.
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
HOOFDSTUK 8 − ONDERHOUD EN STORINGEN VERHELPEN
8-1.
Hulpcodes SubArc systeem
SubArc Interface
Status SubArc stroombron
Digital Hulpcode
/probleemlampje
.
.
HELP
wordt
Elke flitsvolgorde wordt
getoond op het
gevolgd door een pauze
bovenste
van
scherm, en het
De volgorde
codenummer
vervolgens herhaald.
wordt getoond
op het onderste
scherm.
01
1 langzaam
05
5 langzaam
21
2 snel, 1 langzaam
26
2 snel, 6 langzaam
30
32
3 snel, 2 langzaam
40
42
4 snel, 2 langzaam
44
4 snel, 4 langzaam
45
4 snel, 5 langzaam
48
4 snel, 8 langzaam
56
5 snel, 6 langzaam
60
61
6 snel, 1 langzaam
62
6 snel, 2 langzaam
OM−265 363 pagina 34
Probleem
één
seconde.
wordt
Primaire transformator:
Te hoge stroom
Te hoge temperatuur
in het primaire circuit
Er is een probleem met
de netspanning aan
primaire zijde
Toets zit vast op de
systeeminterface van
de motorregeling.
3 snel
Vastzittende
magneetschakelaar
op de lasstroombron
Fout in de doorstroming
van koelmiddel
4 snel
Tachometerfout
Motorfout
Te lage motorspanning
Toets zit vast op
schermprint van de
System Interface Digital
Fout toortsschakelaar
Modbus besturingsfout
6 snel
Fout met geheugenkaart
Leesfout bestand
Schrijffout bestand
Beschrijving
Geeft een storing aan in de primaire stroomkring. Als dit scherm
te zien is, neem dan contact op met het dichtstbijzijnde door de
fabrikant erkende servicebedrijf.
Dit geeft aan dat de rechterzijde van het apparaat oververhit
is geraakt. Het apparaat heeft zichzelf uitgeschakeld zodat
de ventilatoren de rechterkant kunnen afkoelen. Het apparaat
schakelt weer in zodra deze weer binnen het normale
temperatuurbereik is.
Dit geeft aan dat de primaire netspanning te laag is. De primaire
netspanning moet minstens 90% zijn van de gespecificeerde
nominale spanning. Als deze code op het scherm verschijnt,
laat dan een opgeleide en gekwalificeerde onderhoudstechnicus
de invoerspanning controleren.
Dit geeft aan dat een van de bedieningstoetsen op de onderste helft
van de SubArc interface vast zit. Zodra de toets weer vrijkomt,
verdwijnt het probleem.
Dit geeft aan dat een magneetschakelaar vastzit op de
lasstroombron. Wanneer de schakelaar op het paneel op
afstandsbediening wordt gezet of de connector vrijkomt, verdwijnt
het probleem.
Geeft aan dat de invoer van koelmiddel bij TB2 in de SubArc
Interface niet is aangesloten op de massa van TB2 (zie de
betreffende Interface OM).
Controleer de koelmiddelstroming en de gemeenschappelijke
aansluitingen.
Zorg ervoor dat de sensor die wordt gebruikt een normaal−open
contact heeft
Dit geeft een Tachometerfout aan op de motor. Controleer de
behuizing van de draadaanvoer en draadspoel op obstructies.
Zorg ervoor dat de motorkabel niet parallel loopt samen met de
laskabel (als handmatig aanvoer goed werkt, kunnen stoorsignalen
het tachometersignaal verstoren). Als deze code blijft verschijnen
op het scherm, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde door
de fabrikant erkende onderhoudsmonteur.
Er is een motorfout opgetreden bij de motor. Controleer het
aandrijfhuis en de draadspoel van de linker aanvoerunit op
blokkades. Blijft u deze code steeds op het scherm zien, neem dan
contact op met de dichtstbijzijnde door de fabrikant erkende
onderhoudsmonteur .
Geeft aan dat de busspanning in de SubArc-interface laag is.
24 V/AC van de stroombron kan laag zijn als de primaire
netspanning te laag is of, bij DC stroombronnen, de stroombron kan
verkeerd zijn verbonden, Verhoog de primaire spanning tot minimaal
90% van de gespecificeerde nominale spanning. Controleer of de
aansluiting/verbinding juist is op DC stroombronnen. Als deze code
blijft verschijnen, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde door
de fabriek erkende servicemonteur.
Dit geeft aan dat een van de bedieningstoetsen op de digitale interface
vast zit. Zodra de toets weer vrijkomt, verdwijnt het probleem.
Dit geeft aan dat er geen boog werd gecreëerd in de
gespecificeerde tijd (het laagste van 8 seconden of 4 inch).
Geeft aan dat de PLC lasuitgangsvermogen of flux of draadaanvoer
activeert op basis van initiële communicatie. Verwijder alle control
bits van de MODBUS 101 door een reset.
De lezer kan de geheugenkaart niet lezen. Defecte geheugenkaart
of kaart met verkeerd formaat of indeling.
Het bestand op de geheugenkaart is beschadigd.
Dit wijst op een volle of defecte geheugenkaart.