RUITENWISSERBLADEN
1
Om bij de ruitenwisserbladen te komen, ga
op de treeplank 1 staan.
N.B.: de treeplank kan glad zijn.
Vervangen van de
ruitenwisserbladen 2
– Til de ruitenwisserarm 4 op;
– kantel het blad horizontaal;
3
4
5
B
A
– druk op het lipje 3 en schuif het ruitenwis-
serblad omlaag, tot de haak 5 van de rui-
tenwisserarm vrijkomt;
– Schuif het blad opzij (A) en omhoog (B)
om het vrij te maken.
Bij het monteren
Monteer het ruitenwisserblad in omge-
keerde volgorde van losmaken. Controleer
of het blad goed is vergrendeld.
Let op de staat van de ruitenwisserbla-
2
den. Hun levensduur hangt van u af:
– reinig de bladen en de voorruit regel-
matig met water en zeep;
– gebruik ze niet op een droge voor-
ruit;
– maak ze los van de voorruit als ze
lange tijd niet zijn gebruikt.
– Controleer als het vriest,
voordat u wegrijdt, of de rui-
tenwissers voor en achter niet
aan het glas zijn vastgevroren.
De wissermotor kan hierdoor te warm
worden.
– Controleer regelmatig de wisserbla-
den.
Zodra hun werking afneemt moet u
ze vervangen, ongeveer eens per
jaar.
Bij het vervangen van het blad, let bij het
verwijderen van het blad op, dat u hem
niet op de ruit laat vallen: u zou de ruit
kunnen breken.
5.37