Trackingknop
Controleer de luchtdruk in beide achterbanden als de
maaier niet in een rechte lijn beweegt. De aanbevolen
luchtdruk voor de achterbanden is 15 psi (1 bar).
1. Met de trackingbout en de trackingknop kunnen
afstellingen worden gemaakt in de tracking. De
trackingbout en de trackingknop werken als
begrenzers voor de besturingshendels als ze
volledig naar voren staan.
2. Voor de eerste afstelling van de tracking rijdt u de
machine naar een open gebied zonder obstakels,
zoals een leeg parkeerterrein of een open veld.
3. Draai de trackingbout terug tot hij gelijk is met de
moer.
4. Draai de trackingbout los tot hij gelijk is met de
moer.
5. Test de machine door met volgas en met beide
besturingshendels helemaal naar voren te
rijden. Draai de trackingbout aan de rechterkant
geleidelijk aan tot de machine merkbaar naar
rechts begint af te buigen.
6. Rij vooruit met volgas met beide
besturingshendels volledig naar voren geduwd.
Draai de trackingknop geleidelijk aan (aan de
linkerkant) tot de machine in een rechte lijn
beweegt.
Parkeerrem
De parkeerrem bevindt zich op de linkerkant van de
machine. Trek de hendel naar achteren om de rem in
te schakelen en duw de hendel naar voren om de rem
uit te schakelen.
BELANGRIJKE INFORMATIE
De machine moet volledig stilstaan wanneer
u de parkeerrem activeert. Activeer altijd de
parkeerrem voordat u van de machine stapt.
Deactiveer de parkeerrem voordat u de maaier
verplaatst.
20
BEDIENINGSELEMENTEN
Tracking-afstelling
Parkeerrem
8065-060
8065-006