7.1.5 Configureer de NAT-instellingen (Network Address
Translation)
Doel:
Met de NAT-interface kun u de UPnP™-parameters configureren.
Universele Plug-and-Play (UPnP™) is een netwerkarchitectuur doe compatibiliteit
biedt onder netwerkapparatuur, software en andere hardware-apparaten. Met het
UPnP-protocol kunnen apparaten naadloos worden verbonden en kan de
implementatie van netwerken worden vereenvoudigd in huis- en bedrijfsomgevingen.
Als de functie is ingeschakeld, hoeft u de poorttoewijzing niet te configureren voor
elke poort en de camera is verbonden met het Wide Area Network via de router.
Stappen:
1. Open de interface NAT-instellingen. Configuration > Network > Basic Settings >
NAT.
2. Schakel het selectievakje in om de UPnP™-functie in te schakelen.
3. Kies een bijnaam voor de camera; u kunt ook de standaard naam gebruiken.
4. Selecteer de modus voor poorttoewijzing. Er kan Manual of Auto worden
geselecteerd. U kunt de waarde van de externe poort aanpassen voor handmatige
poorttoewijzing.
5. Klik op Save om de instellingen op te slaan.
Gebruikershandleiding netwerkcamera
Afbeelding 7–6 UPnP-instellingen
62