N.B.: Bedenk dat een
bandenreparatieset slechts voor tijdelijke
mobiliteit zorgt. Voorschriften aangaande
bandreparatie na gebruik van de
bandenreparatieset kunnen per land
verschillen. Raadpleeg een
bandenspecialist voor advies.
WAARSCHUWING
Zorg er voordat u wegrijdt voor dat
de band de voorgeschreven
bandenspanning heeft. Zie
Technische specificatie (bladzijde
163). Controleer voortdurend de
bandenspanning tot de band is
vervangen.
Lege flessen afdichtmiddel mogen samen
met het huishoudelijk afval worden
afgevoerd. Breng resten afdichtmiddel
naar uw dealer of voer ze af volgens de
lokale richtlijnen.
VERZORGING VAN BANDEN
N.B.: 18" sportbanden zijn banden met
een laag profiel en hebben mogelijk een
kortere levensduur in vergelijking tot de
standaard banden voor lichte
bedrijfswagens, afhankelijk van de
belasting en de rijomstandigheden. Neem
voor meer informatie contact op met uw
Ford dealer.
E70415
Velgen en banden
Zorg voor een langere levensduur ervoor
dat de banden van de voor- en
achterwielen gelijkmatig slijten. Wij raden
aan dat de voor- en achterwielen met
regelmatige intervallen van 15.000 tot 20
000 km (9.000 tot 12.000 mijl) te wisselen.
Als u een stoeprand moet oprijden, doe
het dan zo langzaam mogelijk en rijd zo
mogelijk met de wielen onder een rechte
hoek het trottoir op.
Controleer regelmatig de banden op
scheuren, vreemde voorwerpen of
onregelmatige slijtage van het loopvlak.
Ongelijkmatige slijtage betekent dat de
wieluitlijning niet meer aan de specificaties
voldoet.
GEBRUIK VAN
WINTERBANDEN
Indien winterbanden zijn gemonteerd,
controleer dan of de bandenspanning
correct is. Zie Technische
specificatie (bladzijde 163).
GEBRUIK VAN
SNEEUWKETTINGEN
Alle uitvoeringen
162
LET OP
Laat tijdens het parkeren de
bandwangen niet langs
trottoirbanden schuren.
LET OP
Controleer of u de velgen met de
winterbanden met het correcte type
wielmoeren hebt bevestigd.
WAARSCHUWINGEN
Rijd niet harder dan 50 km/u.