BINNENVERLICHTING
1
Binnenlicht
Met het bewegen van de schakelaar 1 kunt
u kiezen voor:
– een constant brandende verlichting;
– een verlichting die gaat branden als één
van de portieren wordt geopend, De bin-
nenverlichting gaat alleen uit als de por-
tieren, waarop de verlichting reageert,
goed gesloten zijn;
– het onmiddellijk uitgaan.
Leesspots
(afhankelijk van de auto)
Kantel de schakelaar 2.
2
Binnenlicht achter 3
Met het kantelen van de schakelaar 4 kunt
u kiezen voor:
– constant brandende verlichting;
– verlichting die gaat branden als één van
de achterportieren wordt geopend. Deze
gaat pas uit als de portieren, waarop de
verlichting reageert, goed gesloten zijn;
– niet branden van de verlichting.
Opmerking
Door het ontgrendelen van de portieren met
de afstandsbediening gaat de binnenverlich-
ting enige tijd branden.
3
Met het openen van een voor- of achterpor-
tier gaat de verlichting opnieuw enige tijd
branden.
Daarna gaat de verlichting in het interieur
en in de bagageruimte geleidelijk uit. Er
4
zijn verschillende tijdschakelingen voor het
doven van de verlichting:
– na 15 minuten als een portier open is ge-
– na 15 secondes als alle portieren geslo-
– als u het contact aanzet.
bleven;
ten zijn;
3.17