WAARSCHUWING!
De motor mag niet worden gestart terwijl de vloerplaat voor de bestuurder of andere
beschermende platen voor de aandrijfriem van het maaidek zijn verwijderd.
Veilige hantering van diesel
Wees uiterst voorzichtig wanneer u diesel hanteert,
om persoonlijk letsel en schade aan eigendommen
te voorkomen. Diesel is zeer licht ontvlambaar en de
dampen zijn explosief.
•
Doof alle sigaretten, sigaren, pijpen en andere
ontstekingsbronnen.
•
Gebruik uitsluitend goedgekeurde
brandstofjerrycans
•
Als de motor draait, mag de brandstofdop nooit
worden verwijderd en mag de brandstoftank nooit
worden bijgevuld. Laat de motor afkoelen voordat
u brandstof bijvult.
•
Vul brandstof nooit binnenshuis bij.
•
Sla de machine of een brandstofjerrycan nooit
op in een ruimte waar open vuur, vonken of
controlelampjes zoals van een warmwatertoestel
of andere apparaten aanwezig zijn.
•
Minimaliseer de kans op statische elektriciteit
door een metalen oppervlak aan te raken voordat
u begint met het bijvullen van brandstof.
•
Vul tanks nooit in een voertuig of op een met
kunststof beklede laadvloer van een vrachtwagen
of trailer. Plaats tanks voor het vullen altijd op de
grond en uit de buurt van uw voertuig.
•
Verwijder uitrusting uit de vrachtwagen of
aanhanger en vul de brandstof bij op de grond.
Als dit niet mogelijk is, moet u de brandstof van
dergelijke uitrusting bijvullen met behulp van
een draagbare jerrycan in plaats van met een
brandstofvulpistool.
•
Houd het vulpistool in contact met de rand van de
brandstoftank of jerrycanopening tot het tanken is
voltooid. Gebruik geen automatische sluitklep.
•
Als u brandstof op uw kleding knoeit, trek dan
onmiddellijk andere kleding aan.
•
Giet nooit te veel brandstof in de tank. Plaats de
brandstofdop terug en draai deze stevig vast.
•
Start de motor niet in de buurt van gemorste
brandstof.
•
Gebruik diesel nooit als reinigingsmiddel.
•
Als er lekkage in het brandstofsysteem is, mag de
motor niet worden gestart zolang het probleem
niet is opgelost.
•
Controleer het brandstofpeil vóór elk gebruik en
zorg dat de brandstof voldoende ruimte heeft om
uit te zetten omdat de warmte van de motor en de
zon ervoor kan zorgen dat de brandstof uitzet en
uit de tank stroomt.
VEILIGHEID
Vul de brandstoftank nooit binnen
WAARSCHUWING!
De motor en het uitlaatsysteem worden
zeer heet tijdens het gebruik.
Bij aanraken bestaat de kans op
brandwonden.
Laat de motor en het uitlaatsysteem
afkoelen voordat u brandstof bijvult.
8011-516
13