OPMERKING:
Bedek de omgevingslichtsensor niet met plaklabels. Als de ingeschakelde sensor is bedekt, wordt
de beeldschermhelderheid automatisch op het laagste niveau ingesteld.
De omgevingslichtsensor is uitgeschakeld wanneer de computer bij u wordt afgeleverd. Als u de sensor
inschakelt en een van de toetsencombinaties voor de beeldschermhelderheid gebruikt, wordt de sensor
uitgeschakeld en wordt de helderheid van het beeldscherm overeenkomstig verhoogd of verlaagd.
Met Dell QuickSet kunt u de omgevingslichtsensor in- of uitschakelen. Het is ook mogelijk de maximale
en minimale helderheidsinstellingen aan te passen die geactiveerd worden wanneer u de
omgevinglichtsensor inschakelt. Voor meer informatie over QuickSet klikt u met de rechtermuisknop op
het QuickSet-pictogram op de taakbalk en klikt u daarna op Help.
OPMERKING:
Wanneer u de computer opnieuw opstart, wordt de instelling van de omgevingslichtsensor van
voor de aanpassing (ingeschakeld of uitgeschakeld) hersteld.
OPMERKING:
De omgevingslichtsensor past alleen het schermlicht op de draagbare computer aan. Het regelt
niet de helderheid op eventuele externe monitoren of projectors.
Bijwerken met de boektitel
47