Een beheerderswachtwoord gebruiken
Het beheerderswachtwoord is bedoeld om systeembeheerders of servicetechnici toegang te geven tot computers
voor reparatie of een nieuwe configuratie. De beheerders of technici kunnen identieke beheerderswachtwoorden
toewijzen aan groepen computers, zodat u een uniek primair wachtwoord kunt toewijzen.
Open Gebruikersaccounts via het Configuratiescherm om beheerderswachtwoorden toe te voegen of
te wijzigen.
Wanneer u een beheerderswachtwoord instelt, wordt de optie Configure Setup (instellingen
configureren) beschikbaar in het System Setup-programma. Met de optie Configure Setup (instellingen
configureren) beperkt u de toegang tot het System Setup-programma op dezelfde manier als een primair
wachtwoord toegang tot de computer beperkt.
Het is mogelijk het beheerderswachtwoord te gebruiken in plaats van het primaire wachtwoord.
Wanneer u gevraagd wordt het primaire wachtwoord in te voeren, kunt u dus ook het
beheerderswachtwoord geven.
KENNISGEVING:
Als u het beheerderswachtwoord uitschakelt, wordt ook het primaire wachtwoord uitgeschakeld.
OPMERKING:
Het beheerderswachtwoord biedt toegang tot de computer, maar niet tot de vaste schijf wanneer er
een vaste-schijfwachtwoord is toegewezen.
Als u het primaire wachtwoord vergeet en geen beheerderswachtwoord hebt toegewezen, of als u zowel
het primaire wachtwoord als het beheerderswachtwoord bent vergeten, neemt u contact op met Dell (zie
"Contact opnemen met Dell" op pagina 140).
Een vaste-schijfwachtwoord gebruiken
Het vaste-schijfwachtwoord beveiligt de gegevens op de vaste schijf tegen onbevoegde toegang. Het is
ook mogelijk een wachtwoord voor een externe vaste schijf toe te wijzen (indien er een wordt gebruikt),
dat hetzelfde of anders is dan dat van de primaire vaste schijf.
Wanneer u een vaste-schijfwachtwoord hebt toegewezen, moet u dit invoeren telkens wanneer u de
computer inschakelt en telkens wanneer u de computer uit de stand-bymodus haalt.
Als het vaste-schijfwachtwoord is ingeschakeld, moet u dit invoeren telkens wanneer u de computer
inschakelt. Er verschijnt een bericht waarin naar het vaste-schijfwachtwoord wordt gevraagd.
Ga verder door het wachtwoord in te voeren (van maximaal acht tekens) en op <Enter> te drukken.
Als u het wachtwoord niet binnen 2 minuten invoert, keert de computer terug naar de eerdere toestand.
Als u een onjuist wachtwoord invoert, verschijnt het bericht dat het wachtwoord ongeldig is. Druk op
<Enter> om het nogmaals te proberen.
Als u na drie pogingen het juiste wachtwoord nog niet hebt ingevoerd, probeert de computer vanaf een ander
opstartbaar apparaat op te starten mits de optie Boot First Device (eerste apparaat opstarten) is ingesteld in
het System Setup-programma om op te kunnen starten vanaf een ander apparaat. Als de optie Boot First
Device (eerste apparaat opstarten) niet zo is ingesteld dat de computer wordt opgestart vanaf een ander
apparaat, keert de computer terug naar de toestand waarin deze verkeerde voordat u deze inschakelde.
De computer beveiligen
73