AUTOGORDELS
(2/3)
1
3
5
Vergrendelen
Trek de riem langzaam en rustig over u
heen en druk de gesp 3 in de sluiting 5 (con-
troleer de vergrendeling door aan de gesp 3
te trekken).
Als de gordel blokkeert, laat hem dan een
stuk teruggaan en rol hem opnieuw af.
Als de autogordel compleet is geblokkeerd,
trek dan langzaam, maar krachtig, aan de
gordel om deze ongeveer 3 cm naar buiten
te trekken. Laat hem zichzelf oprollen en rol
hem opnieuw af.
Als het probleem aanhoudt, dient u een
merkdealer te raadplegen.
6
A
4
5
Stoel met armsteun(en)
Zorg dat de autogordel onder de armsteun 6
loopt en de gesp 3 in de sluiting 5 vastklikt.
Zet de armsteun 7 aan portierzijde (bewe-
ging A) omlaag.
Trek de riem langzaam en rustig over u
heen.
Laat de heupgordel onder de armsteun 7
en de schoudergordel over de armsteun 7
lopen.
Druk de gesp in de sluiting (controleer de
vergrendeling door aan de gesp te trekken).
ß
7
de autogordels voor
Bij het starten van de motor brandt het con-
tinu en als de auto ongeveer 16 km/u rijdt
terwijl de autogordel van de bestuurder niet
is vastgemaakt gaat het knipperen en klinkt
er een geluidssignaal gedurende ongeveer
90 seconden.
Afhankelijk van de auto knippert dit als de
gordel van de passagier voorin niet is vast-
gemaakt.
Ontgrendelen
Druk op de knop 4, de gordel wordt door het
oprolmechanisme teruggetrokken. Begeleid
hem.
Waarschuwingslampje
van het niet dragen van
1.23