Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Daikin EBLQ011CAV3 Uitgebreide Handleiding Voor De Installateur pagina 28

Verberg thumbnails Zie ook voor EBLQ011CAV3:
Inhoudsopgave

Advertenties

6 Voorbereiding
▪ De leidingen aansluiten – Lucht, vochtigheid, stof. Als lucht,
vocht of stof in het circuit terechtkomt, kunnen storingen ontstaan.
Om dit te voorkomen:
▪ gebruik alleen schone buizen;
▪ houd de uiteinden van de leidingen omlaag tijdens het
verwijderen van bramen;
▪ dek de uiteinden van de leiding af wanneer u de leiding door
een muur steekt, zodat stof noch vuil in de leiding kan
indringen;
▪ gebruik
een
goed
draadafdichtmiddel
waterdicht te maken.
OPMERKING
Indien er glycol in het systeem aanwezig is, zorg ervoor
dat het gebruikte schroefdraadafdichtmiddel tegen glycol
bestand is.
▪ Gesloten circuit. Gebruik de buitenunit ALLEEN in een gesloten
waterinstallatie. Het systeem in een open waterinstallatie
gebruiken zou overmatige corrosie als gevolg hebben.
▪ Lengte van de leidingen. Wij adviseren de leidingen tussen de
tank voor warm tapwater en het afnamepunt van het warme water
(douche, bad enz.) zo kort mogelijk te maken en doodlopende
stukken te vermijden.
▪ Diameter van de leidingen. Selecteer de diameter voor de
waterleidingen op basis van het vereiste waterdebiet en de
beschikbare
externe
statische
"14  Technische gegevens"  op pagina  95
de externe statische drukken voor de buitenunit.
▪ Waterdebiet. Indien het systeem een back-upverwarming of een
tank met recirculatiepomp bevat of als het systeem glycol bevat
([E‑0D] ingesteld op "1"), is dit vereist om een minimumdebiet van
15  l/min te garanderen. In alle andere gevallen is het
minimumdebiet
Indien het debiet lager is dan het hierboven vermelde
minimumdebiet, zal het systeem stoppen te werken en storing 7H
geven.
▪ Ter plaatse te voorziene componenten – Water en glycol.
Gebruik alleen materialen die compatibel zijn met het water (en,
indien van toepassing, glycol) dat in de installatie gebruikt wordt
en met de materialen van de buitenunit.
▪ Ter plaatse te voorziene onderdelen – Waterdruk en -
temperatuur. Controleer of alle componenten in de lokale
leidingen bestand zijn tegen de waterdruk en watertemperatuur.
▪ Waterdruk. De maximumwaterdruk bedraagt 3  bar. Voorzie
gepaste veiligheden in het watercircuit om ervoor te zorgen dat de
maximumdruk NIET overschreden wordt.
▪ Watertemperatuur.
Alle
leidingtoebehoren (kleppen, verbindingsstukken enz.) DIENEN
bestand te zijn tegen de volgende temperaturen:
INFORMATIE
De volgende afbeelding is een voorbeeld en stemt mogelijk
NIET overeen met de lay-out van uw installatie.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
28
om
verbindingen
druk
van
de
pomp.
voor de grafieken voor
20 
l/min.
geplaatste
leidingen
65°C
a
b
c
d
d
a
Buitenunit
b
Warmtewisselaar
c
Pomp
d
Afsluiter
e
Back-upverwarming
Zie
f
Gemotoriseerde 3-wegsklep (geleverd met de
warmtapwatertank)
g
Gemotoriseerde 2-wegsklep (ter plaatse te voorzien)
h
Verdeelstuk
i
Warmtapwatertank
j
Warmtewisselaarspoel
k
Boosterverwarming
FCU1...3
Ventilatorconvector (optie) (ter plaatse te voorzien)
FHL1...3
Vloerverwarmingslus (ter plaatse te voorzien)
▪ Aftappen – Lage punten. Voorzie aftappunten op alle lage
punten van de installatie om het watercircuit volledig te kunnen
aflaten.
▪ Aftappen – Overdrukveiligheidsklep. Zorg voor een geschikte
afvoer voor de veiligheidsklep om te vermijden dat water in
contact komt met elektrische onderdelen.
▪ Ontluchtingspunten. Voorzie ontluchtingspunten op alle hoge
punten van de installatie; deze punten moeten voor onderhoud
gemakkelijk bereikbaar zijn. De buitenunit is voorzien van een
handmatig ontluchtingsventiel. De back-upverwarming (optie)
heeft een automatisch ontluchtingsventiel. Controleer of de
ontluchtingsventielen NIET te hard zijn vastgedraaid, zodat het
watercircuit automatisch ontlucht kan worden.
▪ Onderdelen met een zinklaag. Gebruik nooit onderdelen met
en
een zinklaag in het watercircuit. Aangezien het watercircuit in de
unit uit koperen buizen bestaat, kan anders overmatige corrosie
optreden.
▪ Niet-koperen metalen leidingen. Wanneer ook niet-koperen
metalen leidingen gebruikt worden, isoleer dan elke koperen
leiding goed van elke niet-koperen leiding, zodat ze NIET met
elkaar in contact kunnen komen. Dit, om galvanische corrosie te
vermijden.
▪ Afsluiter – De circuits van elkaar scheiden. Wanneer een 3-
wegklep in het watercircuit gebruikt wordt, zorg ervoor dat het
warmtapwatercircuit en het circuit van de vloerverwarming volledig
gescheiden zijn.
▪ Klep – Omschakeltijd. Wanneer een 2-wegklep of 3-wegklep in
het watercircuit gebruikt wordt, moet de maximale omschakeltijd
van de klep minder dan 60 seconden bedragen.
▪ Filter. Het is ten zeerste aangewezen een additionele filter in het
watercircuit van de verwarming te monteren. Om daarbij stukjes
metaal afkomstig uit de vuile verwarmingsleidingen te verwijderen,
wordt geadviseerd een magneet- of cycloonfilter te gebruiken om
EBLQ+EDLQ011~016CAV3+W1 + EK(2)CB07CAV3 +
h
h
g
e
f
FCU1
FCU2
h
M
M
h
FHL1
FHL2
k
j
89°C
i
EKMBUHCA3V3+9W1
Daikin Altherma lage temperatuur monobloc
4P522034-1 – 2018.01
FCU3
FHL3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave