Smoothing:
Het verwijst naar de gladheid van de stream. Hoe hoger de waarde voor het
vloeiend maken, hoe vloeiender de stream, maar de videokwaliteit is mogelijk
niet bevredigend. Hoe lager de waarde voor het vloeiend maken, hoe hoger de
kwaliteit van de stream, maar deze is mogelijk niet vloeiend.
4. Klik op Save om de instellingen op te slaan.
Opmerking:
De videoparameters variëren voor verschillende cameramodellen. Zie de feitelijke
weergavepagina voor camerafuncties.
8.2 Audio-instellingen configureren
Stappen:
1. Open de interface audio-instellingen: Configuration > Video/Audio > Audio.
2. Configureer de volgende instellingen.
Opmerking:
De audio-instellingen variëren voor verschillende cameramodellen.
Audio Encoding: Er kan G.722.1, G.711 ulaw, G.711alaw, G.726, MP2L2 of
PCM worden geselecteerd. Bij MP2L2 kunnen de Sampling Rate en Audio
Stream Bitrate worden geconfigureerd. Bij PCM kan de Sampling Rate worden
ingesteld.
Gebruikershandleiding netwerkcamera
Afbeelding 8–2 Audio-instellingen
82