Een vergrendeling toevoegen
(1) Stel de Lock Switch in op ON.
(2) Voer het wachtwoord in.
(3) Klik op Save om de instellingen op te slaan.
Ontgrendelen
(1) Als u de geheugenkaart gebruikt op een camera die deze vergrendelt, dan
wordt deze automatisch ontgrendeld en zijn er geen ontgrendelprocedures
door gebruikers vereist.
(2) Als u de geheugenkaart (met vergrendeling) gebruikt op een verschillende
camera, dan kunt u naar de interface HDD Management gaan om de
geheugenkaart handmatig te ontgrendelen. Selecteer de geheugenkaart en klik
op de knop Unlock, die naast de knop Format wordt getoond. Voer dan het
juiste wachtwoord in om deze te ontgrendelen.
Opmerkingen:
De geheugenkaart kan alleen worden gelezen en geschreven wanneer
•
deze is ontgrendeld.
Als de camera die een vergrendeling aan een geheugenkaart toevoegt
•
naar de fabrieksinstellingen wordt hersteld, dan kunt u naar de interface
HDD-beheer gaan om de geheugenkaart te ontgrendelen.
De vergrendeling verwijderen
(1) Stel de Lock Switch in op OFF.
(2) Voer het wachtwoord in het tekstveld Password Settings in.
(3) Klik op Save om de instellingen op te slaan.
4. Stel het Arming Schedule en de Linkage Method in als u een melding wilt
ontvangen wanneer de gezondheidsstatus van de geheugenkaart anders is dan
goed. Zie Taak 2: Stel het inschakelschema voor bewegingsdetectie in en
Taak 3: Stel de koppelmethode voor bewegingsdetectie in in Sectie 10.1.1.
5. Klik op Save om de instellingen op te slaan.
Gebruikershandleiding netwerkcamera
165