Pagina 1
Gebruikershandleiding netwerkcamera Netwerkcamera Gebruiksaanwijzing UD04470B...
Pagina 2
ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN. Enige en alle informatie, waaronder, onder andere, formuleringen, afbeeldingen en grafieken, is eigendom van Hangzhou Hikvision Digital Technology Co., Ltd. of haar dochterondernemingen (hierna “Hikvision” te noemen). Deze gebruiksaanwijzing (hierna “de handleiding” te noemen) mag op geen enkele wijze, geheel of gedeeltelijk, worden vermenigvuldigd, gewijzigd, vertaald of verspreid, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hikvision.
Pagina 3
Gebruikershandleiding netwerkcamera EN FOUTEN, EN HIKVISION GEEFT GEEN WAARBORGEN, EXPLICIET OF IMPLICIET, INCLUSIEF EN ZONDER BEPERKINGEN, VOOR VERHANDELBAARHEID, BEVREDIGENDE KWALITEIT, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL EN NIET-INBREUK DOOR EEN DERDE PARTIJ. HIKVISION, HAAR DIRECTEUREN, FUNCTIONARISSEN, WERKNEMERS OF AGENTEN ZIJN IN GEEN GEVAL AANSPRAKELIJK NAAR U VOOR ENIGE...
Pagina 4
Gebruikershandleiding netwerkcamera Informatie met betrekking tot regelgeving FCC-informatie FCC-compliantie: Deze apparatuur is getest en in overeenstemming bevonden met de beperkingen voor een digitaal apparaat, conform deel 15 van de FCC-regels. Deze beperkingen zijn ontworpen om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie wanneer de apparatuur in een commerciële omgeving wordt gebruikt.
Pagina 5
Gebruikershandleiding netwerkcamera aanschaf van gelijkwaardige nieuwe apparatuur of lever het in bij een aangewezen inzamelpunt. Zie voor meer informatie: www.recyclethis.info. 2006/66/EG (batterijrichtlijn): Dit product bevat een batterij die binnen de Europese Unie niet mag worden weggegooid als ongesorteerd huishoudelijk afval. Zie de productdocumentatie voor specifieke informatie over de batterij.
Pagina 6
Gebruikershandleiding netwerkcamera Waarschuwingen: Gebruik een netvoedingsadapter die voldoet aan de SELV-norm (beveiliging extra lage spanning). En bron met 12 VDC or 24 VAC (afhankelijke van modellen) volgens de normen IEC60950-1 en beperkte voedingsbronnen. Stel dit product niet bloot aan regen of vocht om het risico op brand of elektrische schokken te verminderen.
Pagina 7
Gebruikershandleiding netwerkcamera De sensor kan worden verbrand door een laserstraal, dus als er laserapparatuur wordt gebruikt, controleer dan dat het oppervlak van de sensor niet wordt blootgesteld aan de laserstraal. Plaats de camera niet in extreem hoge of lage temperaturen (de bedrijfstemperatuur moet tussen -30°C en +60°C zijn of tussen -40°C en +60°C als het het achtervoegsel van het cameramodel een "H"...
Pagina 8
Gebruikershandleiding netwerkcamera Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Systeemvereisten ................1 Hoofdstuk 2 Netwerkverbinding ................2 De netwerkcamera over een LAN instellen ............2 2.1.1 Bekabelen via de LAN ...................... 2 2.1.2 Activeren van de camera ....................3 De netwerkcamera over een WAN instellen ............10 2.2.1 Statische IP-verbinding ....................
Pagina 12
Gebruikershandleiding netwerkcamera Hoofdstuk 1 Systeemvereisten Besturingssysteem: Microsoft Windows XP SP1 en hogere versies CPU: 2,0 GHz of hoger RAM: 1G of hoger Beeldscherm: 1024×768 resolutie of hoger Webbrowser: Internet Explorer 8.0 en hogere versies, Apple Safari 5.0.2 en hogere versies, Mozilla Firefox 5.0 en hogere versies en Google Chrome 18 en hogere versies.
Pagina 13
Doel: Om de camera via een LAN te bekijken en configureren moet u de netwerkcamera verbinden met hetzelfde subnet als uw computer en de SADP- of iVMS-4200- software installeren om het IP van de netwerkcamera te zoeken en te wijzigen.
Pagina 14
Gebruikershandleiding netwerkcamera Doel: Om de netwerkcamera te testen kunt u deze direct aansluiten op de computer met een netwerkkabel, zoals getoond in Afbeelding 2–1. Zie Afbeelding 2–2 om de netwerkcamera over LAN in te stellen via een switch of router.
Pagina 15
Gebruikershandleiding netwerkcamera De computer en de camera moeten tot hetzelfde subnet behoren. Aangezien de camera DHCP standaard inschakelt, moet u de SADP-software gebruike om het IP-adres te zoeken. Afbeelding 2–3 Activering via een webbrowser 3. Creëer een wachtwoord en voer het wachtwoord in het wachtwoordveld in. STERK WACHTWOORD AANBEVOLEN–We bevelen ten sterkste aan om een sterk wachtwoord naar keuze aan te maken (met ten minste 8 tekens, inclusief ten minste drie van de volgende categorieën: hoofdletters,...
Pagina 16
Gebruikershandleiding netwerkcamera Stappen: 1. Voer de SADP-software uit om naar online apparaten te zoeken. 2. Controleer de status van het apparaat van de apparatenlijst en selecteer het inactieve apparaat. Selecteer het inactieve apparaat. Select inactive device. Wachtwoord invoeren Input and confirm en bevestigen.
Pagina 17
Gebruikershandleiding netwerkcamera 4. Klik op Activate om het activeren te starten. U kunt controleren of de activering is voltooid op het pop-upvenster. Als de activering mislukt, zorg er dan voor dat het wachtwoord voldoet aan de vereisten en probeer het opnieuw.
Pagina 18
Gebruikershandleiding netwerkcamera Stappen: 1. Wanneer de clientsoftware wordt uitgevoerd, ziet u een pop-up van het bedieningspaneel van de software, zoals in onderstaande afbeelding wordt weergegeven. Afbeelding 2–6 Bedieningspaneel 2. Klik op het pictogram Device Management om de interface Device Management te openen, zoals weergegeven in de figuur hieronder.
Pagina 19
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 2–7 Interface Apparatenbeheer 3. Controleer de apparaatstatus via de apparaatlijst en selecteer een inactief apparaat. 4. Klik op de knop Activate om een pop-up te openen van de activeringsinterface. 5. Creëer een wachtwoord en voer het wachtwoord in het wachtwoordveld in en bevestig het wachtwoord.
Pagina 20
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 2–8 Interface activering (clientsoftware) 6. Klik op de knop OK om de activering te starten. 7. Klik op de knop Modify Netinfo om een pop-up te openen van de interface Netwerkparameter aanpassen, zoals in onderstaande afbeelding wordt weergegeven. Afbeelding 2–9 De netwerkparameters aanpassen 8.
Pagina 21
Gebruikershandleiding netwerkcamera 2.2 De netwerkcamera over een WAN instellen Doel: Deze sectie verklaart het verbinden van de netwerkcamera met het WAN met een statisch of een dynamisch IP-adres. 2.2.1 Statische IP-verbinding Voordat u begint: Pas een statisch IP-adres toe via een ISP (Internet Service Provider). U kunt de netwerkcamera met het statisch IP-adres verbinden via een router of hem direct met het WAN verbinden.
Pagina 22
Gebruikershandleiding netwerkcamera Direct verbinden van de netwerkcamera met statisch IP-adres U kunt het statische IP-adres ook in de camera opslaan en hem zonder gebruik van een router direct met het internet verbinden. Zie Sectie 2.1.2 voor gedetailleerde configuratie van het IP-adres van de netwerkcamera. Netwerkkabel Netwerkkabel Internet...
Pagina 23
Gebruikershandleiding netwerkcamera De netwerkcamera via een modem verbinden Doel: Deze camera ondersteunt de functies PPPoE automatisch kiezen. Nadat de camera is verbonden met een modern, krijgt deze een publiek IP-adres via ADSL kiezen. U moet de PPPoE parameters van de netwerkcamera configureren. Raadpleeg Sectie 7.1.3 PPPoE-instellingen configureren voor gedetailleerde configuratie.
Pagina 24
Gebruikershandleiding netwerkcamera Privé resolutie domeinnaam Pc + IP-server + statisch IP-adres Netwerkkabel Poorttoewijzing Netwerkkabel Netwerkkabel Netwerkkabel Internet Netwerkcamera Router met dynamisch IP Computer Afbeelding 2–14 Privé resolutie domeinnaam Stappen: 1. De software IP Server installeren en uitvoeren op een computer met een statisch IP-adres.
Pagina 25
Gebruikershandleiding netwerkcamera Hoofdstuk 3 Toegang tot de netwerkcamera 3.1 Toegang via webbrowsers Stappen: 1. Open de webbrowser. 2. Voer in de adresbalk van de browser het IP-adres van de netwerkcamera in en druk op Enter om de interface aanmelden te openen. Opmerking: Het standaard IP-adres is 192.168.1.64.
Pagina 26
3.2 Toegang via clientsoftware De product-cd bevat de iVMS-4200 clientsoftware. Met de software kunt u de live video bekijken en de camera beheren. Volg de stappen van de installatie om de software te installeren. De interfaces bedieningspaneel en liveweergave van de iVMS-4200 clientsoftware worden hieronder getoond.
Pagina 28
Gebruikershandleiding netwerkcamera Hoofdstuk 4 Wi-Fi-instellingen Doel: Door te verbinden via een draadloos netwerk hoeft u geen enkele soort kabel te gebruiken voor de netwerkverbinding, wat handig is voor de feitelijke surveillancetoepassing. Opmerking: Dit hoofdstuk is alleen van toepassing voor camera's met ingebouwde Wi-Fi-module.
Pagina 29
Gebruikershandleiding netwerkcamera 3. Klik op een draadloze verbinding in de lijst om deze te kiezen. Afbeelding 4–2 Wi-Fi-instellingen - Modus beheren 4. Markeer het keuzerondje om de Network mode in te stellen op Manage; de Security mode van het netwerk wordt automatisch getoond wanneer u het draadloze netwerk selecteert.
Pagina 30
Gebruikershandleiding netwerkcamera 2. Een SSID voor de camera aanpassen. 3. De beveiligingsmodus van de draadloze verbinding kiezen. 4. De functie draadloze verbinding op de pc inschakelen. 5. Zoek het netwerk aan de kant van de pc; u kunt de SSID van de opgegeven camera zien.
Pagina 31
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 4–6 WEP-modus Authentication: Selecteer open of gedeelde authenticatie sleutelsysteem, afhankelijk van de door uw toegangspunt gebruikte methode. Niet alle toegangspunten hebben deze optie. In dit geval gebruiken ze waarschijnlijk Open Systeem, wat soms bekend staat als SSID-authenticatie. Key length: Dit is voor het instellen van de lengte van de sleutel die wordt ...
Pagina 32
Gebruikershandleiding netwerkcamera Modi WPA-Enterprise en WPA2-Enterprise: Kies het type client-/serverauthenticatie dat door het toegangspunt wordt gebruikt; EAP-TTLS of EAP-PEAP. EAP-TTLS Afbeelding 4–8 EAP-TTLS Identiteit: Voer de gebruikers-ID in om aan het netwerk te presenteren. Wachtwoord privésleutel: Voer het wachtwoord voor uw gebruikers-ID in. ...
Pagina 33
Gebruikershandleiding netwerkcamera Voor uw privacy en om uw systeem beter te beschermen tegen veiligheidsrisico's, bevelen we u ten zeerste aan om sterke wachtwoorden te gebruiken voor alle functies en netwerkapparaten. Het wachtwoord moet naar uw eigen keus zijn (met ten minste 8 tekens, inclusief ten minste drie van de volgende categorieën: hoofdletters, kleine letters, nummers en speciale tekens) om de beveiliging van uw product te verhogen.
Pagina 34
Gebruikershandleiding netwerkcamera Opmerking: Als u de WPS-functie inschakelt, dan hoeft u de parameters, zoals het type versleuteling, niet te configureren en hoeft u de sleutel van de draadloze verbinding niet te weten. Stappen: Afbeelding 4–9 Wi-Fi-instellingen - WPS PBC-modus: PBC verwijst naar de configuratie met drukknoppen, waarbij de gebruiker eenvoudig op een knop moet drukken, hetzij een feitelijke of een virtuele knop (zoals de knop in de configuratie-interface van de IE-browser), zowel op het toegangspunt (en een registrar van het netwerk) en het nieuwe draadloze...
Pagina 35
Gebruikershandleiding netwerkcamera 4. Druk op de WPS-knop om de functie op de camera in te schakelen. Als er zich geen WPS-knop op de camera bevindt, dan kunt u ook op de virtuele knop klikken om de PBC-functie in de webinterface in te schakelen. 5.
Pagina 36
Gebruikershandleiding netwerkcamera 1. Klik op Generate. 2. Voer de code in op de router; in het voorbeeld wordt 48167581 op de router ingevoerd. 4.3 Instellingen IP-eigenschappen voor draadloze netwerkverbinding Het standaard IP-adres van de controller van de interface draadloos netwerk is 192.168.1.64.
Pagina 37
Gebruikershandleiding netwerkcamera 3. Pas het IPv4-adres, IPv4 subnetmasker en de IPv4 standaard gateway aan. De procedure voor het instellen is dezelfde als die voor LAN. Als u het IP-adres wilt laten toewijzen, markeer dan het selectievakje om DHCP in te schakelen.
Pagina 38
Gebruikershandleiding netwerkcamera Hoofdstuk 5 Liveweergave 5.1 Pagina liveweergave Doel: Met de pagina liveweergave kunt u de realtime video bekijken, foto's vastleggen, PTZ-regeling realiseren, voorinstellingen instellen/oproepen en videoparameters configureren. Meld u aan bij de netwerkcamera op de pagina liveweergave te openen of klik op Live View op de menubalk van de hoofdpagina om de pagina liveweergave te openen.
Pagina 39
Gebruikershandleiding netwerkcamera tweeweg audio, digitaal zoomen starten/stoppen enz. IE-gebruikers (Internet Explorer) kunnen plug-ins zoals webcomponenten en QuickTime selecteren. Niet-IE-gebruikers kunnen webcomponenten, QuickTime, VLC of MJPEG selecteren als deze door de webbrowser worden ondersteund. PTZ-bediening: Uitvoeren van pan-, tilt- en zoomen van de camera. Het licht en de wisser bedienen (alleen beschikbaar bij camera's die de PTZ-functie ondersteunen).
Pagina 40
Gebruikershandleiding netwerkcamera Pictogram Beschrijving De microfoon in-/uitschakelen. Digitale zoomfunctie starten/stoppen. Opmerking: De pictogrammen variëren voor de verschillende cameramodellen. 5.3 Handmatig opnemen en foto's vastleggen Klik in de interface liveweergave op op de werkbalk om de live foto's vast te leggen of klik op om de liveweergave op te nemen.
Pagina 41
Gebruikershandleiding netwerkcamera Klik op de richtingknoppen om de pan-/tiltbewegingen te bedienen. Afbeelding 5–3 PTZ-bedieningspaneel Klik op zoomen/scherpstellen/diafragma om de lens te bedienen. Opmerkingen: Er zijn acht richtingsknoppen ( , ) op het bedieningspaneel. Klik op de pijlen om de relatieve posities aan te passen. ...
Pagina 42
Gebruikershandleiding netwerkcamera 5.4.2 Een voorinstelling instellen/oproepen Een voorinstelling instellen: 1. Selecteer in het PTZ-bedieningspaneel het nummer van een voorinstelling uit de lijst met voorinstellingen. Afbeelding 5–4 Een voorinstelling instellen 2. Gebruik de PTZ-bedieningsknoppen om de lens naar de gewenste positie te verplaatsen.
Pagina 43
Gebruikershandleiding netwerkcamera U kunt ook de muis plaatsen op de interface voorinstellingen en de voorinstelling oproepen door het nummer van de voorinstelling te typen om de overeenkomstige voorinstellingen op te roepen. Afbeelding 5–5 Een voorinstelling oproepen 5.4.3 Een patrouille instellen/oproepen Opmerking: Er moeten ten minste 2 voorinstellingen worden geconfigureerd voordat u een patrouille instelt.
Pagina 44
Gebruikershandleiding netwerkcamera 6. Klik op OK om een patrouille op te slaan. 7. Klik op om de patrouille te starten en klik op om deze te stoppen. 8. (Optioneel) Klik op om een patrouille te verwijderen.
Pagina 45
Gebruikershandleiding netwerkcamera Hoofdstuk 6 Configuratie netwerkcamera 6.1 Lokale parameters configureren Doel: De lokale configuratie verwijst naar de parameters van de liveweergave, opnamebestanden en vastgelegde foto's. De opnamebestanden en vastgelegde foto's zijn degenen die u opneemt en vastlegt met de webbrowser en daarom bevinden de paden voor het opslaan zich op de pc waarop de browser draait.
Pagina 46
Gebruikershandleiding netwerkcamera HTTP: Biedt dezelfde kwaliteit als de TCP zonder specifieke poorten in te stellen voor streaming onder bepaalde netwerkomstandigheden. MULTICAST: Bij gebruik van de functie Multicast wordt het aanbevolen om het type MCAST te selecteren. Zie Sectie 7.1.1 TCP/IP-instellingen configureren voor gedetailleerde informatie over Multicast.
Pagina 47
Gebruikershandleiding netwerkcamera Opmerking: Klik op Browse om de directory voor het opslaan van clips en foto's te wijzigen en klik op Open om de ingestelde map met opgeslagen clips en foto's te openen. 3. Klik op Save om de instellingen op te slaan. 6.2 Systeeminstellingen configureren Doel: Volg onderstaande instructies voor het configureren van de systeeminstellingen,...
Pagina 48
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 6–2 Basisinformatie Online upgrade Bij sommige cameramodellen met gekoppelde geheugenkaart kunt u klikken op Update, wat rechts van de het tekstveld Firmware Version verschijnt, om te kijken of er een nieuwe versie beschikbaar is. Als er een nieuwe versie beschikbaar is, dan wordt het versienummer weergegeven in het tekstveld New Version eronder en kunt u klikken op Upgrade om de firmware voor de camera te upgraden.
Pagina 49
Gebruikershandleiding netwerkcamera 6.2.2 Tijdsinstellingen configureren Doel: U kunt de instructies in deze sectie volgen om de instellingen voor tijdsynchronisatie en DST te configureren. Stappen: 1. Open de interface Time Settings: Configuration > System > System Settings > Time Settings. Afbeelding 6–4 Tijdinstellingen 2.
Pagina 50
Gebruikershandleiding netwerkcamera (3) (Optioneel) Klik op Test om de functie tijdsynchronisatie via NTP-server te testen. Afbeelding 6–5 Tijdsynchronisatie door de NTP-server Opmerking: Als de camera is verbonden met een publiek netwerk, dan moet u een NTP-server gebruiken die is voorzien van een functie tijdsynchronisatie, zoals de server bij het "National Time Center"...
Pagina 51
Gebruikershandleiding netwerkcamera Klik op Save om de instellingen op te slaan. 6.2.3 RS232-instellingen configureren De RS232-poort kan op twee manieren worden gebruikt: Configuratie parameters: Sluit de camera via de seriële poort aan op een computer. Parameters van apparaten kunnen met software, zoals HyperTerminal, worden geconfigureerd.
Pagina 52
Gebruikershandleiding netwerkcamera 6.2.4 RS485-instellingen configureren Doel: De RS485 seriële poort wordt gebruikt om de PTZ van de camera te bedienen. Het configureren van de PTZ-parameters moet voltooid zijn voor u de PTZ-eenheid bedient. Stappen: 1. Ga naar de interface RS-485 poortinstellingen: Configuration > System > System Settings >...
Pagina 53
Gebruikershandleiding netwerkcamera 6.2.5 DST-instellingen configureren Doel: Zomertijd (Daylight Saving Time - DST) is een manier om beter gebruik te maken van natuurlijk daglicht door tijdens de zomermaanden de klok een uur vooruit te zetten en in de herfst weer terug. Configureer de DST naar behoefte.
Pagina 54
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 6–10 Instellingen externe apparaten 2. Markeer het selectievakje Enable Supplement Light om de ledlamp in te schakelen. 3. Beweeg de schuifregelaar om Low Beam Brightness en High Bean Brightness aan te passen. 4. Selecteer de modus LED light. Er kan Timing en Auto worden geselecteerd. ...
Pagina 55
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 6–12 Configuratie VCA-middelen Stappen: 1. Open de interface configuratie VCA-middelen: Configuration > System > System Settings > VCA Resource 2. Selecteer een gewenste VCA-combinatie. Er kan SMART Event + Face Detection of SMART Event + Heat Map worden geselecteerd. 3.
Pagina 56
Gebruikershandleiding netwerkcamera Reboot: Herstart het apparaat. Restore: Herstelt alle parameters, behalve de IP-parameters en gebruikersinformatie, naar de standaardinstellingen. Default: Herstelt alle parameters naar de standaard fabrieksinstellingen. Opmerking: Na het herstellen van de standaardinstellingen wordt het IP-adres herstelt naar het standaard IP-adres;...
Pagina 57
Gebruikershandleiding netwerkcamera 6.3.2 Logboek Doel: De bediening, alarmen, uitzonderingen en informatie van de camera kunnen in logboekbestanden worden opgeslagen. U kunt de logboekbestanden ook naar uw wens exporteren. Voordat u begint: Configureer de netwerkopslag voor de camera of plaats een SD-kaart in de camera. Stappen: 1.
Pagina 58
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 6–14 Zoeken logboek 4. Klik om de logboekbestanden te exporteren op Export om de logboekbestanden op te slaan. 6.3.3 Systeemservice Doel: Instellingen systeemservice verwijst naar de hardwareservice die de camera ondersteunt. Ondersteunde functies variëren voor de verschillende camera's. Aangezien de camera's IR-led, ABF (automatische backfocus), automatisch ontwasemen of statusled ondersteunen, kunt u selecteren om de overeenkomstige service naar feitelijke behoefte in of uit te schakelen.
Pagina 59
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 6–15 Derde stream inschakelen 6.4 Beveiligingsinstellingen Configureer de parameters, waaronder authenticatie, anoniem bezoek, filter IP-adres en beveiligingsservice van de interface beveiliging. 6.4.1 Authenticatie Doel: U kunt de streamdata voor liveweergave specifiek beveiligen. Stappen: 1. Open de interface Authentication: Configuration > System > Security > Authentication.
Pagina 60
Gebruikershandleiding netwerkcamera 6.4.2 Filter IP-adres Doel: Met deze functie kan de toegang worden gecontroleerd. Stappen: 1. Open de interface filter IP-adres: Configuration > System > Security > IP Address Filter. Afbeelding 6–17 Interface filter IP-adres 2. Markeer het selectievakje van Enable IP-adres Filter. 3.
Pagina 61
Gebruikershandleiding netwerkcamera Een IP-adres aanpassen Stappen: (1) Klik met de linkermuisknop op een IP-adres in de filterlijst en klik op Modify. (2) Pas het IP-adres aan in het tekstvak. Afbeelding 6–19 Een IP aanpassen (3) Klik op OK om het aanpassen te voltooien. Eén of meer IP-adressen verwijderen.
Pagina 62
Gebruikershandleiding netwerkcamera 2. Markeer het selectievakje van Enable SSH om de beveiliging voor de datacommunicatie in te schakelen en schakel het selectievakje uit om SSH uit te schakelen. 3. Markeer het selectievakje van Enable Illegal Login Lock, waarna het IP-adres wordt vergrendeld als de beheerder 7 keer een verkeerde gebruikersnaam/ wachtwoord invoert (5 keer voor de bedienaar/gebruiker).
Pagina 63
Gebruikershandleiding netwerkcamera De gebruiker beheerder kan niet worden verwijderd en u kunt alleen het beheerderswachtwoord wijzigen. Stappen: 1. Klik op Add om een gebruiker toe te voegen. 2. Voer de User Name in, selecteer Level en voer het Password in. Opmerkingen: ●...
Pagina 64
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 6–22 Een gebruiker toevoegen Een gebruiker wijzigen Stappen: 1. Klik op de gebruiker in de lijst om deze te selecteren en klik op Modify. 2. Wijzig User Name, Level en Password. STERK WACHTWOORD AANBEVOLEN–We bevelen ten sterkste aan om een sterk wachtwoord naar keuze aan te maken (met ten minste 8 tekens, inclusief ten minste drie van de volgende categorieën: hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens) om de beveiliging van...
Pagina 65
Gebruikershandleiding netwerkcamera 4. Klik op OK om het wijzigen van gebruikers te beëindigen. Afbeelding 6–23 Een gebruiker aanpassen Een gebruiker verwijderen Stappen: 1. Klik op de gebruiker die u wilt verwijderen om deze te selecteren en klik op Delete. 2.
Pagina 66
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 6–24 De online gebruikers bekijken...
Pagina 67
Gebruikershandleiding netwerkcamera Hoofdstuk 7 Netwerkinstellingen Doel: Volg de instructies in dit hoofdstuk om de basisinstellingen en geavanceerde instellingen te configureren. 7.1 Basisinstellingen configureren Doel: Door de instructies in deze sectie te volgen kunt u de parameters configureren, waaronder TCP/IP, DDNS, PPPoE, poort, NAT enz. 7.1.1 TCP/IP-instellingen configureren Doel: TCP/IP-instellingen moeten juist worden geconfigureerd voordat u de camera over het...
Pagina 68
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 7–1 TCP/IP-instellingen 2. Configureer de basis-netwerkinstellingen, waaronder het NIC-type, IPv4- of IPv6-adres, IPv4 of IPv6 subnetmasker, IPv4 of IPv6 standaard gateway, MTU-instellingen en Multicast-adres. 3. (Optioneel) Markeer het selectievakje van Enable Multicast Discovery, waarna de online netwerkcamera automatisch kan worden gedetecteerd door clientsoftware via het privé-Multicastprotocol op het LAN.
Pagina 69
Gebruikershandleiding netwerkcamera De Multicast verzendt een stream naar het adres van de multicastgroep en meerdere cliënten kunnen tegelijkertijd de stream verkrijgen door een kopie van het adres van de multicastgroep aan te vragen. U moet de functie Multicast van uw router inschakelen voordat u deze functie gebruikt.
Pagina 70
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 7–2 DynDNS-instellingen NO-IP: Stappen: (1) Stel het DDNS Type in op NO-IP. Afbeelding 7–3 Instellingen NO-IP DNS (2) Voer het serveradres www.noip.com (3) Voer de door u geregistreerde domeinnaam in. (4) Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in. (5) Klik op Save, waarna u de camera met de domeinnaam kunt bekijken.
Pagina 71
Gebruikershandleiding netwerkcamera 7.1.3 PPPoE-instellingen configureren Stappen: 1. Ga naar de interface PPPoE-instellingen: Configuration > Network > Basic Settings > PPPoE. Afbeelding 7–4 PPPoE-instellingen 2. Schakel het selectievakje naast Enable PPPoE in om deze functie in te schakelen. 3. Voer User Name, Password in en Confirm het wachtwoord voor PPPoE-toegang.
Pagina 72
Gebruikershandleiding netwerkcamera 7.1.4 Poortinstellingen configureren Doel: U kunt het poortnr. van de de camera instellen; bijv. HTTP-poort, RTSP-poort of HTTPS-poort. Stappen: 1. Open de interface poortinstellingen: Configuration > Network > Basic Settings > Port. Afbeelding 7–5 Poortinstellingen 2. Stel de HTTP-poort, RTSP-poort, HTTPS-poort en serverpoort van de camera in. HTTP Port: Het standaard poortnummer is 80;...
Pagina 73
Gebruikershandleiding netwerkcamera 7.1.5 Configureer de NAT-instellingen (Network Address Translation) Doel: Met de NAT-interface kun u de UPnP™-parameters configureren. Universele Plug-and-Play (UPnP™) is een netwerkarchitectuur doe compatibiliteit biedt onder netwerkapparatuur, software en andere hardware-apparaten. Met het UPnP-protocol kunnen apparaten naadloos worden verbonden en kan de implementatie van netwerken worden vereenvoudigd in huis- en bedrijfsomgevingen.
Pagina 74
Gebruikershandleiding netwerkcamera 7.2 Configureer geavanceerde instellingen Doel: Door het volgen van de instructies in deze sectie kunt u de parameters configureren, waaronder SNMP, FTP, e-mail, HTTPS, QoS, 802.1x enz. 7.2.1 SNMP-instellingen configureren Doel: U kunt de SNMP-functie instellen voor het verkrijgen van camerastatus, parameters en aan alarmen gerelateerde informatie en de camera extern te beheren wanneer deze met het netwerk is verbonden.
Pagina 75
Gebruikershandleiding netwerkcamera Stappen: 1. Ga naar de interface SNMP-instellingen: Configuration > Network > Advanced Settings > SNMP. Afbeelding 7–7 SNMP-instellingen...
Pagina 76
Gebruikershandleiding netwerkcamera 2. Markeer het selectievakje van Enable SNMPv1, Enable SNMP v2c, Enable SNMPv3 om de overeenkomstige functie in te schakelen. 3. Configureer de SNMP-instellingen. Opmerking: De instellingen van de SNMP-software moeten dezelfde zijn als de instellingen die u hier configureert. 4.
Pagina 77
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 7–8 FTP-instellingen 2. Voer het FTP-adres en de FTP-poort in. 3. Configureer de FTP-instellingen; de gebruikersnaam en het wachtwoord zijn vereist voor aanmelden bij de FTP-server. Voor uw privacy en om uw systeem beter te beschermen tegen ...
Pagina 78
Gebruikershandleiding netwerkcamera wordt geselecteerd, dan kunt u de cameranaam of het cameranr. als de naam van de map gebruiken. Picture Filing Interval: U kunt het interval voor het archiveren van foto's instellen tussen 1 en 30 dagen, voor beter fotobeheer. Foto's die in hetzelfde tijdsinterval worden vastgelegd worden opgeslagen in één map die wordt benoemd met de begin- en einddatum van het tijdsinterval.
Pagina 79
Gebruikershandleiding netwerkcamera Voordat u begint: Voor u de DNS-server configureert onder Configuration > Network > Basic Settings > TCP/IP voor u de e-mailfunctie gebruikt. Stappen: 1. Open de TCP/IP-instellingen (Configuration > Network > Basic Settings > TCP/IP) om IPv4adres, IPv4 subnetmasker, IPv4 standaard gateway en de DNS-server van uw voorkeur in te stellen.
Pagina 80
Gebruikershandleiding netwerkcamera Attached Image: Markeer het selectievakje van bijgevoegde afbeelding als u e-mails met bijgevoegde alarmafbeeldingen wilt verzenden. Interval: Het interval verwijst naar de tijd tussen twee acties van het verzenden van bijgevoegde foto's. Authentication (optioneel): Als uw e-mailserver authenticatie vereist, markeer dan dit selectievakje om authenticatie te gebruiken voor het aanmelden bij deze server en en voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in.
Pagina 81
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 7–9 E-mailinstellingen 4. Klik op Save om de instellingen op te slaan. 7.2.4 Platformtoegang Doel: Platformtoegang biedt u een optie om het apparaat via een platform te beheren. Stappen: 1. Open de interface Platformtoegang: Configuration > Network > Advanced Settings >...
Pagina 82
Gebruikershandleiding netwerkcamera Opmerking: Hik-Connect is een toepassing voor mobiele apparaten. U kunt met de app livebeelden van de camera bekijken, alarmmeldingen ontvangen enzovoort. Als u Platform Access Mode instelt op Hik-Connect, 1) klik dan op "Terms van Service" en "Privacy Policy" en lees deze in de vensters die verschijnen.
Pagina 83
Gebruikershandleiding netwerkcamera Stappen: 1. Klik op het tabblad Wireless Dial om de interface configuratie draadloos kiezen te openen: Configuration > Network > Advanced Settings > Wireless Dial. 2. Markeer het selectievakje om de instellingen voor draadloos kiezen te openen. 3. Configureer de kiesparameters. 1) Selecteer de kiesmodus van de vervolgkeuzelijst.
Pagina 84
Gebruikershandleiding netwerkcamera 2) Selecteer het item op de whitelist en klik op Edit. 3) Voer het mobiele telefoonnummer voor de whitelist in, markeer het selectievakje van Reboot via SMS, selecteer het alarm voor SMS-push en klik op OK. Opmerking: Stuur het bericht "reboot" naar het apparaat om het via SMS te herstarten;...
Pagina 85
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 7–10 Interface HTTPS-configuratie 3. Maak het door uzelf getekende of geautoriseerde certificaat aan. Het door uzelf getekende certificaat aanmaken (1) Selecteer Create Self-signed Certificate als installatiemethode. (2) Klik op Create om de interface aanmaken te openen. Afbeelding 7–11 Door uzelf getekende certificaat aanmaken (3) Het land, de hostnaam/het IP, de geldigheid en andere informatie invoeren.
Pagina 86
Gebruikershandleiding netwerkcamera (3) Download het verzoek voor het certificaat en dien het voor ondertekening in bij de autoriteit voor vertrouwde certificaten. (4) Importeer het ondertekende geldige certificaat na ontvangst naar het apparaat. 4. Nadat het aanmaken en installeren van het certificaat is gelukt, is de certificaatinformatie aanwezig.
Pagina 87
Gebruikershandleiding netwerkcamera 2. Configureer de QoS-instellingen, inclusief Video/Audio DSCP, Event/Alarm DSCP en Management DSCP. Het geldige bereik voor de waarde van DSCP is 0 t/m 63. Hoe hoger de DSCP-waarde, hoe hoger de prioriteit. Opmerking: DSCP verwijst naar de Differentiated Service Code Point (gedifferentieerd servicecodepunt);...
Pagina 88
Gebruikershandleiding netwerkcamera Stappen: 1. Open de interface 802.1X instellingen: Configuration > Network > Advanced Settings > 802.1X Afbeelding 7–14 802.1X-instellingen 2. Markeer het selectievakje Enable IEEE 802.1X om de functie in te schakelen. 3. Configureer de 802.1X-instellingen, waaronder protocol, EAPOL-versie, gebruikersnaam, wachtwoord en bevestig.
Pagina 89
Gebruikershandleiding netwerkcamera Hoofdstuk 8 Video-/audio-instellingen Doel: Volg onderstaande instructies voor het in stream configureren van de video-instellingen, audio instellingen, ROI en weergave-informatie. 8.1 Video-instellingen configureren Stappen: 1. Open de interface Video instellingen: Configuration > Video/Audio > Video. Afbeelding 8–1 Video-instellingen 2.
Pagina 90
Gebruikershandleiding netwerkcamera Opmerkingen: Bij sommige modellen moet u voor het inschakelen van de derde stream naar • System > Maintenance > System Service > Software gaan en het selectievakje van Enable Third Stream markeren om het systeem te herstarten en de derde stream in te schakelen. De hoofdstream is meestal voor opnemen en liveweergave met een goede •...
Pagina 91
Gebruikershandleiding netwerkcamera Max. Bitrate: Stel de maximale bitrate in tussen 32 en 16384 Kbps. De hogere waarde komt overeen met de hogere videokwaliteit, maar de beste bandbreedte is vereist. Opmerking: De maximale limiet van de maximale bitratewaarde varieert voor verschillende cameraplatforms. Bij bepaalde camera's is de maximale limiet 8192 Kbps of 12288 Kbps.
Pagina 92
Gebruikershandleiding netwerkcamera Opmerkingen: Upgrade uw videospeler naar de nieuwste versie als liveweergave of afspelen • niet goed werkt door compatibiliteit. Het bitratetype moet variabel zijn als u H.264+ of H.265+ wilt gebruiken. • Als H.264+/H.265+ is ingeschakeld en het bitratetype is variabel, dan •...
Pagina 93
Gebruikershandleiding netwerkcamera Smoothing: Het verwijst naar de gladheid van de stream. Hoe hoger de waarde voor het vloeiend maken, hoe vloeiender de stream, maar de videokwaliteit is mogelijk niet bevredigend. Hoe lager de waarde voor het vloeiend maken, hoe hoger de kwaliteit van de stream, maar deze is mogelijk niet vloeiend.
Pagina 94
Gebruikershandleiding netwerkcamera Audio Input: Voor de aangesloten microfoon en toonopnemer worden respectievelijk MicIn en LineIn geselecteerd. Input Volume: 0 - 100 aanpasbaar. Environmental Noise Filter: Stel dit in op OFF of ON. Wanneer de functie is ingeschakeld, kan het omgevingslawaai tot behaalde hoogte worden gefilterd. 3.
Pagina 95
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 8–3 Instellingen interessegebied Stappen: 1. Ga naar de interface ROI-instellingen: Configuration > Video/Audio > ROI. 2. Selecteer het Stream Type voor ROI-codering. 3. Markeer het selectievakje van Enable onder het item Fixed Region. 4. Stel Fixed Region in voor ROI. (1) Selecteer het Region No.
Pagina 96
Gebruikershandleiding netwerkcamera (2) Markeer het selectievakje Enable om de ROI-functie voor de gekozen regio in te schakelen. (3) Klik op Drawing. Klik met de muis in het weergavescherm en sleep om een rode rechthoek voor het interessegebied te tekenen. I kunt klikken op Clear om de vorige tekening te annuleren.
Pagina 97
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 8–4 Informatie weergeven op stream 8.5 Doel bijsnijden configureren Doel: U kunt een doelgebied specificeren op de live video, waarna het gespecificeerde gebied met een bepaalde resolutie kan worden weergegeven via de derde stream, wat naar behoefte voorziet in meer details van het doelgebied. Opmerking: De functie doel bijsnijden varieert voor verschillende cameramodellen.
Pagina 98
Gebruikershandleiding netwerkcamera Hoofdstuk 9 Beeldinstellingen Doel: Volg de instructies in dit hoofdstuk voor het configureren van de beeldparameters, waaronder weergave-instellingen, OSD-instellingen, privacymasker en foto-overlay. 9.1 Beeldscherminstellingen configureren Doel: Configureer beeldaanpassing, belichtingsinstellingen, dag-/nachtschakelaar, instellingen achterverlichting, witbalans, beeldverbetering, video-aanpassing en andere parameters in de weergave-instellingen. Opmerking: De weergaveparameters variëren voor de verschillende cameramodellen.
Pagina 99
Gebruikershandleiding netwerkcamera 2. Stel de beeldparameters van de camera in. Opmerking: Om de beeldkwaliteit bij verschillende belichting te garanderen, wordt er voorzien in twee sets parameters die door de gebruiker kunnen worden geconfigureerd. Image Adjustment Brightness beschrijft de helderheid van het beeld, wat uiteenloopt van 1 t/m 100. Contrast beschrijft het contrast van het beeld, wat uiteenloopt van 1 t/m 100.
Pagina 100
Gebruikershandleiding netwerkcamera Voor de dag-/nachtschakelaar kan Day, Night, Auto, Scheduled-Switch of Triggered by alarm input worden geselecteerd. Afbeelding 9–3 Dag-/nachtschakelaar Day: De camera blijft in de dagmodus. Night: De camera blijft in de nachtmodus. Auto: De camera schakelt automatisch tussen dag- en nachtmodus op basis van het lichtniveau.
Pagina 101
Gebruikershandleiding netwerkcamera Backlight Settings BLC Area: Als u wilt focussen op een object met sterk tegenlicht, wordt het object te donker om goed te kunnen zien. BLC compenseert het licht op het voorste voorwerp om het duidelijk te maken. Er kan OFF, Up, Down, Left, Right, Center, Auto of Custom worden geselecteerd.
Pagina 102
Gebruikershandleiding netwerkcamera Defog Mode: U kunt de functie ontwasemen inschakelen wanneer de omgeving en het beeld mistig zijn. Dit verbetert de subtiele details, zodat het beeld helderder wordt. EIS (Electrical Image Stabilizer - elektrische beeldstabilisator): EIS vermindert de effecten van trillingen in een video. Grey Scale: U kunt het bereik van de grijsschaal instellen als [0 - 255] of [16 - 235].
Pagina 103
Gebruikershandleiding netwerkcamera Overige Sommige cameramodellen ondersteunen CVBS-, SDI- of HDMI-uitgangen. Stel de lokale uitgang in op ON of OFF volgens het feitelijke apparaat. 9.1.2 Geplande schakeling dag/nacht Met de interface configuratie geplande dag-/nachtschakeling kunt u de cameraparameters voor dag en nacht afzonderlijk instellen, wat de beeldkwaliteit bij verschillende helderheden garandeert.
Pagina 104
Gebruikershandleiding netwerkcamera Opmerking: Zie Sectie 9.1.1 Automatische dag-/nachtschakelaar voor de gedetailleerde informatie van iedere parameter. 3. Klik op het tabblad Day om de parameters te configureren die van toepassing zijn op de dagmodus. 4. Klik op het tabblad Night om de parameters te configureren die van toepassing zijn op de nachtmodus.
Pagina 105
Gebruikershandleiding netwerkcamera 2. Markeer het overeenkomstig selectievakje om naar behoefte de weergave van de cameranaam, datum of week te selecteren. 3. Bewerk de cameranaam in het tekstveld van Camera Name. 4. Selecteer het in te stellen tijds- en datumformaat van de vervolgkeuzelijst. 5.
Pagina 106
Gebruikershandleiding netwerkcamera 3. Klik op Draw Area. Afbeelding 9–7 Instellingen privacymasker 4. Klik met de muis op het venster liveweergave en sleep om het gebied voor het masker te tekenen. Opmerking: U kan tot 4 gebieden op hetzelfde beeld tekenen. 5.
Pagina 107
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 9–8 Overlay afbeelding 2. Klik op Browse om een afbeelding te selecteren. 3. Klik op Upload om deze te uploaden. 4. Markeer het selectievakje Enable Picture Overlay om de functie in te schakelen. 5. Stel de waarden voor het X- en Y-coördinaat in voor het aanpassen van de positie van de afbeelding op het beeld.
Pagina 108
Gebruikershandleiding netwerkcamera Hoofdstuk 10 Instellingen gebeurtenissen Deze sectie verklaart het configureren van de netwerkcamera om te reageren op alarmgebeurtenissen, waaronder basisgebeurtenis en slimme gebeurtenis. 10.1 Basisgebeurtenissen U kunt de basisgebeurtenissen configureren door het volgen van de instructies in deze sectie, waaronder bewegingsdetectie, videomanipulatie, alarmingang, alarmuitgang, uitzondering enz.
Pagina 109
Gebruikershandleiding netwerkcamera Taken 1: Stel het gebied voor bewegingsdetectie in Stappen: 1. Open de interface instellingen bewegingsdetectie: Configuration > Event > Basic Event > Motion Detection. 2. Markeer het selectievakje van Enable Motion Detection. 3. Als u de gedetecteerde voorwerpen wilt selecteren met groene rechthoeken, markeer dan het selectievakje van Enable Dynamic Analysis for Motion.
Pagina 110
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 10–1 Bewegingsdetectie inschakelen 4. Klik op Draw Area. Klik met de muis op het venster liveweergave en sleep om een gebied voor bewegingsdetectie te tekenen. Klik op Stop Drawing om het tekenen van een gebied te beëindigen. 5.
Pagina 111
Gebruikershandleiding netwerkcamera Opgave 2: Stel het inschakelschema voor bewegingsdetectie in Afbeelding 10–2 Beveiligingsplanning Stappen: 1. Klik op Arming Schedule om het inschakelschema te bewerken. 2. Klik op de tijdsbalk en sleep de muis om de tijdsperiode te selecteren. Afbeelding 10–3 Beveiligingsplanning Opmerking: Klik op de geselecteerde tijdsperiode;...
Pagina 112
Gebruikershandleiding netwerkcamera 3. (Optioneel) Klik op Delete om het huidige inschakelschema te verwijderen of klik op opslaan om de instellingen op te slaan. 4. Beweeg de muis naar het einde van iedere dag; er verschijnt een dialoogvenster kopiëren, waarmee u de huidige instellingen naar andere dagen kunt kopiëren. 5.
Pagina 113
Gebruikershandleiding netwerkcamera Send Email Verzend een e-mail met de alarminformatie naar een of meerdere gebruiker(s) wanneer een gebeurtenis optreedt. Opmerking: Zie Sectie 7.2.3 voor het vooraf instellen van e-mail voor het verzenden van een e-mail wanneer er zich een gebeurtenis voordoet. ...
Pagina 114
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 10–5 Expertmodus van bewegingsdetectie Dag-/nachtschakelaar uit Stappen: 1. Teken het detectiegebied net zoals in de normale configuratiemodus. Er worden maximaal 8 gebieden ondersteund. 2. Selecteer OFF voor Switch Day and Night Settings. 3. Selecteer het gebied door op het gebiedsnummer te klikken. 4.
Pagina 115
Gebruikershandleiding netwerkcamera 5. Sleep de cursor om de gevoeligheid en verhoudingen aan te passen van het voorwerp in het gebied 's nachts. 6. Stel het inschakelschema en de koppelmethode in zoals in de normale configuratiemodus. 7. Klik op Save om de instellingen op te slaan. ...
Pagina 116
Gebruikershandleiding netwerkcamera Stappen: 1. Open de interface instellingen videomanipulatie: Configuration > Event > Basic Event > Video Tampering. Afbeelding 10–7 Alarm videomanipulatie 2. Markeer het selectievakje Enable Video Tampering om de detectie videomanipulatie in te schakelen. 3. Stel het gebied voor de videomanipulatie in. Zie Taak 1: Stel het gebied voor bewegingsdetectie in in Sectie 10.1.1.
Pagina 117
Gebruikershandleiding netwerkcamera 5. Markeer het selectievakje om de voor de videomanipulatie genomen koppelmethode te selecteren. Audible Warning, Notify Surveillance Center, Send Email en Trigger Alarm Output kunnen worden geselecteerd. Zie Taak 3: Stel de koppelmethode voor bewegingsdetectie in in Sectie 10.1.1. 6.
Pagina 118
Gebruikershandleiding netwerkcamera 3. Klik op Arming Schedule om het inschakelschema voor de alarmingang in te stellen. Zie Taak 2: Stel het inschakelschema voor bewegingsdetectie in in Sectie 10.1.1. 4. Klik op Linkage Method en markeer het selectievakje om de voor de alarmingang genomen koppelmethode te selecteren.
Pagina 119
Gebruikershandleiding netwerkcamera 3. De vertragingstijd kan worden ingesteld op 5s, 10s, 30s, 1min, 2min, 5min, 10min of Manual. De vertraagtijd verwijst naar de tijdsduur die de alarmuitgang blijft werken nadat het alarm heeft opgetreden. 4. Klik op Arming Schedule om de interface bewerken geplande tijd te openen. De configuratie van de tijdsplanning is hetzelfde als de instelling van de beveiligingsplanning voor bewegingsdetectie.
Pagina 120
Gebruikershandleiding netwerkcamera 10.1.6 Andere alarmen configureren Opmerking: Bepaalde camera's ondersteunen draadloos alarm, PIR (passieve infraroodsensor) alarm of noodalarm. Draadloos alarm Doel: Wanneer het signaal voor het draadloze alarm vanaf de detector, zoals een draadloos deurcontact, naar de camera wordt gezonden, dan wordt het draadloze alarm geactiveerd en kan er een reeks reacties worden ondernomen.
Pagina 121
Gebruikershandleiding netwerkcamera 7. Het externe draadloze apparaat naast de opzoeken en naar Configuration > System > System Settings > Remote Control gaan om de camera in te schakelen en het draadloze alarm te bestuderen. Afbeelding 10–12 Configureren instellingen draadloos alarm ...
Pagina 122
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 10–13 Instellingen PIR-alarm 2. Markeer het selectievakje van Enable om de functie PIR-alarm in te schakelen. 3. Voer indien gewenst de alarmnaam in het tekstveld in. 4. Markeer het selectievakje om de voor het PIR-alarm genomen koppelmethodes te selecteren.
Pagina 123
Gebruikershandleiding netwerkcamera Noodalarm Doel: U kunt in een noodgeval drukken op de noodknop op de afstandsbediening om het noodalarm te activeren. Opmerking: Voor het noodalarm is de afstandsbediening vereist. Ga naar Configuration > System > System Settings > Remote Control om eerst de afstandsbediening te bestuderen.
Pagina 124
Gebruikershandleiding netwerkcamera 10.2.1 Detectie uitzondering audio configureren Doel: De functie detectie uitzondering audio detecteert abnormale geluiden in de surveillancescène, zoals het plotseling toenemen/afnemen van de geluidsintensiteit. Er kunnen bepaald acties worden ondernomen wanneer het alarm wordt geactiveerd. Opmerking: De functie audio-uitzondering varieert voor verschillende cameramodellen. Stappen: 1.
Pagina 125
Gebruikershandleiding netwerkcamera Opmerkingen: Gevoeligheid: Bereik [1-100]: hoe lager de waarde, hoe groter de wijziging moet zijn om de detectie te activeren. Drempelwaarde geluidsintensiteit: Bereik [1-100]; dit kan het geluid in de omgeving filteren; hoe luider het omgevingsgeluid, hoe hoger de waarde moet zijn.
Pagina 126
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 10–17 Detectie onscherpte configureren 2. Markeer het selectievakje van Enable om de functie in te schakelen. 3. Klik en sleep de schuif om de detectiegevoeligheid in te stellen. De waarde van de gevoeligheid loopt van 1 tot 100; hoe hoger de waarde , hoe gemakkelijker de onscherpte van het beeld het alarm kan activeren.
Pagina 127
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 10–18 Detectie wijziging scène 2. Markeer het selectievakje van Enable om de functie in te schakelen. 3. Klik en sleep de schuif om de detectiegevoeligheid in te stellen. De waarde van de gevoeligheid loopt van 1 tot 100; hoe hoger de waarde, hoe gemakkelijker het wijzigen van de scène het alarm kan activeren.
Pagina 128
Gebruikershandleiding netwerkcamera 10.2.4 Gezichtsdetectie configureren Doel: De functie gezichtsdetectie detecteert gezichten die in de surveillancescène verschijnen en er kunnen bepaalde acties worden ondernomen wanneer het alarm wordt geactiveerd. Stappen: Open de interface gezichtsdetectie: Configuration > Event > Smart Event > Face Detection.
Pagina 129
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 10–19 Gezichtsdetectie Klik op Save om de instellingen op te slaan. 10.2.5 Indringingsdetectie configureren Doel: De functie indringingsdetectie detecteert mensen, voertuigen of andere voorwerpen die een vooraf gedefinieerde virtuele regio betreden en hier rondhangen. Er kunnen bepaalde acties worden ondernomen wanneer het alarm wordt geactiveerd. Opmerking: De functie indringingsdetectie varieert voor verschillende cameramodellen.
Pagina 130
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 10–20 Indringingsdetectie 2. Markeer het selectievakje van Enable om de functie in te schakelen. 3. Selecteer een regionummer van de vervolgkeuzelijst van Region. Region: Een vooraf door hoekpunten gedefinieerd gebied in het beeld van de liveweergave. Doelen, zoals mensen, voertuigen of andere voorwerpen, die een regio betreden en hier rondhangen, worden gedetecteerd en activeren het ingestelde alarm.
Pagina 131
Gebruikershandleiding netwerkcamera Max. Size: De maximale afmetingen van een geldig doel. Doelen met grotere afmetingen activeren geen detectie. Min. Size: De minimale afmetingen van een geldig doel. Doelen met kleinere afmetingen activeren geen detectie. 7. Klik op Stop Drawing wanneer u klaar bent met tekenen. 8.
Pagina 132
Gebruikershandleiding netwerkcamera 10.2.6 Lijnoverschrijdende detectie configureren Doel: De functie detectie overschrijden lijn detecteert mensen, voertuigen of ander voorwerpen die een vooraf gedefinieerde virtuele lijn overschrijden, waarna er bepaalde acties kunnen worden ondernomen wanneer het alarm wordt geactiveerd. Opmerking: De functie detectie overschrijden lijn varieert voor verschillende cameramodellen.
Pagina 133
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 10–21 Detectie overschrijden lijn 2. Markeer het selectievakje van Enable om de functie in te schakelen. 3. Selecteer de lijn van de vervolgkeuzelijst. 4. Klik op het tabblad Area Settings en klik op Draw Area, waarna er op de live video een virtuele lijn wordt weergegeven.
Pagina 134
Gebruikershandleiding netwerkcamera 6. Stel de maximale en minimale afmetingen voor geldige doelen in. Doelen die kleiner of groter zijn dan de geldige doelafmetingen kunnen de detectie niet activeren. Max. Size: De maximale afmetingen van een geldig doel. Doelen met grotere afmetingen activeren geen detectie.
Pagina 135
Gebruikershandleiding netwerkcamera 11. Klik op Arming Schedule om het inschakelschema in te stellen. 12. Selecteer de koppelmethodes voor detectie overschrijden lijn, waaronder melding aan meldkamer, e-mail verzenden, uploaden naar FTP/geheugenkaart/NAS, kanaal activeren en alarmuitgang activeren. 13. Klik op Save om de instellingen op te slaan. 10.2.7 Detectie binnenkomst regio configureren Doel: De functie detectie binnenkomst regio detecteert mensen, voertuigen of andere...
Pagina 136
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 10–22 Detectie binnenkomst regio 2. Markeer het selectievakje Enable om de functie in te schakelen. 3. Selecteer de Region van de vervolgkeuzelijst voor detectie-instellingen. 4. Klik op Area Settings en klik op Draw Area om het tekenen van het gebied te starten.
Pagina 137
Gebruikershandleiding netwerkcamera Max. Size: De maximale afmetingen van een geldig doel. Doelen met grotere afmetingen activeren geen detectie. Min. Size: De minimale afmetingen van een geldig doel. Doelen met kleinere afmetingen activeren geen detectie. 7. Klik op Stop Drawing wanneer u klaar bent met tekenen. 8.
Pagina 138
Gebruikershandleiding netwerkcamera Stappen: 1. Open de interface instellingen detectie verlaten regio: Configuration > Event > Smart Event > Region Exiting Detection. Afbeelding 10–23 Detectie verlaten regio 2. Markeer het selectievakje Enable om de functie in te schakelen. 3. Selecteer de Region van de vervolgkeuzelijst voor detectie-instellingen. 4.
Pagina 139
Gebruikershandleiding netwerkcamera 6. Stel de maximale en minimale afmetingen voor geldige doelen in. Doelen die kleiner of groter zijn dan de geldige doelafmetingen kunnen de detectie niet activeren. Max. Size: De maximale afmetingen van een geldig doel. Doelen met grotere afmetingen activeren geen detectie.
Pagina 140
Gebruikershandleiding netwerkcamera 10.2.9 Detectie onbeheerde bagage configureren Doel: De functie detectie onbeheerde bagage detecteert voorwerpen die zijn achtergebleven in de vooraf gedefinieerde regio, zoals bagage, handtassen, gevaarlijke materialen enz. Er kan een reeks acties worden ondernomen wanneer het alarm wordt geactiveerd. Stappen: 1.
Pagina 141
Gebruikershandleiding netwerkcamera 2. Markeer het selectievakje Enable om de functie in te schakelen. 3. Selecteer de Region van de vervolgkeuzelijst voor detectie-instellingen. 4. Klik op Area Settings en klik op Draw Area om het tekenen van het gebied te starten. 5.
Pagina 142
Gebruikershandleiding netwerkcamera Opmerking: De Sensitivity van de detectie wordt door bepaalde modellen ondersteund. Zie de feitelijke weergave voor details. 10. Herhaal bovenstaande stappen om andere regio's te configureren. Er kunnen tot 4 regio's worden ingesteld. U kunt klikken op Clear om alle vooraf gedefinieerde regio's te wissen.
Pagina 143
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 10–25 Detectie verwijdering voorwerp 2. Markeer het selectievakje Enable om de functie in te schakelen. 3. Selecteer de Region van de vervolgkeuzelijst voor detectie-instellingen. 4. Klik op Area Settings en klik op Draw Area om het tekenen van het gebied te starten.
Pagina 144
Gebruikershandleiding netwerkcamera Max. Size: De maximale afmetingen van een geldig doel. Doelen met grotere afmetingen activeren geen detectie. Min. Size: De minimale afmetingen van een geldig doel. Doelen met kleinere afmetingen activeren geen detectie. 7. Klik op Stop Drawing wanneer u klaar bent met tekenen. 8.
Pagina 145
Gebruikershandleiding netwerkcamera 10.3 VCA-configuratie 10.3.1 Gedragsanalyse De gedragsanalyse detecteert een reeks verdachte gedragingen en er worden bepaalde koppelmethodes ingeschakeld als het alarm wordt geactiveerd. Afbeelding 10–26 Gedragsanalyse Overlay en vastleggen De weergave-informatie omvat de weergave op foto's en op streams. Display VCA Info.
Pagina 146
Gebruikershandleiding netwerkcamera Upload JPEG Image to Center: Markeer het selectievakje om de vastgelegde foto te uploaden naar de meldkamer wanneer er zich een VCA-alarm voordoet. Picture Quality: Er kan High, Medium of Low worden geselecteerd. Picture Resolution: Er kan CIF, 4CIF, 720P of 1080P worden geselecteerd. ...
Pagina 147
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 10–27 Tekenen op venster liveweergave 4. U kunt klikken op om de getekende lijnen te verwijderen. 5. Klik op Save om de instellingen op te slaan. Shield Region Met regio afschermen kunt u de specifieke regio instellen waarin de gedragsanalyse niet functioneert.
Pagina 148
Gebruikershandleiding netwerkcamera Als liveweergave is gestopt, is het niet mogelijk om af te schermen regio's te tekenen. 3. Klik op Save om de instellingen op te slaan. Regel De gedragsanalyse ondersteunt een aantal gedragingen, waaronder detectie overschrijden lijn, indringing, binnenkomst regio, verlaten regio enz. Opmerking: Zie ieder hoofdstuk voor gedetailleerde informatie van ieder gedrag.
Pagina 149
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 10–28 De regel configureren Filtertype: Er kan Pixel of Actual Size worden geselecteerd. Als Pixel is geselecteerd, teken dan het gebied van de maximale en minimale afmetingen op de live video voor iedere regel. Als Actual Size is geselecteerd, voer dan de lengte en breedte van de maximale en minimale afmetingen in.
Pagina 150
Gebruikershandleiding netwerkcamera Lijn/gebied tekenen: Voor detectie overschrijden lijn moet u een lijn teken en de richting van overschrijden selecteren, die in beide richtingen, van A naar B of van B naar A kan zijn. Voor andere gebeurtenissen, zoals indringing, binnenkomst regio, verlaten regio enz., moet u linksklikken op de live video om de eindpunten van het gebied in te stellen en rechtsklikken om het tekenen van het gebied te beëindigen.
Pagina 151
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 10–29 Geavanceerde configuratie Detection Sensitivity [0~4]: Verwijst naar de gevoeligheid waarmee de camera een doel detecteert. Hoe hoger de waarde, hoe gemakkelijker een doel wordt herkend en hoe groter de misinformatie. De standaardwaarde van 3 wordt aanbevolen. Background Update Rate [0~4]: Dit verwijst naar de snelheid waarmee de nieuwe scène de vorige scène vervangt.
Pagina 152
Gebruikershandleiding netwerkcamera Stappen: 1. Markeer het selectievakje van Global Size Filter om de functie in te schakelen. 2. Stel het filtertype in op Actual Size of Pixel. Actual Size: De lengte en breedte van zowel de maximale als de minimale afmetingen.
Pagina 153
Gebruikershandleiding netwerkcamera Overlay en vastleggen De weergave-informatie omvat de weergave op foto's en op streams. Display VCA Info. on Stream: De groene kaders worden tijdens liveweergave of afspelen op het doel weergegeven. Display Target Info. on Alarm Picture: Als het selectievakje is gemarkeerd, dan bevindt er zich een kader over het doel op de geüploade alarmfoto.
Pagina 154
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 10–30 Af te schermen gebieden tekenen 2. Klik op Save om de instellingen op te slaan. Regel Stappen: 1. Markeer het selectievakje van Rule om de regels voor vastleggen van gezichten in te schakelen. 2. Klik op het rechthoekige teken om de minimale pupilafstand te tekenen.
Pagina 155
Gebruikershandleiding netwerkcamera Geavanceerde configuratie Face Capture Version: Dit geeft de versie van de algoritmebibliotheek weer. Configureer de volgende parameters volgens de feitelijke omgeving. Afbeelding 10–31 Vastlegging gezichten - Geavanceerde configuratie Detection Parameters: Generation Speed [1~5]: De snelheid waarmee een doel wordt geïdentificeerd. Hoe hoger de waarde, hoe sneller het doel wordt herkend.
Pagina 156
Gebruikershandleiding netwerkcamera Capture Interval [1~255 Frame]: Het frame-interval voor het nemen van een foto. Als de waarde is ingesteld op 1, wat de standaardwaarde is, dan betekent dit dat de camera het gezicht in ieder frame vastlegt. Capture Sensitivity [0~20]: De drempel waarboven de camera het doel als een gezicht behandelt.
Pagina 157
Gebruikershandleiding netwerkcamera Opmerkingen: Het wordt aanbevolen om de camera recht boven de in-/uitgang te installeren. Zorg ervoor dat de camera horizontaal is geïnstalleerd om de nauwkeurigheid van de telling te verbeteren. Stappen: 1. Open de interface configuratie telling: Configuration > People Counting. Afbeelding 10–32 Configuratie mensen tellen 2.
Pagina 158
Gebruikershandleiding netwerkcamera 1) Klik op links in het beeld van de liveweergave. Er verschijnt een oranje lijn op het beeld. 2) Sleep de detectielijn om de positie aan te passen. 3) Sleep de gele eindpunten van de detectielijn om de lengte aan te passen. Opmerking: De detectielijn moet worden getekend in de positie direct onder de •...
Pagina 159
Gebruikershandleiding netwerkcamera 3) Het slepen van cursor of invoeren van een waarde voor het instellen van de breedte van de kalibratielijn. U kunt de voorgestelde waarde instellen of u kunt deze naar uw feitelijke behoefte instellen. Afbeelding 10–33 Configuratie mensen tellen - Geavanceerd 5.
Pagina 160
Gebruikershandleiding netwerkcamera 10.3.4 Tellen Met de telfunctie kan het aantal mensen worden berekend dat een bepaald geconfigureerd gebied binnenkwam of verliet en deze wordt algemeen gebruikt bij in- en uitgangen. De telfunctie heeft geen camerakalibratie nodig, in tegenstelling tot de functie mensen tellen die door iDS-camera's wordt ondersteund.
Pagina 161
Gebruikershandleiding netwerkcamera 2. Markeer het selectievakje Enable Counting om de functie in te schakelen. 3. Markeer het selectievakje Enable OSD Overlay, waarna het real time aantal mensen dat binnenkwam en wegging op de live video wordt weergegeven. 4. Stel de detectielijn in. Er kan een oranje lijn, die detectielijn wordt genoemd, worden ingesteld op de live video.
Pagina 162
Gebruikershandleiding netwerkcamera Stappen: 1. Open de interface configuratie warmtekaart: Configuration > Heat Map. Afbeelding 10–35 Configuratie warmtekaart 2. Markeer het selectievakje Enable Heat Map om de functie in te schakelen. 3. Ga naar Area Settings om het detectiegebied te tekenen. Teken het gebied door te klikken op de eindpunten in het venster liveweergave en rechtsklik om het tekenen van het gebied te beëindigen.
Pagina 163
Gebruikershandleiding netwerkcamera 4. Configureer de parameters voor het getekende gebied. Detection Sensitivity [0~100]: Dit verwijst naar de gevoeligheid van de camera die een doel identificeert. Te hoge gevoeligheid kan misinformatie veroorzaken. Het wordt aanbevolen om de gevoeligheid op de standaardwaarde van 50 in te stellen.
Pagina 164
Gebruikershandleiding netwerkcamera 10.3.6 Wegverkeer Doel: Vehicle Detection en Mixed-traffic Detection zijn beschikbaar voor het bewaken van wegverkeer. In Vehicle Detection kan het gepasseerde voertuig worden gedetecteerd en kan er een foto van de kentekenplaat worden genomen; daarnaast kunnen de kleur, het logo en andere informatie van het voertuig automatisch worden herkend.
Pagina 165
Gebruikershandleiding netwerkcamera Opmerking: Er kan per keer voor iedere rijstrook slechts 1 kentekenplaat worden vastgelegd. 6. Wanneer de toekenning van een kentekenplaat niet kan worden herkend, selecteer dan de afkorting voor een provincie/staat in de vervolgkeuzelijst. 7. Stel het inschakelschema in. 1) Klik op Arming Schedule om de interface inschakelschema te openen.
Pagina 166
Gebruikershandleiding netwerkcamera Hoofdstuk 11 Opslaginstellingen Voordat u begint: Zorg ervoor dat u het netwerkopslagapparaat of lokale opslagapparaat hebt geconfigureerd, om de opname-instellingen te configureren. 11.1 Opnameschema configureren Doel: Er zijn twee soorten opnamen voor de camera's: handmatige opname en geplande opname.
Pagina 167
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 11–2 Opnameparameters Pre-record: De tijd dat u begint met opnemen voor de geplande tijd van de gebeurtenis. Als een alarm bijvoorbeeld om 10:00 de opname activeert en de tijd van de vooropname is ingesteld op 5 seconden, dan begint de camera om 9:59:55 op te nemen.
Pagina 168
Gebruikershandleiding netwerkcamera Naast het configureren van het opnameschema moet u het gebied voor de bewegingsdetectie instellen en het selectievakje van Trigger Channel markeren in Linkage Method van de interface instellingen bewegingsdetectie. Zie voor gedetailleerde informatie Taak 1: Stel het gebied voor bewegingsdetectie in in de Sectie 10.1.1.
Pagina 169
Gebruikershandleiding netwerkcamera 5. Selecteer het opnametype en klik en sleep met de muis op de tijdsbalk om het inschakelschema in te stellen. 6. Klik op Save om de instellingen op te slaan. 11.2 Configureer het vastlegschema Doel: U kunt een geplande momentopnames configureren en een door een gebeurtenis geactiveerde momentopname.
Pagina 170
Gebruikershandleiding netwerkcamera 3. Klik op Advanced om het streamtype te selecteren. Afbeelding 11–4 Geavanceerde instellingen opnameschema 4. Klik op Save om de instellingen op te slaan. 5. Ga naar het tabblad Capture Parameters om de parameters voor vastlegging te configureren. (1) Markeer het selectievakje Enable Timing Snapshot om doorlopende momentopname in te schakelen.
Pagina 171
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 11–5 Parameters vastlegging instellen 6. Stel de tijdsinterval in tussen twee momentopnames. 7. Klik op Save om de instellingen op te slaan. 11.3 Net-HDD configureren Voordat u begint: De netwerkschijf moet binnen het netwerk beschikbaar zijn en moet goed zijn geconfigureerd voor het opslaan van de opgenomen bestanden, logboekbestanden, foto's enz.
Pagina 172
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 11–6 Netwerkschijf toevoegen (2) Open de interface IP-adres van de netwerkschijf en open het bestandspad. (3) Selecteer het montagetype. Er kan NFS of SMB/CIFS worden geselecteerd. Als SMB/CIFS is geselecteerd, dan kunt u ook een gebruikersnaam en wachtwoord instellen om de beveiliging te garanderen.
Pagina 173
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 11–7 Interface Opslagbeheer (2) Als de status van de schijf Uninitialized is, markeer dan het overeenkomstige selectievakje om de schijf te selecteren en klik op Format om het initialiseren van de schijf te starten. Wanneer de initialisatie van de schijf is voltooid, dan wordt de status van de schijf Normal.
Pagina 174
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 11–9 Quota-instellingen Opmerking: Er kunnen tot 8 NAS-schijven worden verbonden met de camera. 11.4 Detectie geheugenkaart Doel: U kunt met detectie geheugenkaart de status van de geheugenkaart bekijken, de geheugenkaart vergrendelen en een melding ontvangen wanneer de geheugenkaart als abnormaal wordt gedetecteerd.
Pagina 175
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 11–10 Detectie geheugenkaart 2. Bekijk de status van de geheugenkaart in het tabblad Status Detection. Remaining Lifespan: Dit toont het percentage van de resterende levensduur. De levensduur van een geheugenkaart wordt mogelijk beïnvloed door factoren zoals de capaciteit en de bitrate. U moet de geheugenkaart vervangen als de resterende levenstijd onvoldoende is.
Pagina 176
Gebruikershandleiding netwerkcamera Een vergrendeling toevoegen (1) Stel de Lock Switch in op ON. (2) Voer het wachtwoord in. (3) Klik op Save om de instellingen op te slaan. Ontgrendelen (1) Als u de geheugenkaart gebruikt op een camera die deze vergrendelt, dan wordt deze automatisch ontgrendeld en zijn er geen ontgrendelprocedures door gebruikers vereist.
Pagina 177
Gebruikershandleiding netwerkcamera 11.5 Lichte opslag configureren Doel: Wanneer er zich geen bewegend voorwerp in het bewakingsscenario bevindt, dan kunnen de framesnelheid en bitrate van de videostream worden verlaagd om de opslagtijd van de geheugenkaart te verlengen. Opmerkingen: De functie lichte opslag varieert voor verschillende cameramodellen. ...
Pagina 178
Gebruikershandleiding netwerkcamera Hoofdstuk 12 Afspelen Doel: Deze sectie verklaart het bekijken van de extern opgenomen videobestanden die zijn opgeslagen op de netwerkschijven of SD-kaarten. Stappen: 1. Klik op Playback in de menubalk om de afspeelinterface te openen. Afbeelding 12–1 Afspeelinterface 2.
Pagina 179
Gebruikershandleiding netwerkcamera 3. Klik op om de videobestanden af te spelen die op deze datum zijn gevonden. De taakbalk onderaan de afspeelinterface kunnen worden gebruikt om het afspeelproces te bedienen. Afbeelding 12–3 Afspeeltaakbalk Tabel 12–1 Omschrijving van de knoppen Toets Bediening Toets Bediening...
Pagina 180
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 12–5 Progresbalk De verschillende kleuren van de video in de voortgangsbalk staan voor de verschillende videotypes. Afbeelding 12–6 Videotypes...
Pagina 181
Gebruikershandleiding netwerkcamera Hoofdstuk 13 Afbeelding Klik op foto om de interface foto zoeken te openen. U kunt de op de lokale of netwerkopslag opgeslagen foto's bekijken en downloaden. Opmerkingen: Zorg ervoor dat de HDD, NAS of geheugenkaart goed zijn geconfigureerd ...
Pagina 182
Gebruikershandleiding netwerkcamera Hoofdstuk 14 Toepassing Klik op Application de interface statistieken tellingen te openen. U kunt de op de lokale of netwerkopslag opgeslagen telgegevens zoeken, bekijken en downloaden. Opmerking: De functie toepassing variëren voor de verschillende cameramodellen. 14.1 Statistieken vastlegging gezicht U kunt na het instellen van de functie vastlegging gezicht de gegevens van de vastgelegde gezichten bekijken en downloaden in het tabblad toepassing.
Pagina 183
Gebruikershandleiding netwerkcamera 14.2 Statistieken mensen tellen U kunt na het instellen van de functie mensen tellen de gegevens van de functie mensen tellen bekijken en downloaden in het tabblad toepassing. U kunt de gegevens in verschillende diagrammen weergeven, om meer intuïtieve resultaten te krijgen. Stappen: 1.
Pagina 184
Gebruikershandleiding netwerkcamera 14.3 Statistieken warmtekaart U kunt na het inschakelen van de functie warmtekaart de gegevens van de warmtekaart bekijken en downloaden in het tabblad toepassing. U kunt de gegevens in verschillende diagrammen weergeven, om meer intuïtieve resultaten te krijgen. Stappen: 1.
Pagina 185
Gebruikershandleiding netwerkcamera Afbeelding 14–3 Tijd warmtekaart Opmerking: Het wordt aanbevolen om de elektronische lens na het voltooien van de installatie niet aan te passen, omdat dit een bepaalde mate van onnauwkeurigheid in de gegevens kan veroorzaken. 14.4 Telstatistieken U kunt na het inschakelen van de functie tellen de telgegevens bekijken en downloaden in het tabblad toepassing.
Pagina 186
Gebruikershandleiding netwerkcamera 2. Selecteer het Statistics Type. Er kan People Entered of People Exited worden geselecteerd. 3. Selecteer de Start Time en klik op Counting om de gegevens van de warmtekaart weer te geven. 4. Selecteer Table, Bar Chart, of Line Chart om de resultaten weer te geven. Als u de tabel selecteert om de statistieken op te nemen, dan verschijnt er een knop Export om de gegevens naar een excel-bestand te exporteren.
Pagina 187
Gebruikershandleiding netwerkcamera Bijlage Bijlage 1 SADP software-introductie Beschrijving van SADP SADP (Search Active Devices Protocol) is een gebruiksvriendelijk en installatievrij zoekprogramma voor online apparaten. Het zoekt naar actieve online apparaten binnen uw subnet en toont de informatie over die apparaten. U kunt de basisinformatie over het netwerk van het apparaat ook aanpassen met behulp van deze software.
Pagina 188
Gebruikershandleiding netwerkcamera Opmerking: Een apparaat kan worden gezocht en in de lijst worden weergegeven binnen 15 seconden nadat het online kwam; het wordt van de lijst verwijderd binnen 45 seconden nadat het offline ging. Handmatig naar online apparaten zoeken U kunt ook op klikken om de lijst met online apparaten handmatig te verversen.
Pagina 189
Gebruikershandleiding netwerkcamera Juiste configuratie van alle wachtwoorden en andere beveiligingsinstellingen is de verantwoordelijkheid van de installateur en/of de eindgebruiker. Afbeelding A.1.2 Netwerkparameters aanpassen...
Pagina 190
Gebruikershandleiding netwerkcamera Bijlage 2 Poorttoewijzing De volgende instellingen zijn voor de router TP-LINK (TL-WR641G). De instellingen variëren afhankelijk van de verschillende modellen routers. Stappen: 1. Selecteer het WAN Connection Type, zoals hieronder getoond: Afbeelding A.2.1 Selecteer het WAN-verbindingstype 2. Stel de LAN-parameters van de router in zoals in de volgende afbeelding wordt getoond, inclusief de instellingen voor het IP-adres en subnetmasker.
Pagina 191
Gebruikershandleiding netwerkcamera Voorbeeld: Als de camera's op dezelfde router zijn aangesloten, dan kunt u de poorten van een camera configureren als 80, 8000 en 554 met IP-adres 192.168.1.23 en de poorten van een andere camera als 81, 8001, 555, 8201 met IP 192.168.1.24. Zie de onderstaand stappen: Stappen: 1.