
in verwarming en de laagste ontwerptemperatuur in koeling.
OPMERKING
Als er twee aanvoerwatertemperatuurzones zijn en er
wordt een uitwendige kamerthermostaat gebruikt, dan is
koeling NIET mogelijk.
VOORZICHTIG
Als er meer dan een aanvoerwaterzone is, moet u
STEEDS een mengklepstation in de primaire zone
plaatsen om de aanvoerwatertemperatuur te verlagen (in
verwarming)/te verhogen (in koeling) als de secundaire
zone verwarming/koeling vraagt.
Typisch voorbeeld:
Kamer (zone)
De
Woonkamer (primaire zone)
Slaapkamers (secundaire zone)
Opstelling
de
A
Aanvoerwatertemperatuur secundaire zone
B
Kamer 1
C
Kamer 2
D
Aanvoerwatertemperatuur primaire zone
E
Kamer 3
a
Gebruikersinterface
b
Regelkast
c
Back-upverwarming (optie)
d
Drukregelklep
e
Mengklepstation
f
Afstandsbediening van de warmtepompconvectoren
INFORMATIE
Monteer een drukregelklap voor het mengklepstation. De
reden hiervoor is om een evenwichtige waterdebiet te
hebben tussen de aanvoerwatertemperatuur voor de
primaire zone en de aanvoerwatertemperatuur voor de
secundaire zone in functie van de nodige capaciteit voor
beide watertemperatuurzones.
EBLQ+EDLQ011~016CAV3+W1 + EK(2)CB07CAV3 +
Warmteafgevers:
ontwerptemperatuur
Vloerverwarming: 35°C
Warmtepompconvectoren: 45°C
A
B
f
D
e
E
d
c
b
EKMBUHCA3V3+9W1
Daikin Altherma lage temperatuur monobloc
4P522034-1 – 2018.01
C
f
a