5. Zorg ervoor dat het werkterrein vrij is van objecten
die door de roterende bladen kunnen worden
weggeslingerd.
WAARSCHUWING!
Verzeker u ervan dat zich niemand
in de buurt van de maaier bevindt
wanneer u de bladschakelaar
activeert.
6. Activeer het maaidek door de bladschakelaar
naar buiten te trekken.
7. Zet de gashendel op vol gas.
De snelheid en richting van de machine zijn
continu te regelen met behulp van de twee
stuurregelaars. Wanneer beide regelaars in de
neutrale positie staan, staat de machine stil.
Door beide regelaars even ver naar voren of naar
achteren te bewegen, zal de machine in een
rechte lijn naar voren dan wel naar achteren gaan.
Werken op heuvels
Lees de veiligheidsinstructies voor het rijden op
hellingen in de Veiligheidsinstructies.
WAARSCHUWING!
Rijd niet heuvelopwaarts of
heuvelafwaarts op hellingen van
meer dan 10 graden. Rijd niet dwars
op hellingen.
•
Gebruik de laagst mogelijke snelheid voordat u
een helling op of af rijdt.
•
Vermijd stoppen of veranderen van snelheid op
heuvels.
BELANGRIJKE INFORMATIE
De besturingshendels gaan terug naar
neutraal bij loslaten. De maaier kan hierdoor
plotseling stoppen.
•
Als u toch moet stoppen, trek dan de rijhendels in
de neutrale positie en duw ze naar de buitenkant
van de machine; schakel de parkeerrem in.
•
Als u weer wilt rijden, schakelt u de parkeerrem
uit.
•
Trek de besturingshendels naar het midden
van de maaier en druk ze naar voren om weer
voorwaarts te rijden.
•
Rijd altijd langzaam als u draait.
34
BEDIENING
Activeer het maaidek en zet de gashendel helemaal open.
Zet de stuurregelaars in de neutrale positie
Ontgrendel de parkeerrem
8065-066
8065-018
8065-006