VERLICHTINGSBEDIENING
Standen van de lichtschakelaar
F
A
E
E71094
A
Uit
B
Stads- en achterlichten
C
Koplampen
D
Mistlampen, voor
E
Mistachterlichten
F
Parkeerlichten
Parkeerlichten
Zet eerst het contact af.
Beide zijden
Druk de lichtschakelaar in en draai hem
in stand F.
Verlichting
B
C
D
Een zijde
A
B
E77368
A
Rechterzijde
B
Linkerzijde
Grootlicht en dimlicht
E71095
Trek de hendel geheel naar het stuurwiel
toe om tussen grootlicht en dimlicht te
wisselen.
Lichtsignaal
Beweeg de schakelaarhendel naar het
stuurwiel.
33