Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Dell Latitude D531 Gebruikshandleiding pagina 160

Inhoudsopgave

Advertenties

Netwerkverbindingen kunnen niet door piekbeveiligers
worden beschermd. Ontkoppel de netwerkkabel tijdens
elektrische stormen altijd van de netwerkconnector.
PIO — programmed input/output (geprogrammeerde
invoer/uitvoer — Een methode voor het overbrengen van
gegevens tussen twee apparaten via de processor als deel
van het gegevenspad.
pixel — Een enkele punt op een beeldscherm. Pixels
worden gerangschikt in rijen en kolommen om een
afbeelding te vormen. Een videoresolutie, zoals 800 x 600,
geeft het aantal pixels aan dat horizontaal en verticaal
staat.
Plug en Play — De mogelijkheid van de computer om
apparaten automatisch te configureren. Plug en Play zorgt
voor automatische installatie, configuratie en
compatibiliteit met bestaande hardware als de BIOS, het
besturingssysteem en alle apparaten Plug en Play-
compatibel zijn.
POST — power-on self-test (serie testen bij inschakelen
computer) — Diagnostische programma's die
automatisch door de BIOS worden geladen en basistesten
uitvoeren op de belangrijkste computeronderdelen, zoals
het geheugen, vaste schijven en videospelers. Als er tijdens
POST geen problemen worden opgespoord, gaat de
computer verder met opstarten.
processor — Een computerchip die programma-
instructies vertaalt en uitvoert. De processor wordt ook
wel de CVE (centrale verwerkingseenheid) genoemd.
PS/2 — personal system/2 — Een connectortype voor het
aansluiten van een toetsenbord, muis of toetsenblok die
compatibel zijn met PS/2.
PXE — pre-boot execution environment
(uitvoeringsomgeving voorafgaan aan het opstarten) —
Een WfM-standaard (Wired for Management) waarmee
computers die zijn aangesloten op een netwerk en geen
besturingssysteem hebben, extern geconfigureerd en
opgestart kunnen worden.
160
Termenlijst
R
RAID — redundant array of independent disks
(overtollige reeks onafhankelijke schijven) — Een
methode om overtollige gegevens te bieden. Sommige
algemene toepassingen van RAID omvatten RAID 0,
RAID 1, RAID 5, RAID 10 en RAID 50.
RAM — random-access memory — De primaire tijdelijke
opslaglocatie voor programma-instructies en gegevens.
Alle informatie die in RAM is opgeslagen gaat verloren,
wanneer u de computer uitschakelt.
reismodule — Een plastic apparaat dat ontworpen is voor
het modulecompartiment van een draagbare computer
om het gewicht van de computer te verminderen.
resolutie — De scherpte en helderheid van een afbeelding
uitgevoerd door een printer of weergegeven op een
monitor. Hoe hoger de resolutie, des te scherper de
afbeelding.
RFI — radio frequency interference
(radiofrequentiestoring) — Storing die gegenereerd wordt
bij doorsnee radiofrequenties, binnen het bereik van 10
kHz tot 100.000 MHz. Radiofrequenties hebben lage
elektromagnetische frequenties en meer kans op storing
dan de hogere frequentiestralingen, zoals infrarood en
licht.
ROM read-only memory (alleen-lezen geheugen) —
Geheugen dat gegevens en programma's opslaat die niet
kunnen worden verwijderd of waarnaar de computer niet
kan schrijven. Anders dan RAM bewaart ROM de inhoud
nadat u de computer uitschakelt. ROM bevat een aantal
programma's die essentieel zijn voor de werking van de
computer.
RPM — revolutions per minute (omwentelingen per
minuut) — Het aantal rotaties dat per minuut
plaatsvindt. De snelheid van de vaste schijf wordt vaak in
rpm gemeten.
RTC — real time clock (real-timeklok) — Klok op
batterijen op de systeemkaart die de datum en tijd
bijhoudt na het uitschakelen van de computer.
RTCRST — real-time clock reset (opnieuw instellen real-
timeklok) — Een schakelaar op de systeemkaart van
sommige computers die vaak kan worden gebruikt voor
het oplossen van problemen.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Pp04x

Inhoudsopgave